Meisjesschool met bijhorend klooster uit het einde van de 19de eeuw.

Historiek

Het onderwijs van meisjes in Rossem werd op het einde van de 19de eeuw toevertrouwd aan de zusters van de Christelijke scholen van Vorselaar. In 1898 werd grond aangekocht van de kerkfabriek van Sint-Medardus. Al op 1 oktober 1899 waren de bouwwerken van het klooster en drie klaslokalen beëindigd. Op het kadaster werden de gebouwen geregistreerd in 1900.

Aanvankelijk waren er twee klassen voor het lager onderwijs en één kleuterklas. In 1920 was een vierde klaslokaal nodig en volgde een uitbreiding van de klassenvleugel met twee traveeën. Vandaag zijn de gebouwen in gebruik als ontmoetingscentrum voor de plaatselijke verenigingen.

In 1945 werd de kapel rechts van het klooster aan de zusters geschonken uit dankbaarheid; ze was er opgericht door Lucie De Hondt in 1894, zie gedenksteen, maar volgens de mutatieschetsen van 1900 vergroot en verschoven. Ze werd in 1949 herbouwd in haar huidige vorm naar aanleiding van het 50-jarige bestaan van het klooster en de bijhorende school, zie gedenksteen links in de eerste trede van de steektrap die naar de boven het straatniveau gelegen kapel leidt: 'Aan/ de zusters/ geschonken 1945/ en herbouwd in 1949/ ter gelegenheid van/ het 50-jarig bestaan/ van klooster en/ school'. De kapel deed dienst als huiskapel voor de zusters. Een tweede gedenksteen rechts is afkomstig van de oudere kapel die op dezelfde plaats was ingeplant: 'opgericht/ ter eere van/ O.L.V. van VII weeën/ en ter gedachtenis van/ P.J. Larivière/ overleden/ op 17 meert 1894'.

Beschrijving

Het uitzicht van het klooster sluit aan bij de toen gangbare doorsnee-architectuur: een onderkelderd, bakstenen breedhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder een pannen zadeldak met de nok parallel aan de straat. De lijstgevel met dubbelhuisopstand op hardstenen plint wordt gemarkeerd door gevelhoge spaarvelden met een aflijnende overhoekse baksteenfries voor de venstertraveeën. Licht getoogde muuropeningen in een vlakke bakstenen omlijsting met contrasterende hoek- en sluitstenen van witsteen. Het schrijnwerk bleef bewaard. De deur wordt bekroond door een rondbogige gevelniskapel in een witstenen omlijsting met gegroefde pilastertjes en een diamantkopsluitsteen. In de nis staat een Sint-Jozefbeeld. Deze kapel vormt de enige externe verwijzing naar de religieuze functie van het gebouw, als klooster voor de onderwijzende zusters.

De links aanpalende schoolvleugel van één bouwlaag onder een pannen zadeldak, telde in oorsprong zes traveeën en werd naderhand links uitgebreid met twee traveeën, zie bouwnaad en verschil in baksteen. De lijstgevel aan de straat heeft een gecementeerde plint en wordt geritmeerd door rechthoekige spaarvelden, afgelijnd door een overhoekse baksteenfries, hiermee aansluitend bij het uitzicht van het klooster. De oorspronkelijk getoogde vensters zijn vervangen door grote rechthoekige vensters onder betonnen latei, vermoedelijk in functie van een betere lichtinval voor de klaslokalen. Het uitzicht van de speelplaatsgevel sluit hier bij aan, maar is deels verborgen achter latere aanbouwsels.

Eenvoudige bakstenen kapel onder pannen zadeldak met de nok loodrecht op de straat. Ondanks haar eenvoud sluit het uitzicht perfect aan bij de bouwperiode. Puntgevel aan de straat, gemarkeerd door sierankers, hoeksteunberen en een aandak met schouderstukken. Boven de rondboogdeur, gevat in een witstenen omlijsting, is er een in het metselwerk uitgespaard kruis.