erfgoedobject

Burgerhuis in cottagestijl

bouwkundig element
ID
305158
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305158

Juridische gevolgen

Beschrijving

Half vrijstaand burgerhuis in cottagestijl gebouwd in 1924-1925, wellicht naar ontwerp van aannemer Louis Vermeiren-Broeckx, die waarschijnlijk ook de bouwwerken uitvoerde. Volgens kadastrale gegevens was de opdrachtgever de in 1911 gestichte (Naamloze) Antwerpsche Maatschappij voor de onderneming van openbare en bijzondere werken. Deze bouwpromotor, die architect François Toen tot zijn beheerders kon rekenen, bood tussen 1920 en 1926 verscheidene bouwgronden voor verkoop aan al dan niet met in eigen beheer gerealiseerde burgerhuizen in het meer begoede zuidelijke deel van Deurne, rondom het Te Boelaer- en Boekenbergpark. Het ontwerp maakt deel uit van een project voor een reeks gekoppelde half vrijstaande cottagewoningen met voortuin in de Van Hersbekelei en aansluitende percelen in de Jos Verbovenlei, ontworpen volgens een spiegelend standaardplan. De woningen aan de noordelijke, pare zijde van de Van Hersbekelei (nummers 4, 6, 8, 10, 12) lijken integraal en gefaseerd uitgevoerd tussen 1924 en 1926, waarbij de archiefbescheiden steeds aannemer Vermeiren-Broeckx opgeven als opdrachtgever, die mogelijk gelinkt kan worden aan bovenvermelde bouwmaatschappij. Vermeiren-Broeckx had zijn aannemerspraktijk in de Mortselsesteenweg 15.

In 1927-1928 is het pand verkocht aan Georges-Emiel-Ferdinand Colignon-Heynen, verzender van beroep. In die periode is de woning uitgebreid met een magazijn en enkele jaren later, in 1930, gaf de eigenaar opdracht tot de aanbouw van een veranda. In 1950 onderging het pand herstellingswerken, wellicht ten gevolge van V2-inslag in de Van Notenstraat in december 1944.

De woning sluit aan bij de omgevende bebouwing in de straat, grotendeels bestaande uit burgerhuizen met voortuin in verzorgde art deco, cottagestijl of modernisme, gekenmerkt door een gecombineerd gebruik van baksteenparement met doorgaans strak afgewerkte simili. De cottagewoning vormt vandaag de tegenhanger van het iets later gebouwde nummer 12, met gevels en grondplan volgens een quasi gespiegeld schema. Van de woning is de oude metalen afsluiting vernieuwd en mogelijk is de kasseibestrating een latere aanpassing.

Exterieur

Het twee bouwlagen hoge burgerhuis is opgevat als een half vrijstaande woning onder rood pannendak in overstek, met aan de linkerzijde de toegang tot de woning en tot een werkhuis onder zadeldak achter in de tuin. De architect maakt gebruik van het lange perceel om de woonruimtes achter elkaar te schikken. Zo kreeg het pand een smalle voorgevel van één travee, en een lange volwaardig afgewerkte zijgevel waarin het portaal verwerkt is. Het ontwerp integreert verscheidene kenmerken van de cottagestijl: parementen in de rode baksteen in kruisverband met knipvoeg gecombineerd met contrasterende vlakken in simili en pseudovakwerk in de bovenbouw; een erkerpartij in de voorgevel; benadrukte voor- en zijgevels respectievelijk door een mansardedak en een puntgevel, beide met houten dakrand. Deze elementen zorgen samen met vensterschrijnwerk voorzien van fijne roedeverdeling en onderdorpels in baksteen (recent vervangen in blauwe hardsteen) voor een verzorgd, pittoresk geheel.

De straatgevel wordt bepaald door boven elkaar geplaatste, individueel vormgegeven drielichten: op de begane grond een breed venster met simili-omlijsting geaccentueerd door decoratieve negblokken; op de bovenliggende verdieping een ondiepe erker met trapezoïdaal grondplan, bakstenen borstwering en afdak, en in de dakpartij een zolderlicht. De onderdorpel van het benedenvenster is afgelijnd door een gevelbrede bakstenen rollaag, als horizontaliserend tegengewicht voor het hoge baksteenvolume. De sobere vormentaal wordt doorgezet in de zijgevel, waar het ontwerp lage, verspringende volumes onder overstekende platte daken groepeert, achtereenvolgens het salonvenster en, in de puntgevelrisaliet, inkom en vestibule, aansluitend op de hoger uitgewerkte achterbouw. Het afgeschuinde, drie treden boven het maaiveld gelegen inkomportaal, oorspronkelijk bekleed in schalieleien, is in de bovenbouw quasi integraal in hout afgewerkt als een ensemble van een gestrekte luifel, met geprofileerd lijstwerk (sobere variant van nummer 12) ondersteund door een naar boven toe verjongende zuil op een bakstenen borstwering. Het portaal is geflankeerd door een opvallend groot venster met gehamerd glas ter verlichting van de vestibule. De puntgeveltravee is verder regelmatig ingedeeld met een rechthoekig badkamervenster op de verdieping en daarboven een tweedelig zolderkamerlicht. De dakkapel boven het woonkamervenster is wellicht een naoorlogse aanpassing.

De recente aanpassingen in blauwe hardsteen van de hoge plint (voorheen een gecementeerde plint), vensterdorpels en bordes van het inkomportaal hebben het authentieke karakter enigszins afgezwakt. De invulling van de erker én het grote vestiaireraam is nog oorspronkelijk, maar het overige houten vensterschrijnwerk is vervangen, wellicht met respect voor de oorspronkelijke indeling met kleinroedeverdeling in de bovenlichten en zolderraampjes.

Interieur

De bouwplannen tonen een dubbelhuisindeling, waarbij een centrale hal met omlopende trap onder daklicht de plattegrond op de begane grond opdeelt in voor- en achterruimten. Aan straatzijde een groot salon dat de volledige gevelbreedte inneemt. Achter de traphal is toegang tot de eetkamer / fumoir; een doorgang aan de rechterzijde bedient de keuken met keldertrap. De eetkamer en de keuken met aangebouwd toilet en bergruimten geven uit op de tuin. De eerste verdieping biedt voor- en achteraan ruimte aan (slaap)kamers met een badkamer op het middenplan, terwijl de dakverdieping twee mansardekamers herbergt. Onder hal en salon zijn provisie- en kolenkelders ingericht. Omstreeks 1930 is tegen de bestaande fumoir aan tuinzijde een nog bewaarde veranda gebouwd.

  • Kadasterarchief Antwerpen, Leggers Antwerpen, afdeling VI (Deurne), artikels 1124 en 1967.
  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 329#604, 3294105, 329#5965 en 626#13204.
  • Mondelinge informatie verkregen van Marcel Windey, de eigenaar (januari 2018).

Auteurs: Van den Borne, Steven
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Burgerhuis in cottagestijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305158 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.