Kleine Lourdesgrot, ingeplant op de oever van de Molenbeek, opgebouwd uit rotsblokken in combinatie met cementrustiek, vermoedelijk gebouwd in het eerste kwart van de 20ste eeuw, aangezien ze is aangeduid op de topografische kaart van 1930, maar niet op die van 1904. Volgens J. Lefèvre en anderen werd ze opgericht door G. t’Kint in 1907 voor een bekomen genezing. Ze zou zijn ingewijd op 15 september 1907. Elders in dezelfde bron wordt 1904 aangehaald als bouwjaar. Op een oude prentkaart wordt de grot trouwens ook bestempeld als eigendom van de heer G. t’Kint.

De holte onderaan bevat een beeld van de knielende Bernadette, en is afgezet met een ijzeren hek. Het aanwezige altaar bestaat uit een hardstenen blad op een basis van imitatiestronken en wordt bekroond door een kruis, eveneens van imitatiehout. Rechts boven is er zoals gebruikelijk een nis met het beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes. Een tweede beeld van de knielende Bernadette bevindt zich buiten de grot. Vermoedelijk werd het beeld in de grot later toegevoegd.