Betonnen militaire constructie, gelegen tegen de rand van een grasland ten noorden van de Ropstraat, ten zuiden van de Stuurstraat, ten westen van de Zandstraat. De bunker maakt deel uit van een cluster bunkers, die min of meer op één lijn liggen. Historisch overzicht Duitse bunker uit de Eerste Wereldoorlog, opgetrokken als onderdeel van de 'Westabschnitt'. Dit is een Duitse bunkerlinie uit de Eerste Wereldoorlog, die is aangelegd als onderdeel van de 'Stellung Antwerpen'. De bunkerlinie is ongeveer twaalf kilometer lang en situeert zich tussen de Schelde stroomopwaarts, ter hoogte van Fort Steendorp (Temse) tot de polders van Beveren. De meeste bunkers van de 'Westabschnitt' waren opgetrokken volgens gestandaardiseerde ontwerpen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden deur- en andere muuropeningen op bevel van de Duitse bezetter dichtgemaakt, opdat de bunkers niet door het verzet of parachutisten zouden gebruikt worden.

Het betreft een type bunker, dat bedoeld was als 'Unterstand', dit betekent als onderkomen voor manschappen. Kenmerkend bij dit type bunker zijn de T-vormige plattegrond, de gebogen hoeken en randen aan de voorzijde en de twee toegangen aan de achterzijde van de bunker.

Beschrijving

Militaire constructie uit gewapend beton met een uitspringend deel centraal aan westelijke zijde. De totale afmeting van de constructie bedraagt min of meer 8,4 x 4,2m. Het beton is gegoten tegen een houten bekisting. Het dak is gegoten op een plafond van gegolfde plaatijzers, die tussen ijzeren liggers zijn aangebracht. Het dak van de bunker is achteraan in de vorm van een licht zadeldak uitgewerkt, terwijl de bovenste rand van de achtergevel vlak is. De randen van het dak en de hoeken aan voorzijde (westelijke zijde) en zijkanten zijn afgerond. Op het beton is een bijkomende afwerkingslaag aangebracht.

Aan oostelijke zijde zitten twee toegangen, waarvan de rechtertoegang is dichtgemetseld. Tussen de twee toegangen zijn twee ronde openingen zichtbaar, evenals enkele kleinere uitsparingen, onder meer bij de deuropeningen.

Via een L-vormige gang en een tweede deuropening werd langs elke zijde toegang verschaft tot de centrale ruimte. In de binnenmuren zitten nissen en openingen, evenals enkele kleinere ijzeren elementen.