Meergezinswoning in eclectische stijl, gebouwd tussen 1909 en 1913. De woning sluit qua bouwhoogte aan bij de andere rijwoningen in de gevelwand, maar onderscheidt zich in het straatbeeld door haar goed bewaarde, verzorgde stijl en gaaf bewaarde buitenschrijnwerk.
Het gebouw werd opgericht tijdens de eerste grote bouwcampagne in de Sint-Rochusstraat. Deze ving aan met de opening van de straat eind 19de eeuw en eindigde na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Exacte bouwdatum, bouwheer of architect zijn niet te identificeren op basis van een bouwdossier, omdat voor het district Deurne pas vanaf 1920 bouwdossiers bewaard zijn in het stadsarchief. Een kadasterplan uit 1909 toont een lege kavel; vanaf 1913 betrok fabrieksarbeider Joannes Eduard Lemmens als huurder de woning.
Met een gevelbreedte van drie traveeën, telt de rijwoning een souterrain en drie bouwlagen onder een platte bedaking. De rijzige lijstgevel kreeg een verzorgd parement uit witte Silezische brikken in kruisverband met platvolle voeg, rustend op een tweeledige hardstenen plint met geprofileerde waterlijsten en vensterdorpels, en geprononceerde vensterborstweringen waarin kelderopeningen. Ter verrijking van de gevel is het parement doorspekt met onder meer banden en strekken van groene geglazuurde baksteen, terwijl de borstwering van de bovenverdieping van een gevelbreed polychroom tegel- of sgraffitopaneel werd voorzien. Dit paneel, omlijst met groen geglazuurde baksteen, is na 2005 overschilderd. Verder is blauwe hardsteen aangewend voor vensterdorpels, lateien, en voor de consoles en trapezoïde bekroning van de aflijnende lisenen.
Symmetrisch van opzet, wordt de opstand geleed door een puilijst en houten kroonlijst. Een zijdelings ingeplante verhoogde en verdiepte toegangsdeur doorbreekt de regelmaat van de compositie die op de begane grond en verdieping is opgebouwd uit registers van drie getoogde muuropeningen, en op de bovenverdieping uit vier rechthoekige vensters, als tweelichten gegroepeerd. De gevelbeëindiging wordt gevormd door een fraaie hoge houten kroonlijst op uitgelengde houten consoles, gevat tussen twee vlakke lisenen ter aflijning van de bovenverdieping.
Het originele houten vensterschrijnwerk met in de bovenlichten verticale roeden en accenten van groen reliëfglas bleef gaaf bewaard; evenals de houten voordeur met paneelwerk, gesmede deurroosters, bovenlicht met verticale roeden, en ruiten in wit en groen reliëfglas. Ook behouden bleven de houten rolluiken, de sierlijk gesmede diefijzers voor de kelderopeningen, en de gietijzeren voetschraper naast de voordeur.
De oorspronkelijke plattegrond laat zich niet op basis van bouwplannen reconstrueren, maar globaal moet de indeling hebben beantwoord aan de klassieke typologie van het burgerhuis: een hoofdvolume met woon- en slaapvertrekken; een smalle achterbouw in entresol, waarin secundaire ruimten als keuken, toilet en pompplaats zijn ondergebracht; en een zijdelings ingeplante inkom- en traphal die het geheel ontsluit. Omdat de voordeur drie originele brievengleuven telt, is het aannemelijk dat het burgerhuis in oorsprong minstens evenveel woongelegenheden omvatte. Het gebouw is nog steeds als meergezinswoning in gebruik.
- Stadsarchief Antwerpen, Begraafplaatsen, Sint-Rochus. Briefwisseling, Extract kadastraal plan 1909, 649#536.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossier 3155#196, fotobijlage (Sint-Rochusstraat 15).