is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Gekoppelde burgerhuizen
Deze vaststelling is geldig sinds
De twee gekoppelde burgerwoningen in neotraditionele stijl werden opgericht voor Ed. Creteur en Goemans naar een ontwerp uit 1931 van de lokale bouwmeester en landmeter Frans Vandendael. Deze bouwmeester woonde iets verderop in dezelfde straat, op nummer 49. Een voorkeur voor traditionele architectuur is kenmerkend voor de woningen in het oeuvre van Vandendael en kenmerkt de twee ontwerpen in de Jules Vandenbemptlaan.
De twee bijna identieke woningen zijn spiegelend gekoppeld, en gevat onder een groot rood pannen schilddak. Het ensemble is vrijstaand tussen de andere bebouwing in de straat, dieper ingeplant op een ruim perceel, zoals dit ook bij de bouwaanvraag een vereiste was. Hierdoor werd een voortuin gecreëerd, aanvankelijk van de straat gescheiden door middel van een afsluiting, welke verschillend werd uitgewerkt voor beide woonhuizen. Nummer 59 had vermoedelijk aanvankelijk hekwerk tussen bakstenen pijlers. Enkel de pijlers (met een ingewerkte brievenbus) bleven behouden. Ter hoogte van nummer 61 sluit een laag muurtje met korte pijlers in ruw bewerkte hardsteen de voortuin af van het voetpad.
Beide woningen vertonen erg grote gelijkenissen, maar onderscheiden zich van elkaar door enkele onderlinge verschillen. De grote lijnen van de opbouw en gevelafwerking zijn dezelfde. Ook het materiaalgebruik is doorlopend. Zo tellen beide woningen twee traveeën en twee bouwlagen op een hoog souterrain. Een half bovengrondse kelderverdieping ligt vervat in een plint van vierkante breukstenen van verschillend formaat, uitgewerkt als sokkel van de woningen. Door het hellend karakter van het perceel is deze plint langs de voorgevel verdiepingshoog en wordt deze tot een lage plint gereduceerd langs de zij- en achtergevels. De gelijkvloerse verdieping, boven het straatniveau gelegen, heeft een parement van rode baksteen. De bovengevels – de eerste verdieping en zolderverdieping - werden opvallend uitgewerkt door middel van imitatievakwerkbouw, onder invloed van de cottagestijl. De stijlen van dit vakwerk zijn donkerbruin, de invulling bestaat uit een ruwe witte pleister. Of dit contrast tussen wit en donkerbruin origineel is, is onzeker gezien de bouwaanvraag het vakwerk geen kleur of contrast toeschrijft. De nadruk ligt bij iedere woning op de centrale venstertravee, bekroond door een beeldbepalende puntgevel met een mansardedak, voorzien van imitatievakwerk. De kelderverdieping wordt ter hoogte van deze traveeën opengewerkt door middel van een garagepoort. Driezijdige erkers met een bakstenen basement en een zwarte leien bedaking verlevendigen de gelijkvloerse verdieping. De verdieping en de puntgevel werden bij ieder pand voorzien van grote rechthoekige vensters, ingepast in het vakwerk. De zijdelingse deurtraveeën werden bij iedere woning verschillend uitgewerkt. Bij nummer 59 is het portaal toegankelijk via een parallel met de woning lopende trappenpartij met een witgeschilderde houten leuning. Deze trappenpartij werd vooruitspringend uitgewerkt, in dezelfde breuksteen als de plint. De voordeur ligt vervat in een rondboogvormige bakstenen rollaag, langs de zijkanten van zandstenen negblokken voorzien. De toegang van nummer 61 werd monumentaler vormgegeven. Een trappenpartij, haaks op de woning, verbindt de voortuin met een groot rondboogvormig portaal. De trappenpartij in breuksteen werd bij een recente heraanleg van de voortuin verlegd. Dit portaal ligt eveneens vervat in een rondboogvormige bakstenen rollaag met zandstenen omlijsting en sluitsteen, langs de zijkanten van zandstenen negblokken voorzien. Achter dit portaal bevindt zich een inpandige inkomhal, vanwaar een rondboogvormige voordeur de toegang tot de woning verschaft. Beide woningen werden ter hoogte van de eerste verdieping voorzien van een identiek rechthoekig venster.
Beide zijgevels werden identiek uitgewerkt. De eerste bouwlaag werd op verschillende plaatsen opengewerkt door middel van rechthoekige vensters, steeds voorzien van een bakstenen rollaag. De dakrand van het schilddak wordt doorbroken door middel van een kleine dakkapel met mansardedak, voorzien van een eenvoudig venster vervat in het imitatievakwerk. In de achtergevel is de kelderverdieping in breuksteen herleid tot een smalle plint. De uiterste traveeën hebben op het gelijkvloers een bakstenen uitbouw. De twee centrale traveeën werden elk door middel van een grote vensterpartij met achterdeur opengewerkt als veranda. De eerste verdieping werd regelmatig uitgewerkt door middel van vier grote vensterpartijen, één per travee. Deze in de uiterste traveeën omvatten deuren naar de voorliggende balkons ter hoogte van de aanbouwen op de gelijkvloerse verdieping. De zolderverdieping telt vier dakkapellen. Drie schoorstenen doorbreken het dakschild.
De plattegronden van beide woningen werden aan elkaar gespiegeld. Het betreft een traditionele enkelhuisindeling. In de deurtravee situeert zich telkens de hal, iets anders uitgewerkt bij de twee woningen, maar beiden komen ze uit op de achterliggende vierkante traphal. Deze hal verbindt de kelder en garage met de zolderverdieping. De uiterste traveeën omvatten naast de inkom- en trappenhal een grote keuken, uitkijkend op de achtertuin. De centrale venstertraveeën omvatten per woning een grote woonkamer, door middel van de erker uitkijkend op de voortuin en de straat. De woonkamer wordt erachter gevolgd door de eetkamer en de veranda.
Beide woningen werden naar hetzelfde ontwerp van 1931 gerealiseerd en bleven erg gaaf bewaard. Het schrijnwerk ter hoogte van nummer 61 werd echter reeds gewijzigd. Hierbij werd afgeweken van het originele schrijnwerk zoals nog zichtbaar ter hoogte van nummer 59. De witgeschilderde houten ramen, steeds voorzien van een fijne horizontale en verticale roedeverdeling, werden vervangen door een gelijkaardig type raam waarbij de roedeverdeling werd beperkt tot de bovenlichten. Ook de bedaking en de kroonlijst werden vernieuwd bij deze woning. De originele houten voordeur en garagepoort, beide met bovenlicht bleven bij beide woningen intact bewaard.
Auteurs: Elsen, Liedewij
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Heverlee
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Gekoppelde burgerhuizen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305590 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Leuven
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.