Zogenaamd het "Houten Huis" op de hoek bij de Kanonweg. Voor de Eerste Wereldoorlog, de laatste exponent van de Ieperse middeleeuwse houtarchitectuur, daterend uit het eerste kwart van de 16de eeuw en gerestaureerd door architect Jules Coomans (Ieper) in 1912 waarbij de oorspronkelijke houtverbindingen vervangen werden door gesmeed ijzeren nagels.
1829: nog 94 woningen met houten gevel, waarvan een aantal onder meer bekend door de potloodtekeningen (1842-1849) van A. Böhm. Ten gevolge van saneringsmaatregelen verdwenen zij alle, op vermeld huis na, uit het stadsbeeld; het huis "De Verkeerde Wereld" in de Rijselsestraat op de hoek bij de Tegelstraat werd als laatste gesloopt in 1894, en de houten gevel van een ander huis uit dezelfde straat werd in de Hal heropgericht.
Wederopbouw van het "Houten Huis" naar plannen van vermeld architect van 1924. Diephuis - type driekwarthuis - van twee bouwlagen met ongelijke travee-indeling, respectievelijk drie en twee op de eerste en tweede bouwlaag, onder zadeldak (tichelen) met twee houten dakkapellen. Eerste bouwlaag van gele baksteen waarboven houten puntgevel met verticale plankenbeschieting overkragend op de natuurstenen consoles van de bakstenen zijpuntgevels. Geveltop onder invloed van de laatgotische vormentaal zie spitsbogig windbord met verdiepte drielob. Houten kruiskozijnen, op de begane grond onder meer gekoppeld aan een kozijndeur met accoladebogige tussendorpel, gedeeld bovenlicht en geprofileerde stijl in neorenaissancestijl. Beluikte benedenvakken. Glas in lood. Verankerde rechter zijgevel, met een Brugse travee voorzien van kozijnvensters.
Achtergevel: bakstenen tuitgevel met gebruik van kozijnconstructies voor de ramen en de deur.
- Algemeen Rijksarchief, Dienst der Verwoeste Gewesten, 2311.
- CONSTANDT H., Ieperse middeleeuwse huizen met houten gevel, Verhandelingen van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, Klasse der Schone Kunsten, XLIII, 1981.