Meergezinswoning en magazijn in art-decostijl, gebouwd voor L. Michielsen naar een ontwerp van de lokale architect Jos Sels-Vermeiren uit 1932.

Van Jos Sels-Vermeiren, die gevestigd was in de Sint-Rochusstraat te Deurne, zijn vooral modernistische laat-interbellumrealisaties in Antwerpen en Deurne gekend. Ook de belendende, maar minder markante art-decoburgerwoning met nummer 61 is een realisatie van Sels-Vermeiren. Uitgevoerd in een sobere art-decostijl onderscheiden de woning Michielssens en Ravelsbergstraat 61 zich binnen Sels’ overwegend modernistische oeuvre. Door hun bouwstijl en enigszins gereduceerde kroonlijsthoogte vallen de twee woningen op in een gevelwand gedomineerd door traditionele lijstgevels van twee of drie traveeën en drie bouwlagen onder platte bedaking.

Met een gevelbreedte van twee traveeën, omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een plat dak. De constructie maakt gebruik van gewapend beton voor de draagstructuur en de vloerplaat van het magazijn dat de volledige perceeloppervlakte inneemt. De lijstgevel kreeg een parement uit bruingeel baksteenmetselwerk in kruisverband, gecombineerd met simili, heden beschilderd, voor de pui, de erker en de geveltop. Witte natuursteen is toegepast voor dorpels en dekstenen, blauwe hardsteen voor plint, treden en schamppalen.

Axiaal van opzet wordt de bovenbouw gemarkeerd door een driezijdige erker met een enkel drieledig raam tussen kwartronde hoekposten, en bekroond door een balkon met smeedijzeren balustrade waarachter een halfrond drielichtvenster met deurvenster. Het drielicht, oorspronkelijk onder een forse hanenkam in simili, is gevat tussen twee monumentale versneden pilasters onder een gewelfde topgevel met topstuk. Een rechthoekige garagepoort met afgeschuinde schamppalen flankeert een rechthoekige toegangsdeur in de rechtertravee.

Van de inkomdeur en garagepoort is het houten schrijnwerk met ruiten in gehamerd glas bewaard. Ook behouden zijn de geometrisch vormgegeven smeedijzeren venstertralies en balkonbalustrade, en de gietijzeren voetschraper. Vervangen zijn de houten guillotineramen van de erker en de houten ramen van de bovenvensters, oorspronkelijk alle met glas-in-loodramen in de bovenlichten.

Volgens het bouwplan wordt de begane grond volledig ingenomen door een éénbeukig magazijn, waarin de gemeenschappelijke inkomhal met trapzaal onder daklicht geïntegreerd zijn. De trapzaal ontsluit twee appartementen in de bovenbouw. Deze omvatten elk een enfilade van twee (slaap)kamers, woonkamer en overdekt terras in de voorbouw, en een keuken, bijkamer en badkamer in de smallere achterbouw. Onder de inkomhal en trapzaal liggen individuele kolenkelders en een gemeenschappelijke kelderberging.