Dit ensemble van twee burgerhuizen torent boven de naastliggende burgerhuizen van de Erasme Ruelensvest uit omwille van de uitstekende tuitgevel bij nummer 73. Dit ensemble werd gerealiseerd naar een ontwerp van Theo Van Dormael in een bouwdossier van 1902. De opdracht voor de bouw van de twee woningen werd gegeven door Flor. Debecker.
Beide woningen tellen elk twee traveeën en drie bouwlagen, in repeterend schema naast elkaar geplaatst. Een hardstenen plint met rechthoekige kelderopeningen reikt tot aan de vensters op het gelijkvloers. Hierboven prijkt een bakstenen gevel, gesierd door op beide gevels doorlopende, horizontale en wit geglazuurde bakstenen sierlijsten. Deze lijsten resulteren, in combinatie met een doorlopende puillijst tussen de twee onderste bouwlagen, in een horizontaliserend effect. Nummer 73 onderscheidt zich uitdrukkelijk van nummer 71 omwille van de vooruitspringende rechtertravee en de neo-Vlaamserenaissance-tuitgevel. Deze in bak- en zandsteen uitgewerkte tuitgevel doorbreekt een geprofileerde houten kroonlijst met consoles.
Een rechthoekige deur met drie treden, hardstenen omlijsting en een rondboogvormige bovenlicht boven een hardstenen latei verschaft de toegang tot de woning. Segmentboogvensters afgewerkt door middel van een bakstenen rollaag met een platte laag in wit geglazuurde baksteen. Hoekstenen en geprofileerde sluitstenen werden uitgewerkt in witte natuursteen. In de venstertravee, bevinden zich op de eerste verdieping deurvensters met een balkon, voorzien van een decoratieve, smeedijzeren balustrade en ondersteund door hardstenen consoles (bewaard bij nummer 73, vervangen door een exemplaar in moderne vormentaal bij nummer 71). Het originele, witgeschilderde, houten schrijnwerk, bestaande uit een vast raam en twee opengaande delen met bovenlicht bleef bewaard bij nummer 73. Zowel de tuitgevel als de kroonlijst met consoles werd reeds gerestaureerd. Ook bij nummer 71 bleef de kroonlijst bewaard, het schrijnwerk werd echter vernieuwd.
De woning is ingedeeld met een klassieke enkelhuisplattegrond. De hal met trappenhuis zit in de deurtravee, verlicht door segmentboogvensters op de verdiepingen. Een smallere achterbouw, keuken en bijkeuken bevinden zich in het verlengde van deze travee. De bredere rechter travee omvat per verdieping twee of drie achter elkaar gelegen vertrekken, onderling verbonden.
- Stadsarchief Leuven, Modern Archief, dossier 1902/4 (bouwvergunning 08.04.1902).