is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Gedenkplaat voor de Karabiniers
Deze vaststelling is geldig sinds
Gedenkplaat voor de Karabiniers aan de gevel van Generaal Lotzstraat nummer 15.
Gedenkplaat die herinnert aan de slachtoffers van de Karabiniers, omgekomen tijdens de gevechten, die volgden op de eerste Duitse gasaanval van 22 april 1915.
Toen de Eerste Slag bij Ieper gestreden was (18 oktober – 22 november 1914) hadden de Duitse troepen zich op de hoger gelegen gebieden in een wijde boog omheen Ieper ingegraven. Na de eerste oorlogswinter wilde de Duitse legerleiding de patstelling doorbreken door de inzet met een nieuw wapen: stikgas. Zowel op het oostelijke als op het noordelijke deel van de Ieperboog werden cilinders met chloorgas ingegraven door speciaal opgeleide Duitse genietroepen. Op 22 april 1915, om 17 uur, toen de wind uit het noorden kwam, werden de ventieltjes van zo'n 5000 cilinders opengezet tussen Schreyboom (halfweg tussen Langemark en Poelkapelle) en Steenstrate. De beschaving maakte voor het eerst kennis met chemische oorlogvoering… De frontbezetting aan geallieerde zijde zag er vóór de gasaanval als volgt uit: ten noorden van de brug van Steenstrate lag de Belgische 6de legerdivisie langs de westelijke kanaaloever. Tussen Steenstrate tot ten noorden van Langemark lag de 87ste Franse Territoriale Divisie (die bestond uit oudere reserve-soldaten, de zogenaamde Pépères); aansluitend tot aan de Brugseweg ten zuiden van Poelkapelle lag de 45ste Algerijnse Divisie (ook wel les Joyeux genoemd). Vanaf de Brugseweg lag de Canadese 1ste Divisie tot aan 's Graventafels, waar Britse divisies (respectievelijke 28ste, 27ste en 5de Divisie) het front overnamen. Tegenover deze eenheden lagen de Duitse troepen, die veel sterker in getale waren: tegenover de Belgen lag de 45ste Reserve Divisie; tegenover de twee Franse divisies lagen de 46ste, 52ste en 51ste Reserve Divisie, met de 4de Marinebrigade in reserve; tegenover de Canadezen lagen de 2de Reserve Ersatz Brigade en de 38ste Landwehr Brigade, met de 37ste Landwehr Brigade in reserve. Tegenover de Britten ten slotte lagen respectievelijk de 53ste en 54ste Reserve Divisies, de 39ste en 30ste Infanteriedivisies en de 3de Beierse Divisie. Vooral de twee Franse divisies zouden de gaswolk over zich heen krijgen. Velen stikten in de eerste lijn, anderen vluchtten in paniek weg. De chaos was compleet. Beschermd met Riechpäkchen tegen het chloorgas trokken de Duitsers vijftien minuten na het loslaten van het gas ten aanval. Ze trokken op tot de hoogte van Pilkem en het bos ten zuidwesten van Sint-Juliaan (Kitchener's Wood). Op enkele uren tijd was een kilometerslange bres geslagen in de geallieerde verdediging. Die avond groeven de Duitse troepen zich echter in, wat tactisch gezien een kapitale fout zou betekenen, althans vanuit Duits standpunt: Ieper lag die avond namelijk voor het grijpen…. Na de gasaanval zou hevig gevochten worden in de omgeving van Steenstrate. De Belgische grenadiers, die zich de 22ste april om 17 uur ten noorden van Steenstratebrug bevonden, waren vreemd genoeg gespaard gebleven van de giftige gaswolk. Deze grenadiers poogden er met mitrailleurvuur, een winkelhaak-opstelling en met de steun van niet-gevluchte Franse troepen, de Duitse aanvallen ter hoogte van Steenstrate tegen te houden. Niettemin slaagden de Duitsers erin het Kanaal Ieper-IJzer over te steken. De 24ste april slaagden de Duitsers erin het gehucht Lizerne te veroveren en door te stoten richting Zuidschote. De Belgen werden nu in hun flank bedreigd, temeer de Duitsers opnieuw chloorgas inzetten. Uiteindelijk zouden Franse troepen, met de hulp van Belgische artillerie, erin slagen het gehucht Lizerne te heroveren op 27 april. Midden mei werden de Duitsers over het Kanaal teruggedreven.
Bij de gevechten rond Steenstratebrug waren naast diverse Franse eenheden (onder meer 87 D.I.T., 45 D.I.T., 153 D.I.) Belgische grenadiers, karabiniers en manschappen van het 3de en 4de linieregiment betrokken. Rechts, bij Sint-Juliaan, waren het de Canadezen die op hun flank de aanvallende Duitsers het hoofd moesten bieden. Weldra werden ze bijgestaan door haastig bijgehaalde troepen: de Indische Lahoredivisie, Britse bataljons die in reserve van het front bij Ieper lagen (Geddes Brigade), een Marokkaanse brigade, de eerste Britse territoriale divisie (50th Northumbrian), de beroepssoldaten van de 4de divisie en de elitetroepen uit de 3de cavaleriedivisie. De gevechten zouden ruim een maand duren. Meter na meter rukten de Duitsers op over de Pilckem Ridge en door Kitchener's Wood, richting Wieltje. Daardoor kwam de rest van de grote boog in het noordoosten en oosten van de Ieperboog in gevaar ('s Graventafel, Zonnebeke, Polygoonbos) en werd op 5 mei 1915 strategisch ontruimd. Op Mauser Ridge (ten zuiden van Pilkem) en bij Mouse Trap Farm (ter hoogte van waar nu de autoweg stopt) werden nog verschillende aanvallen ingezet tot de slag ophield op het einde van de zeer bloedige 24ste mei 1915.
Rechthoekige bronzen plaat met uitgespaarde bovenhoeken en geprofileerde randen. 'Aan de Doden der Karabinierseenheden die Hier aan de eerste Duitse gasaanval weerstonden April 1915', 'De Verbroederingen der 2K en 4K 14-18', 'Aux Morts des unités de Carabiniers qui s'opposèrent Ici à la première attaque Allemande par gaz Avril 1915', 'Les Fraternelles des 2C en 4C 14-18'; boven en onder kentekens van de karabinierseenheden namelijk een woudhoorn en een karabiniershoed. Volledig uitgevoerd in vlakreliëf. Hoogte 69,5 cm x breedte 109 cm Uitvoering: Schoolmeesters (gesigneerd).
Bron: WOI Relict (605): Gedenkplaat voor de Karabiniers (Zuidschote - WOI)
Auteurs: Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Zuidschote
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Gedenkplaat voor de Karabiniers [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305398 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.