De wegkapel toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw, ligt op de splitsing met de Plasstraat. Op het kadaster wordt ze samen met de hoeve (Plasstraat 127) in 1861 ingetekend op een leeg perceel; Johannes Verbesselt, landbouwer, wordt vermeld als erfpachter 'bail emphytéotique'. Een hardstenen gevelplaat verwijst naar de oprichting in 1861 door I. Crockaert. Volgens literatuurgegevens was Isidoor Crockaert een grootgrondbezitter die op dat ogenblik in de hoeve woonde links van de kapel (huidig nummer 24) en de kapel oprichtte om de genezing te verkrijgen voor zijn zus, wiens been was geamputeerd.
De bakstenen kapel heeft een rechthoekige plattegrond van één travee en een driezijdige koorsluiting onder een overkragend kunstleien zadeldak, aan de voorzijde afgewerkt met decoratief uitgesneden windborden en bekroond door een smeedijzeren kruis. Puntgevel met neoclassicistisch uitzicht getypeerd door een trapsgewijs verdiept rondbogig spaarveld tussen pilasters met eenvoudig lijstkapiteel en een bekronende oculus. Houten vleugeldeur met smeedwerk voor de beglaasde bovenpanelen en een rondboogvormig bovenlicht met waaiervormige ijzeren roeden. Aan weerszijden van de deur een hardstenen gevelplaat met inscriptie: de linkse is nagenoeg onleesbaar 'Crockaert/ Slachmuylders/ P. Verboven pastor', rechts: 'I. CROCKAERT/ 1861'. Aan de achterzijde resten van een haag. Eenvoudig bepleisterd en beschilderd interieur met dito altaar waarboven een rondboognis met gepolychromeerd plaasteren Mariabeeld.
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen en bijhorende mutatiestaten, Meise, afdeling I (Meise), 1861/12.
- BETTESONE A. 2008: Geschiedenis over Rode-Eversem-Limbos en de parochie Sint-Brixius te Meise, Brixius, 79-80.
- HEYVAERT J. 2005: Meise. Van oorsprong tot 1940, Meise, 164.