is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Modernistische villa
Deze vaststelling is geldig sinds
Villa in gematigd modernisme, gebouwd naar ontwerp van John Van Beurden uit 1931. Opdrachtgever was Joannes-Baptiste Hardies-De Cock, toen werkzaam als maatschappij-bestuurder. De dochter van de architect betrok deze woning in de jaren 1960.
De vrijstaande eengezinswoning met half ondergrondse garage, voortuin en lage bakstenen afsluiting sluit aan bij de veelal verzorgde, modernistisch geïnspireerde woningen in het residentiële gedeelte van de Van Notenstraat, gunstig gelegen tegenover het Te Boelaerpark. Samen met het nummer 13, onderscheidt de woning zich in het straatbeeld door zijn hoog uitgewerkt schilddak met geglazuurde dakpannen.
John Van Beurden, die in 1899 mee aan de wieg stond van de Kring voor Bouwkunde, legde zich voor de Eerste Wereldoorlog even goed toe op klassiek geïnspireerde stadswoningen in Antwerpen als pittoreske cottagewoningen in Sint-Mariaburg, waarvan de realisaties voor zijn schoonvader, beeldhouwer Jan Kerckx en voor diens kinderen getuigen. Vanaf het interbellum realiseerde hij een aantal modernistische projecten zoals het koninklijk Atheneum van Berchem uit 1935-1936, een vormentaal die hij meer gematigd toepast bij de enkele jaren eerder gerealiseerde woning Hardies-De Cock in de Van Notenstraat.
In functie van een optimale bezonning koos de architect voor een inplanting aan noordelijke zijde van het opvallend brede, quasi rechthoekige perceel. Voor de constructie is gewapend beton toegepast voor de vloer op de begane grond en daarboven zijn houten roosteringen voorzien. Van de twee bouwlagen hoge woning kregen alle gevels een volwaardige afwerking met een parement van bruine baksteen in kruisverband met knipvoeg, onder houten kroonlijstgoot. Verder is gebruik gemaakt van simili voor de gevelafwerking, beton voor de luifels en witte natuursteen of kunststeen voor de vensterdorpels.
Ontworpen als één homogeen balkvormig bouwvolume, met hoofdtoegang in de rechter zijgevel en diensttoegang in de linker, valt de ruime woning op door een dominant schilddak met geglazuurde pannen, verwijzend naar de Amsterdamse School maar hier uitgewerkt als een traditionalistische dakkap met kapellen en centraal een hoog oprijzende schoorsteen. Het strakke baksteenvolume kreeg een brede band in simili onder de kroonlijst die het zadeldak een zwevend karakter verleent én daarnaast zorgt voor een contrastwerking in de gevelopstanden. Bovendien maakt de attiek de leesbaarheid van de inwendige niveaus ondergeschikt aan het strak vormgegeven bouwvolume.
De gevelfronten zijn verlevendigd door weloverwogen asymmetrische accenten. Zo is de hoek aan straatzijde terugwijkend opgevat met geïntegreerde garagetoegang en sobere diensttoegang in de zijgevel, terwijl de rechter zijgevel een monumentaal, als risaliet ontworpen inkomtravee heeft, boven het dakniveau doorlopend als standvenster. De getrapt verdiepte toegang in de linker zijgevel is ook toegepast in de woning Van Hersbekelei 19 In de voorgevel is de benadrukte, eerder massieve attiekverdieping geritmeerd door eenvoudige vensterpartijen: symmetrisch geplaatste hoekvensters in de voorgevel; in de zijgevel trapezoïdale erkers die doorlopen tot tegen de ver uitstekende kroonlijstgoot, verwijzend naar de Prairie School van Frank Loyd Wright. In de rechterzijgevel verraden de verticale lichten in de centrale risaliet de achterliggende traphal aan de inkomhal, terwijl dit gevelvlak voor het overige blind uitgewerkt is. De begane grond is geopend door liggende vensters, in de linkerzijde recht onder de erkerpartijen geplaatst, en in de voor- en zijgevel onafhankelijk van de bovenbouw geordonneerd. De sterk horizontaliserende werking wordt nog versterkt door uitspringende gestrekte betonluifels en door de geïntegreerde bloembakken, beneden als geprononceerd metselwerk decoratief benadrukt door verticaal geplaatste bakstenen, in de bovenbouw uitgevoerd als brede houten goten.
De vensterpartijen zijn ingevuld met nog bewaard fijn metalen schrijnwerk en ook de geometrisch beglaasde toegangsdeuren zijn nog aanwezig.
De onderkelderde woning is opgevat als een dubbelhuisstructuur met centrale inkom, vestibule traphal die de eerste verdieping ontsluit en aanpalend een eveneens centrale diensttoegang met traphal die alle niveaus bedient. Als geheel deelt dit centraal circulatieblok de woning in met een voor- en achterzone. Aan straatzijde is vanuit de vestibule toegang tot de huiskamer in de brede travee die middels drie treden verbonden is met de studio in de smalle travee. Aan tuinzijde ontsluit de vestibule de eetkamer die verbonden is met de keuken. Deze laatste is vanaf de zijgevel toegankelijk langs de diensttoegang en bedient achteraan een pomphuis dat middels drie treden naar de tuin leidt. De topverdieping herbergt in de brede travee, voor- en achteraan een slaapkamer en tussenliggend een badkamer tegen de traphal. In de smalle travee aan de zijgevel zit van straat naar tuin een studio met achter de diensttrap een slaapkamer. Achteraan nog een annexe achter de slaapkamer, uitkijkend op de tuin. Wellicht in functie van inwonend personeel, herbergt de dakverdieping aan de straat en de tuin telkens een mansardekamer verbonden langsheen een doorgang op het middenplan, waar ook een bewaarplaats en nog een extra ruimte voorzien is. Het kelderniveau herbergt achter de garage en de aansluitende diensttrap een kolenkelder en een verwarmingsruimte. De brede travee wordt van voor naar achter ingenomen door een provisiekelder, een doorgang met wijnkelder en bewaarplaats en achteraan een waskelder.
Auteurs: Van den Borne, Steven
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Van Notenstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Modernistische villa [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305168 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.