erfgoedobject

Burgerhuis in art deco

bouwkundig element
ID
305108
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305108

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Burgerhuis in art deco
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Half vrijstaand burgerhuis in een sobere art-decostijl, gebouwd in opdracht van L. De Ridder, wellicht naar ontwerp van Simon Pièret uit 1935. Hoewel het bouwdossier geen architect vermeldt, is de toeschrijving mogelijk op basis van de handtekening van de bouwmeester. De opdrachtgever betrok trouwens een woning nabij de praktijk van de architect in de Van Vaerenberghstraat. In 1935 is de hofmuur met nummer 13 verhoogd, waarvoor Pièret de plannen tekende. Omstreeks 1937 onderging het pand uitbreidingswerken naar ontwerp van Ernest Siems.

Het gaaf bewaarde pand sluit aan bij de aanééngeschakelde, drie bouwlagen hoge interbellumwoningen met half ondergrondse garages in dit deel van de Jozef Verbovenlei, waar het zich als half vrijstaande woning onderscheidt door zijn strak horizontaal belijnd, doosvormig bouwvolume.

Exterieur

De evenwaardig ontworpen voor- en zijgevel, respectievelijk twee en drie traveeën breed met toegang in de zijgevel, tonen een combinatie van bruin baksteenparement in platvol gevoegd kruisverband en tot in de achtergevel omlopende vlakke stroken en geprononceerde kordonlijsten in simili, ook toegepast voor de plint, en voor de vensteromkadering met in het vlak uitgevoerde staande delen en geprononceerde lateien en lijsten. Vensterdorpels en erkerconsole zijn wellicht uitgevoerd volgens plan in kunstmatige witte steen. De garage heeft een omlijsting in blauwe hardsteen. Als beëindiging een uitspringende kroonlijst in hout of beton, nu vervangen of bekleed in kunststof.

Twee kordonlijsten delen het bouwvolume verder op in drie zones met een hoog uitgewerkt middengedeelte, bovenaan afgezoomd door een in de vensterdorpels doorlopende lijst. De leesbaarheid van de inwendige niveaus wordt zo ondergeschikt aan een benadrukt expressief bouwvolume, nog versterkt door verzonken uitgevoerde vensterpartijen. De straatgevel vertoont een klassieke enkelhuisindeling met smalle travee links en aansluitend een brede erkertravee. Gesloten van karakter, is de linker travee slechts doorbroken met een klein licht op de begane grond en op de bovenste verdieping , in functie van toilet en badkamer, met tussenliggend een rechthoekig venster. Contrasterend hiermee kreeg de op de straat gerichte brede travee grote vensterpartijen: beneden een woonkamervenster aansluitend op een trapezoïdale erker, volgens het ontwerp ondersteund door twee gestileerde consoles maar uitgevoerd met slechts één centraal exemplaar, en op de hoogste verdieping een slaapkamervenster. In de zijgevel is de centrale inkomtravee beneden geopend door een rondboogdeur met bovenlicht en flankerende zijlichten, samengebracht in een gedeeltelijk omlopende similiomlijsting. De driedelige traveewerking is duidelijk herkenbaar met als opvallende elementen de erker links van de toegang en de als register uitgewerkte vierlichten boven en rechts van de inkomdeur. Verder is het gevelfront regelmatig geordonneerd met rechthoekige vensterpartijen. Het bewaard gebleven houten schrijnwerk is voorzien van een ladderverdeling, die het horizontale streven van de doorlopende kordonlijsten benadrukt. Ter verlevendiging van de strakke gevelbehandeling zijn de zijlichten en de vensterborstweringen voorzien van nog aanwezig siersmeedwerk met het motief van gestileerde vazen. Verder is de tweedelige garagepoort met bovenlichten behouden.

Interieur

Afwijkend van het opzet van de voorgevel, is de onderkelderde woning opgevat volgens een dubbelhuisstructuur met centraal een gevelbreed, dwars ten aanzien van de straat ingeplante traphal die de niveaus opdeelt in een voorzone met leefruimten en een achterliggende zone voor de dienst- en slaapvertrekken. Het pand herbergt naast de leef- en slaapvertrekken van de bouwheer en zijn gezin ook vertrekken voor inwonend personeel, en mogelijk ook een gastenverblijf. Op de begane grond wordt aan straatzijde ruimte geboden aan een vestiaire met toilet en een compact salon. Achter de traphal ontsluit een smalle gang aan rechterzijde de keuken, met aanpalend in enfilade een ruime eetzaal en achterliggende verandah-eetkamer. Deze laatste geeft samen met de keuken uit op het terras, met de tuin verbonden middels een zijdelingse trap. Op de verdieping zijn de voorruimten ingericht als een klein salon, een kamertje met wastafel en toilet. Het achteraan gelegen slaapkwartier herbergt twee slaapkamers, beide verbonden met een badkamer, waarvan de achterste ontsloten is middels een nachtgang en circa 1937 uitgebreid met een erker aan de tuin. De zolderverdieping herbergt vooraan een slaapkamer en een afzonderlijk toegankelijke badkamer, wellicht voor de meid of huurder, en aan de tuin een meidenkamer en een zolderruimte. In 1937 is achteraan een dakterras ingericht.

Het interieur is gaaf bewaard, zoals de voormalige eetzaal met decoratieve balkenlaag en nog oude parketvloer. Verder getuigt de binnenruimte van een eenvoudige geometrische vormgeving toegepast in de tweekleurige tegelvloeren in de dienstvertrekken en de halfhoge faiencebekleding (blauw-groen met rode of zwarte belijning) in de badkamers. Een fraai detail is het typisch geprofileerd art-decobeslag voor de binnendeuren.

  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 329#12058, 329#14868 en 329#19735.
  • Informatie verkregen van de eigenaar (30 januari 2018).
  • VAN DEN BORNE S. 2018: Terreinbezoek Jozef Verbovenlei 15 (Antwerpen) (terreinbezoek op 30 januari 2018).

Auteurs: Van den Borne, Steven
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Burgerhuis in art deco [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305108 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.