De ijzerstandsteengroeve heeft de vorm van een trechter waarvan de uitgang langs de noordhelling afhelt. Het bestaan van de steengroeve wordt vermeld in 1441 als de ‘putte’ waaruit de heer steen liet trekken. Het is de oudst gekende vermelding van een Wezemaalse steengroeve.
Op de Hagelandse heuvels komen op verschillende plaatsen ijzerzandsteengroeven voor. De ontginning van deze roestbruine stenen waren belangrijk voor het bouwen van religieuze en burgerlijke gebouwen. Deze steengroeve behoorde toe aan de heer van Wezemaal, in de 17de tot midden 19de eeuw was dit de familie d’Ursel. Uit rekeningen blijkt dat de rentmeester van Wezemaal regelmatig stenen liet winnen op de Wijngaardberg, over welke van de drie groeven dit gaat is niet duidelijk. De stenen werden onder andere gebruikt voor herstelwerkzaamheden aan de watermolen van Wezemaal. De groeven werden hier niet verpacht en de heren van Wezemaal lieten enkel occasioneel stenen ontginnen voor eigen gebruik (Van Driessche 2015).
De kleinere stenen of schollen die voor de bouw van huizen of andere kleinere constructies werden gebruikt, zijn meestal niet afkomstig uit de groeven zelf, maar werden gewonnen in kleine ondiepe kuilen rond de groeven, op akkers en in holle wegen.
- NATUURPUNT. 2014: De Wijngaardberg in Wezemaal,een erfgoed- en natuurmonument van Europees belang. Leuven.
- VAN DRIESSCHE, T. 2015: ‘van goeden koerliken Rotcelaerstene wel endereynlic ghehouwen' Winning en toepassing van Diestiaanijzerzandsteen in het Hageland van de middeleeuwen tot de 20ste eeuw. Relicta. Archeologie, Monumenten- en Landschapsonderzoek in Vlaanderen, 13, 7-124, Brussel.