Modernistisch burgerhuis gebouwd door de Maatschappij Entreprises Financières et Commerciales naar ontwerp uit 1935, voor Antonius-Josephus Cops-Hanssen, beroepsmatig controleur-landmeter van het kadaster. Het gaat om een verkoop op plan, zoals de bouwpromotor er verscheidene realiseerde tijdens de jaren 1930 in het zuidelijk gelegen, meer gegoede deel van Deurne, rondom het Te Boelaer- en Boekenbergpark. Het bouwdossier bevat geen plannen.
De rijwoning met voortuin sluit aan bij de veelal verzorgde, modernistisch geïnspireerde woningen in het residentiële gedeelte van de Van Notenstraat, gunstig gelegen tegenover het Te Boelaerpark. De voortuin was oorspronkelijk afgezoomd door een nu vervangen lage bakstenen muur met buismetalen afscheiding tussen de toegang tot het inkomportaal en de inrit tot de half ondergrondse garage.
De modernistische woning sluit qua vormgeving, materiaalgebruik en kleurstelling aan bij de enkele jaren eerder opgerichte buurwoning naar ontwerp van Walter Van den Broeck (nummer 7). Een in het gevelvlak uitgewerkte, brede schoorsteen zorgt voor een visuele scheiding tussen de beide woningen. De twee traveeën brede en twee bouwlagen hoge lijstgevel kreeg een geelbruin baksteenparement in halfsteens verband met Dudokvoeg - dieperliggende lintvoegen en platvolle stootvoegen -, contrasterend beëindigd door een gelede dakrand. Centralistisch van opzet, wordt het gevelontwerp bepaald door een ritmisch evenwicht van horizontale en subtiel verspringende verticale delen. Net als bij de aanpalende woning Van Rossem is geopteerd voor een eigentijdse interpretatie van de klassieke enkelhuisindeling met smalle inkomtravee en brede venstertravee, die bij de woning Cops-Hanssen echter minder sculpturaal en gematigder opgevat is. Op de begane grond sluit een hoog verdiept inkomportaal met bovenlicht aan op een ondiepe rechthoekige erker die onderaan doorloopt in de garage. Bovenaan is de erker voorzien van een hoge borstwering, in afstekende zwarte baksteen, met bekronend buismetalen balkon en daarop uitgevende vensterpartij, die rechts lager uitgewerkt is als deur en aan linkerzijde slechts gescheiden door een smal muurdeel van een verticaal licht boven het inkomportaal. Het houten vensterschrijnwerk kreeg een asymmetrische indeling. De oude toegangsdeur en garagepoort zijn verdwenen en het schrijnwerk vervangen in kunststof met traditionalistische kleinroedeverdeling, ingrepen die samen met de verdwenen afwerking van de voortuin de contrastwerking in de gevel hebben afzwakt. Het driedelig buismetalen balkon, als horizontaliserend en verbindend element tussen de begane grond en de bovenbouw, is wel nog aanwezig.
Gezien de bouwplannen niet bewaard zijn in het dossier is de binnenindeling vooralsnog niet gekend. Wellicht betreft het een eigentijds opgevatte enkelhuisopdeling met dienstvertrekken in de inkomtravee, leefvertrekken in de brede travee en slaapkamers op de verdieping.
- Kadasterarchief Antwerpen, Legger Antwerpen, afdeling VI (Deurne), artikels 1938 en 2764.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 329#12020.