erfgoedobject

Modernistische meergezinswoning

bouwkundig element
ID
305132
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305132

Juridische gevolgen

Beschrijving

Modernistische meergezinswoning met voortuin in de rij, gebouwd in opdracht van Jozef Van Assche naar een ontwerp van bouwmeester en beëdigd landmeter Edward H. Cogge uit 1936. Het maakt deel uit van een reeks van drie gelijktijdig opgetrokken en aaneensluitende rijwoningen van zijn hand (nummers 112-116), elk voor een andere opdrachtgever. Het ontwerp van het nummer 114 werd aanvankelijk ingediend en goedgekeurd voor het huisnummer 112, maar is uiteindelijk licht gewijzigd uitgevoerd op het belendende perceel. In 1939 zijn de tuinen ommuurd met betonnen afsluitingen, en is het verhoogde terras van het nummer 114 overdekt – een volume dat in 1970 opnieuw aangepast werd.

Over de in 1908 geboren Edward H. Cogge is vooralsnog weinig bekend, behalve dat hij met zekerheid in Antwerpen actief was tussen 1935 en 1969. De ontwerpen voor de woningen aan de Oudedonklaan situeren zich vroeg in zijn loopbaan, in een periode waarin hij als architect ook optrad voor de Naamloze Maatschappij C.A.M.O. Bouwen van Werkmanswoningen, die onder meer in de Berchemse wijk Groenenhoek actief was.

De panden dateren van net na de voltooiing in 1932 van de Unitaswijk, die nagenoeg de gehele westzijde van de Oudedonklaan inneemt. Tussen de overwegend twee bouwlagen hoge rijwoningen met een art-deco- of modernistische inslag onder een plat dak, kenmerkend voor de oostzijde van de straat, onderscheidt het geheel zich in het straatbeeld door de uitgesproken geometrische vormgeving, een sterke variatie in het materiaalgebruik en een expressieve volumewerking in de toegangen, de balkons en de uitkragende vlakke luifels. Volgens het oorspronkelijke ontwerp was de voortuin van de woning Van Assche oorspronkelijk omsloten door een bakstenen muur met metalen toegangspoortje, dat niet bewaard is in de recente heraanleg met een nieuwe bestrating en oprit. De twee bouwlagen hoge en drie traveeën brede meergezinswoning met twee appartementen onder een plat dak, is voor zover af te lezen van het bouwplan een bakstenen constructie met een nagenoeg vierkante lijstgevel in drie verschillende kleuren platte baksteen in halfsteens verband, waarbij de variërende kleurvlakken het geometrische volumespel mee ondersteunen. Het gevelvlak onder de vensteropeningen van de begane grond is opgevat als sokkel in platvol gevoegde donkerbruine baksteen, terwijl de bovengevels een parement hebben in rood en bruin metselwerk met Dudokvoegen (dieperliggende lintvoegen met platvolle stootvoegen). Het gevelontwerp is opgebouwd rond een centrale, asymmetrisch en plastisch vormgegeven travee waarin de architect een aantal functies groepeert: een uitwendige trapkoker op vierkante plattegrond die de kelder en de wooneenheid op de verdieping ontsluit; een inkomportaal voor het appartement op de begane grond en een bovenliggend terras. Dit geheel is geflankeerd door twee venstertraveeën met links de smalle toegang tot het souterrain.

Het vooruitspringende trapvolume is volledig uitgevoerd in bruine baksteen en aan de voorzijde op een patrijspoortraam voor het souterrain na, volledig blind. De linkermuur is, afwijkend van het ontwerp dat hier een patrijspoortraam voorzag, uitgevoerd met een smal verticaal traplicht, op de verdieping bekroond door drie smalle, ornamentele verluchtingsgaten. In de rechtermuur is zijdelings de toegang ingeplant, naast het verdiepte inkomportaal van het appartement op de begane grond, waarvan de dagkant kwartrond uitgewerkt is in decoratieve baksteenkoppen. Beide toegangen delen een gemeenschappelijk, met gele en bruine cementtegels gevloerd portaal, bereikbaar langs vier blauwe hardstenen balkvormige treden. Op de verdieping is het entablement van het trapvolume aan twee zijden verhoogd ter afsluiting van een dakterras, dat boven het inkomportaal verlengd is met een tevens als portaalluifel functionerende betonplaat voorzien van meer open buisvormige balustrades met panelen in gevlochten staaldraad. Het geheel is vlak overluifeld in beton, gedragen door twee op de bakstenen afsluiting rustende kolommen. In de flankerende traveeën zorgen licht verspringende bandramen voor een evenwichtige compositie van horizontale en verticale, open en gesloten gevelelementen. Het bruine bakstenen entablement van de lijstgevel is beëindigd door een vernieuwde daklijstbekleding.

De vlakke, magere vensterdorpels zijn uitgevoerd in blauwe hardsteen. Het deur- en vensterschrijnwerk is op de begane grond en de verdieping volledig vernieuwd, waarbij de oorspronkelijke driedeling van de houten of stalen vensters niet gevolgd is. In de toegang tot het souterrain is nog het oorspronkelijke houten beglaasde deurpaneel met bolvormige deurknop en deurrooster in gevlochten staaldraad bewaard. Van de metalen onderdelen zijn verder de voortuinafscheiding met het nummer 114, de buisvormige traliën van het patrijspoortraam van het souterrain, de tegen het trapvolume geplaatste buisleuning van het portaal en de balustrade van het balkon behouden. Links in de sokkel van het trapvolume is een zwart geglazuurde gevelsteen ingemetseld met signatuur van de ontwerper ("ED. COGGE/ ARCHITEKT/ BORGERHOUT").

Het bouwplan toont per verdieping één appartement met een moderne planverdeling, waarbij de kamers geschikt zijn ronde een centrale hal. De wooneenheid op de begane grond heeft een op het inkomportaal aansluitende, centrale inkomhal met vestiaire die aan weerszijden toegang geeft tot een ontvangst- of eetkamer met achtergelegen toilet (rechts) en een keuken (links). Achteraan ontsluit het respectievelijk een slaapkamer en een woonkamer die aansluit op een open maar reeds in 1939 overdekt terras, dat met trappen uitgeeft op de tuin. Het appartement op de verdieping, vanaf de straat bereikbaar langs een uitwendige wentel- en steektrap die rechtstreeks uitgeeft op de inkomhal, heeft een nagenoeg identieke indeling met een balkon aan straatzijde. Het souterrain heeft naast de smalle doorgang tussen de straat en de tuin, een ruimte voor de meters, twee kolenkelders met smalle flankerende opbergkelder, en achteraan een ruime provisiekelder. In 1970 is het dan reeds tot speelhoek herbestemde, overdekte tuinterras, omgevormd tot rusthoek met nieuwe bordestrap naar de tuin en een dakterras bij de slaapkamer op de verdieping, beide voorzien van aluminium balustrades.

  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 329#13524, 329#13526, 329#16821, 627#26088, 627#29913.

Auteurs: Van Severen, Elke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Modernistische meergezinswoning [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305132 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.