erfgoedobject

Villa in regionalistische stijl

bouwkundig element
ID
305592
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305592

Juridische gevolgen

Beschrijving

De villa in regionalistische stijl werd gebouwd voor Werner Janssen naar een goedgekeurde bouwaanvraag uit 1933 opgemaakt door architect Paul Van Dormael, zoon van Theo Van Dormael. Vader en zoon waren erg actieve architecten in Heverlee waaronder in de Jules Vandenbemptlaan alsook in de parallel lopende Kardinaal Mercierlaan. Met deze monumentale villa uit 1933 sluit Paul Van Dormael nog erg aan bij het werk van zijn vader Theo Van Dormael. Beiden gingen in eerste instantie vaak samen te werk. De realisaties uit deze periode stonden sterk onder invloed van een historiserende architectuurstijl, al dan niet met regionalistische en cottagekenmerken. Talrijke villa’s uit deze periode bevinden zich in de Kardinaal Mercierlaan en de Jules Vandenbemptlaan.

De contextwaarde van deze villa schuilt in het geheel van opeenvolgende villa’s op grote percelen, in vele gevallen achterin gelegen, die het overgrote deel van de Kardinaal Mercierlaan, de Jules Vandenbemptlaan en de Koning Leopold III-laan kenmerkten. Deze straten waren een geliefde woonplaats voor de welgestelde bewoners van Heverlee, vaak personeel (professoren) verbonden aan de Leuvense universiteit. Grote, vrijstaande villa’s werden opgetrokken in een verscheidenheid aan stijlen.

De vrijstaande woning is dieper op het perceel gelegen, zoals dit ook bij de bouwvergunningg een vereiste was. Hierdoor werd een voortuin gecreëerd, van de straat gescheiden door middel van een afsluiting. Of deze afsluiting, vandaag slechts bestaande uit twee pijlers, ook deel uitmaakte van het ontwerp uit 1933, is niet geweten. De erg monumentale villa telt twee traveeën en drie bouwlagen onder een indrukwekkend mansardedak van zwarte leien, doorbroken door verschillende dakkapellen. De garage- en kelderverdieping telt twee niveaus. Vanwege het hellende karakter van het perceel is het eerste kelderniveau volledig vanop de straat toegankelijk, daar waar dit ter hoogte van de achtertuin niet het geval is. Het tweede niveau bevindt zich volledig ondergronds. Tussen kelder en zolder zitten drie volwaardige bouwlagen vervat. De gevels werden opgetrokken in rode baksteen gecombineerd met similisteen ter hoogte van de talrijke erkers en balkons die het gevelvlak doorbreken. De kelderverdieping, uitgewerkt als sokkel van de woning, kreeg een parement van ruw bewerkte, blauwe hardsteen.

De toegang tot de woning bevindt zich in de linkerzijgevel, die een uitgesproken regionalistisch karakter heeft door de hoge, verspringende bedaking, de uitgewerkte schoorsteenpartijen, het rondbogige portaal en de smalle vensters met kleine houten roedeverdeling. Een trap verbindt de voortuin met de toegangspartij op de verhoogde begane grond. Vanwege het steil oplopende perceel, is de kelderverdieping hier nauwelijks nog leesbaar in de gevelopstand. Centraal op de gelijkvloerse verdieping bevindt zich, achter een rondboogvormige gevelopening een portaal met de voordeur. Naast deze toegangspartij, zijn twee opvallende schoorsteenaanzetten, links en rechts van de deurtravee, beeldbepalend. Beide schoorstenen priemen door de dakrand en torenen zo sterk boven het leien mansardedak uit. Smalle rechthoekige vensters delen de gevel in smalle traveeën op. Dakkapellen verlichten de tweede verdieping en de zolderruimte.

De straatgevel is een vrij klassiek uitgewerkte lijstgevel, met invloed van de art deco. Een duidelijke opdeling in twee traveeën kenmerkt de villa. De linker travee omvat op de gelijkvloerse kelderverdieping een houten garagepoort die tegenover het gevelvlak vooruit springt, vervat in de hardstenen plint en voorzien van een latei in similisteen. Op deze garage steunt een driezijdige erker op de verhoogde begane grond. Deze erker werd voorzien van een omlijsting in similisteen. Zowel de eerste als de tweede verdieping omvatten een groot rechthoekig venster, met het verschil dat dit ter hoogte van de tweede verdieping ligt vervat in de verticale opstand van het mansardedak. De rechtertravee is opgevat als een gevelhoge erker. Waar de erker ter hoogte van de kelderverdieping werd opengewerkt door eerder kleine verticale vensters, worden deze op de gelijkvloerse en de eerste verdieping gekenmerkt door grote vensters, steeds omgeven door een omlijsting in similisteen. Het mansardedak wordt op de tweede verdieping doorbroken door twee vensterpartijen die uitkomen op een laag bakstenen balkon. Een dakkapel doorbreekt centraal het steile dakschild.

De achtergevel is een symmetrisch opgevatte puntgevel. De kelderverdieping is hier niet meer zichtbaar, vanwege het hoger gelegen niveau van het maaiveld. De twee onderste bouwlagen kregen een parement in baksteen. De overige zichtbare bouwlagen werden uitgewerkt in similisteen. De nadruk komt in deze gevel sterk te liggen op de centrale travee vanwege twee grote vensters die voor lichtinval voor de achterliggende traphal zorgen. Een achterdeur maakt deze hal toegankelijk vanuit de achtertuin. Een groot rechthoekig venster kenmerkt de eerste verdieping, recht erboven een rondboogvenster de tweede verdieping. De linkertravee ligt over de volledige gevel verdiept tegenover de overige twee. Een tweede deur verbindt de tuin met het achterliggende vertrek. Een balkon op de eerste verdieping heeft eenzelfde doel. De rechtertravee wordt voornamelijk bepaald door enkele rechthoekige vensters van verschillende grootte. Een constante in de gevel zijn de bakstenen rollagen boven de vensters.

De rechterzijgevel heeft opnieuw een sterk regionalistisch karakter, en werd erg decoratief uitgewerkt. De linkertravee is eerder gesloten uitgewerkt door middel van een decoratieve, bakstenen schoorsteenaanzet die door het mansardedak priemt. De centrale travee werd op het gelijkvloers opengewerkt door een grote deurpartij die uitgeeft op een terras dat met enkele treden naar de lager gelegen tuin leidt. Een balkon met een rijkelijk uitgewerkte houten balustrade en ondersteuning voor het leien afdak siert de eerste verdieping. De rechtertravee wordt op het gelijkvloers gekenmerkt door een ronde erker. Deze erker vormt de basis voor een gelijkvormig balkon op de eerste verdieping. Dakkapellen ter hoogte van de tweede verdieping en de zolderverdieping doorbreken het mansardedak.

Wat de voorgevel betreft kon worden vastgesteld dat deze zich nog in een erg authentieke staat bevindt. Zo bleven de originele gevelafwerkingen intact bewaard. Ook het schrijnwerk, bestaande uit witgeschilderde houten ramen en deuren, bleef behouden. Opvallend is het overvloedige gebruik van guillotineramen, voornamelijk in de voorgevel en ter hoogte van de gelijkvloerse en de eerste verdieping. Kenmerkend voor zowel de ramen, de deuren alsook voor de garagepoort is de roedeverdeling van verticale en horizontale kleinhouten in de bovenlichten.

De woning heeft een complexe plattegrond, die los staat van de klassieke enkelhuisopdeling. De kamers zijn geschikt rondom de centrale, ruime traphal. De begane grond is gezien de omvang en de gescheiden circulatie gericht op het ontvangen van gasten.

De voordeur, in de linkerzijgevel, geeft uit op een kleine hal. Deze hal vormt een sas voor de ontsluiting van de traphal enerzijds en drie kleinere dienstvertrekken links van de hal, uitkijkend op de achtertuin, anderzijds. De woonvertrekken op het gelijkvloers liggen L-vormig gerangschikt rondom deze centrale gang en worden verlicht door de verschillende erkers en grote deurpartijen ter hoogte van de volledige voorgevel en rechterzijgevel. Deze vertrekken zijn steeds toegankelijk vanuit de gang en traphal en staan bovendien met elkaar in verbinding. Dit grondplan herhaalt zich bijna identiek op de eerste verdieping alsook op de tweede verdieping. Een tweede trap, ter hoogte van de linkse travee van de linkerzijgevel maakt de zolderverdieping toegankelijk. De woning is volledig onderkelderd, en biedt daar onder meer plaats voor een garage.

  • Stadsarchief Leuven, Modern Archief, dossier 1933/132 (bouwvergunning 01.08.1933).

Auteurs: Elsen, Liedewij
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Villa in regionalistische stijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305592 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.