Neoclassicistische dokterswoning met ommuurde achterliggende tuin, kadastraal geregistreerd in 1879 als nouvelle construction in eigendom van Henricus Aloysius Josephus Van Cauwelaert-Lavaux, docktoor. De woning werd gebouwd op een vrij ruim perceel op de Lindekouter, aan de oostelijke rand van het dorp, op ongeveer 300 meter van het Gemeenteplein. Vrij snel werd de woning gevoelig uitgebreid in eigendom van dezelfde eigenaar; op dat ogenblik kreeg de woning een lagere aanbouw links en rechts; deze werken werden kadastraal ingetekend in 1887. In 1910 werd op het kadaster de verkoop geregistreerd aan Edouard Crick-Vygen, griffier Wolvertem. Tegelijkertijd werd de woning vergroot, voortgaande op de mutatieschetsen vooral aan de achterzijde. Als jaar van ingebruikname wordt 1909 aangegeven. Naderhand kwam de woning in het bezit van de congregatie Dochters van Maria. Het geheel werd sterk uitgebreid met een nieuwbouw vooral in oostelijke richting om er een kostschool in onder te brengen. De kadastrale registratie gebeurde in 1934 in opdracht van de Vereeniging zonder winstgevend doel Gesticht der Dochters van Maria Willebroek, waarbij het huis muteerde naar school. Langs de straat werd het toenmalige domein afgesloten door een laag bakstenen muurtje waarop een ijzeren hekwerk, gevat tussen bakstenen pijlertjes. De Kostschool voor kleine jongens (zie oude prentkaarten) is evenals het hekwerk langs de straat inmiddels verdwenen en vervangen door een tuincentrum. Achter de woning ligt de volledig ommuurde tuin, vermoedelijk een siertuin met een grootte van 51,5 are.
Goed bewaard, bepleisterd en beschilderd breedhuis van vijf traveeën, een souterrain en twee bouwlagen onder leien schilddak met de nok parallel aan de straat. Lijstgevel met dubbelhuisopstand aan de straat, geopend door rechthoekige muuropeningen: eenvoudige keldervensters onder hardstenen latei, de overige vensters en deur zijn gevat in een geriemde stucomlijsting met vrij zware, uitgewerkte sluitstenen, boven de deur in de vorm van een cartouche. De borstweringen zijn versierd met spiegels. Met uitzondering van de deur werd het schrijnwerk vernieuwd. De geprofileerde puilijst en het klassiek uitgewerkte hoofdgestel met casementen en houten omlopende kroonlijst op klossen verlenen de gevel een horizontaal accent. De verhoogde begane grond is toegankelijk via een steektrap. De later toegevoegde rechtse aanbouw is momenteel in gebruik als garage.
De ommuurde tuin achter de woning bleef bewaard; bij de inventarisatie van de tuin op 2 juni 2008 waren er nog drie bruine beuken (Fagus sylvatica 'Atropunicea') in de achtertuin die tot de oorspronkelijke beplanting behoorden en een bruine beuk (447 cm stamomtrek) langs de straat rechts van de villa, mogelijk een 'bundelboom'. Inmiddels is deze laatste verdwenen.
Van twee bomen werd de stamomtrek gemeten, weergegeven in centimeters in vet. De omtrek wordt standaard gemeten op 150 cm hoogte.
- bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') 428
- bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') 447
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen en bijhorende mutatiestaten, Meise, afdeling II (Wolvertem), 1879/9, 1887/17, 1910/30, 1934/47.
- DENEEF R. 2011: Historische tuinen en parken van Vlaanderen - Noordwestelijk Vlaams-Brabant: Affligem, Asse, Grimbergen, Kapelle-op-den-Bos, Londerzeel, Meise, Merchtem, Opwijk, Wemmel, Brussel: Vlaamse Overheid. Agentschap Onroerend Erfgoed, M&L cahier 20, 242.