is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Architectenwoning Theo Van Dormael
Deze vaststelling is geldig sinds
Architect Theo Van Dormael ontwierp dit ensemble van drie woningen in eclectische, historiserende stijl in 1918 als zijn eigen woning met garage. De twee woningen in de Kardinaal Mercierlaan 67 en 69 richtte hij in als gezinswoning; beide woningen zijn grondige verbouwingen van een ouder pand dat teruggaat tot het historische pachthof Van Meerbeek. Het pand in de Dreefstraat 9 bouwde Van Dormael in 1918 als garage, met geïncorporeerde stallen voor geiten en kippen. Vanaf 1929 verbouwde Van Dormael, mogelijk in samenwerking met zijn zoon Paul Van Dormael, het ensemble tot drie aparte wooneenheden. Zelf verhuisde hij op dat moment naar zijn nieuwe woning verder in de straat.
De woningen ter hoogte van de Kardinaal Mercierlaan nummers 67 en 69 en het omliggende perceel (waar ook Dreefstraat nummer 9 deel van uitmaakt), gaan terug op een pachthof, het pachthof Van Meerbeek. De Dreefstraat heette tot in de eerste helft van de 20ste eeuw Van Meerbeekstraat. Reeds op de Villaretkaart (1745-1748) is bebouwing zichtbaar op de locatie van het huidige ensemble. Deze bebouwing bestaat op dat moment uit een rechthoekig volume, dwars op de Kardinaal Mercierlaan en vormt één van de eerste vormen van bebouwing langs de dreef. Op de kaart van Ferraris (1771-1778) blijft dit volume onveranderd. In 1841 worden op de Atlas der Buurtwegen twee volumes weergegeven, waarvan één zich inpast in de hoek van de Dreefstraat en de Kardinaal Mercierlaan. De semi-gesloten vorm met binnenplein en bebouwing langs de Kardinaal Mercierlaan in het noorden en bebouwing in het zuiden, dieper op het perceel, doet denken aan een hoeve en kan met grote waarschijnlijkheid in verband gebracht worden met het vermelde pachthof Van Meerbeek. Ook op de Poppkaart (1842-1879) blijft deze structuur behouden. Het uitzicht van deze gebouwen is niet gekend. Beide structuren blijven geregistreerd door het kadaster aan het begin van de 20ste eeuw. Het verdwijnen van het volume langs de rooilijn van de Kardinaal Mercierlaan wordt door het kadaster in 1907 en 1919 weergegeven. Het zuidelijke volume dieper op het perceel gelegen vormde volgens het kadaster de basis voor de huidige woningen op nummers 67 en 69. De aanwezigheid van een oude kern in de bestaande woningen langs de Kardinaal Mercierlaan, kan bijgevolg niet uitgesloten worden.
De in Leuven en Heverlee erg actieve architecten Theo en zijn zoon Paul Van Dormael waren omstreeks 1918 eigenaar van het ensemble. Mogelijk kwam Theo Van Dormael in het bezit van deze woningen door zijn connectie met het Arenbergkasteel. Hij was immers rentmeester van het nabijgelegen kasteel tot 1945, waarna hij burgemeester werd van Heverlee. Ondertussen was hij ook steeds actief als architect.
Het archief van deze architecten omvat verschillende ongedateerde schetsen van de hand van Theo Van Dormael voor de huidige woningen ter hoogte van de Kardinaal Mercierlaan 67 en 69. Van de garage op Dreefstraat 9, is in dat archief geen sprake. Lichte verschillen tussen de schetsen onderling en de toestand vandaag zijn op te merken. Dat deze schetsen en zo ook de woningen dateren van vóór 1918 kan achterhaald worden doordat bepaalde toevoegingen, gekend door latere bouwaanvragen, nog niet worden weergegeven in deze fase. Een opschrift ‘Ferme Van Meerbeek’ op één van de schetsen verwijst naar de historische bebouwing van het pachthof op deze plaats, zoals ook weergegeven op de historische kaarten. Dat Theo Van Dormael in de geest van de historische bebouwing wilde vernieuwen en uitbreiden wordt duidelijk doordat hij opteerde voor een sterk historiserende bouwstijl. In de oostelijke zijgevel van nummer 67 lijkt bovendien gebruik te zijn gemaakt van gerecupereerde zandsteen, mogelijk restanten van het pachthof.
Uit 1918 bleef een goedgekeurde bouwaanvraag bewaard in het stadsarchief. Hierin vraagt bouwheer en architect Theo Van Dormael om aanpassingen te mogen doen aan zijn bezittingen. De bouwaanvraag spreekt van het behoud van de oude delen. Deze delen slaan op de oudere kern van het geheel en zijn de hoofdbouw van nummer 67 en 69, zoals ook vandaag in grote mate bewaard. Verder spreekt de bouwaanvraag van het slopen van een bestaande woning op de hoek van de Dreefstraat en de Kardinaal Mercierlaan en het toevoegen van nieuwe delen. De bestaande woning is onderdeel van het pachthof, gesitueerd in de hoek van de Kardinaal Mercierlaan en de Dreefstraat. Het kadaster bevestigt de sloop van deze delen van het voormalige pachthof in 1919. De nieuwe delen zijn de garage in historiserende stijl ter hoogte van de Dreefstraat nummer 9 en de lagere voorbouw ter hoogte van het gelijkvloers van nummer 67. De nieuwe garage werd verbonden met deze voorbouw, waardoor het geheel fungeerde als één woning. De bouwaanvraag spreekt tenslotte nog van een voorbouw voor nummer 69, die mogelijk in een later stadium zou aangevraagd worden. Aangezien deze voorbouw vandaag niet meer zichtbaar is, is het onduidelijk of deze ooit werd uitgevoerd. Deze bouwaanvraag schept heel wat duidelijkheid over de bouwevolutie van het geheel van drie woonhuizen. Nummer 9, op de hoek van de Dreefstraat en de Kardinaal Mercierlaan is een nieuwbouw uit 1918, maar vindt door zijn historiserende ontwerp nauwe aansluiting bij de nummers 67 en 69, verbouwingen van het pachthof. Bij de bouw van de garage Dreefstraat nummer 9 werden in de gevel gericht naar de dreef twee datumstenen ingewerkt: ‘1662-1918’, verwijzend naar de vermoedelijke bouw van het pachthof in de 17de eeuw en de bouwfase door Theo Van Dormael in 1918.
Met deze verbouwingen had Theo Van Dormael het doel een ruime woonst te voorzien voor zijn gezin en enkele leden van de familie. Deze woning besloeg de huidige drie woningen. Plattegronden uit deze periode, bewaard in het archief van de architecten Van Dormael, geven een beeld van de functies ondergebracht in de woningen. Nummers 67 en 69 in de Kardinaal Mercierlaan fungeerden als één geheel, het woonhuis, met de voordeur in nummer 67. Het nieuw gebouwde nummer 9 werd gebouwd als garage en stallen voor de kippen en geiten. Op de verdieping van het nieuwbouwvolume kreeg een muziekkamer zijn plaats. Ondanks deze nevenfunctie, werd de voorgevel uitgewerkt als deze van een woonhuis.
In 1929 werd opnieuw een bouwaanvraag ingediend door Theo Van Dormael. Aanpassingswerken vonden plaats met als doel het ensemble op te delen in drie afzonderlijke wooneenheden. Dreefstraat nummer 9 werd losgekoppeld van de overige woningen. Intern kreeg het pand, tot dan toe een stal en garage, een geheel nieuwe opdeling zodat het als een zelfstandige woning kon fungeren. De gang die de woning verbond met de voorbouw van nummer 67, bleef behouden maar werd afgesloten. De scheiding tussen beide panden wordt bevestigd door het kadaster in 1930. De interne verbindingen tussen de nummers 67 en 69 werden eenvoudigweg dichtgemetseld waardoor ook hier twee woningen gerealiseerd konden worden. De oorspronkelijke indeling bleef grotendeels behouden, afgezien van kleinere opdelingen om al de nodige functies te herbergen. De driezijdige annex links van de voorgevel van nummer 69, werd ook op dit moment toegevoegd. De buitengevels bleven bij deze aanpassingswerken zo goed als onveranderd. Het archief van de Van Dormaels bewaart schetsen voor de vernieuwing van het schrijnwerk, eveneens gedateerd 1929. Het ensemble is ook vandaag nog steeds opgedeeld in drie afzonderlijke wooneenheden, met nauwelijks veranderingen aan het exterieur van de woningen, waardoor deze situatie uit 1929 werd bestendigd.
De familie Van Dormael bleef de eigenaar van de drie woningen, ook wanneer ze hun intrek namen in de door Theo nieuw opgerichte woning in de Kardinaal Mercierlaan nummer 81. Het archief van de architecten bewaart immers nog plannen voor een nieuwe afsluiting ter hoogte van de Dreefstraat uit 1943, ook vandaag nog bewaard. De twee garages van de woningen nummers 67 en 69 ter hoogte van de Kardinaal Mercierlaan werden in 1949 kadastraal geregistreerd.
De drie woningen zijn gesitueerd op drie langwerpige en rechthoekige percelen, parallel aan elkaar, en worden ingesloten door de Kardinaal Mercierlaan in het noorden en de Dreefstraat in het oosten. De drie woningen bevinden zich parallel aan elkaar, centraal op de percelen en richten zich met hun voorgevels naar de Kardinaal Mercierlaan. De woningen worden bijgevolg omgeven door een voor- en achtertuin met hierin enkele bijgebouwen. Nummer 9 is een vrijstaande woning, grenzend aan de rooilijn van de Dreefstraat. De woningen nummer 67 en 69 zijn gekoppelde woningen die aanvankelijk één geheel vormden. Beide woningen zijn toegankelijk vanuit de voorliggende Kardinaal Mercierlaan.
De woning in historiserende stijl in de Dreefstraat nummer 9 werd opgetrokken in 1918. Aanvankelijk gebouwd als stallen en garage, werd de woning in 1929 omgevormd tot een woonhuis met tuin. Deze kleine burgerwoning bestaat uit één gelijkvloerse bouwlaag en een halve onder het steile zadeldak opgenomen verdieping. De woning werd opgetrokken in verankerde rode baksteenbouw, met uitvoerig gebruik van witte zandsteen voor de plint ter hoogte van de voor- en zijgevels, voor de horizontale sierlijsten ter hoogte van de volledige voorgevel, voor de omlijstingen van de venster- en deuropeningen alsook voor de imitatiesteigergaten. De voorgevel telt drie traveeën waarbij de linkse travee een groot korfboogvormig venster omvat, een aanpassing van de vroegere garagepoort. De centrale travee omvat een gelijkvormige deuropening, net als het flankerende venster voorzien van een zandstenen omlijsting en negblokken. De rechtertravee onderscheidt zich van de overige vanwege de bakstenen puntgevel met schouderstukken en muurvlechtingen die het rode, pannen dak doorbreekt. Kleine rechthoekige vensters, gevat in zandstenen omlijstingen, kenmerken deze travee op de verschillende bouwlagen. Centraal bevindt zich een ingewerkte, rechthoekige beeldnis met een Mariabeeld. De zijgevel met verankerde bakstenen puntgevel met vlechtingen, vormt de aanzet voor een bakstenen omheiningsmuur met hardstenen dekplaat, parallel met de Dreefstraat, voorzien van een witgeschilderde plint en een poortopening aan het einde van het perceel. De vensters werden vergroot in 1929. Een venster met het originele houten schrijnwerk met een fijne roedeverdeling in het bovenlicht, bleef behouden op de gelijkvloerse verdieping van deze zijgevel. Het overige schrijnwerk werd reeds vernieuwd. Een uitbreiding aan de achterzijde van de woning, ter hoogte van de twee bouwlagen, werd op een latere datum toegevoegd. Ondanks het feit dat de woning aanvankelijk werd opgetrokken als garage met stall0en, opteerde Van Dormael voor de vormgeving van een burgerhuis, mogelijk vanuit de motivatie om aansluiting te vinden bij de overige woningen alsook bij de historisch waardevolle omgeving van het Arenbergpark. De langetermijndoelstelling van het opdelen in drie huurwoningen, kan mogelijk ook een motivatie geweest zijn.
Het perceel wordt ter hoogte van de Dreefstraat van de weg afgesloten door enerzijds de vermelde omheiningsmuur en het hekwerk uit 1943 anderzijds. Dit hekwerk bestaat uit twee bakstenen pijlers met hardstenen dekstenen, verbonden door smeedijzeren hekwerk met een goudkleurige spitsbekroning.
De woning Kardinaal Mercierlaan nummer 67 ligt verdiept op het perceel, waardoor een ruime voortuin wordt gecreëerd. De woning wordt gekenmerkt door een brede puntgevel, gericht naar het oosten, onder een rood pannen zadeldak. De woning telt anderhalve bouwlaag met zolder onder het zadeldak, opgetrokken in neotraditionele bak- en zandsteenstijl. Zandsteen werd aangewend voor de sierlijsten die de verschillende gevels kenmerken. Opvallend is ook het gebruik van mogelijke gerecupereerde zandsteen in de puntgevel ter hoogte van de lager gelegen voorbouw aan de voorgevel. De oostelijke zijgevel omvat een grote venstertravee in de linkerzijde met drie segmentboogvensters en twee identieke deuropeningen op het gelijkvloers. De drie gelijkaardige vensters op de verdieping en één ter hoogte van de zolder, werden zoals deze op het gelijkvloers voorzien van een rollaag in gele geglazuurde baksteen. De noordelijke voorgevel gericht naar de Kardinaal Mercierlaan werd in 1918 uitgebreid met een getrapte voorbouw ter hoogte van het gelijkvloers. Deze voorbouw bestaande uit twee rondboogvormige vensters en een gelijkvormige deuropening, gevat in zandstenen omlijstingen, omvatte een grote hal die in verbinding stond met de woning ter hoogte van Dreefstraat nummer 9. Een tweede, kleinere voorbouw, met een getrapte puntgevel, aanleunend tegen nummer 69, omvatte de toegang tot de gezinswoning, vanaf 1929 enkel tot de woning nummer 67. De zuidelijke achtergevel is ook vandaag nog voorzien van een serre, aanleunend tegen de gevel, reeds op de plattegronden en gevelaanzichten van voor 1918 weergegeven. De westelijke gevel is gemeenschappelijk met de woning nummer 69, aanvankelijk teruggaand op het pachthof Van Meerbeek.
In 1929 bestond de gelijkvloerse verdieping van de woning uit een hal en keuken ter hoogte van de voorbouw, achterliggend de natte ruimtes van de badkamer, gevolgd door de eetkamer en woonkamer, uitkijkend op de serre. Het is onduidelijk hoe de toegang naar de verdiepingen en de plattegrondsverdeling van de verdiepingen verliep na de opdeling van de woning in 1929.
Aan de straatzijde bevindt zich een garagevolume, gedeeld met de garage van nummer 69. Deze garages werden gelijktijdig opgetrokken en kadastraal geregistreerd in 1949. Het bakstenen volume op een rechthoekige plattegrond en met een plat dak met witte kroonlijst, sluit aan bij de historiserende vormentaal van de dieper op het perceel gelegen woningen. Zandstenen omlijstingen sieren de rechthoekige vensteropeningen en omvatten dubbelramen met fijne roedeverdelingen, van elkaar gescheiden door middel van een zandstenen middenstijl. Ook de houten garagepoorten langs de straatzijde, worden omgeven door zandstenen lijsten en idem hoekblokken.
Het meest opvallende pand van het ensemble van de drie huizen is de woning Kardinaal Mercierlaan 69. De woning ligt verdiept op het perceel, waardoor een ruime voortuin wordt gecreëerd. De hoofdbouw van dit burgerhuis heeft een T-vormige plattegrond en bestaat uit een twee bouwlagen tellend volume parallel met de Kardinaal Mercierlaan onder een rood pannen zadeldak. Twee trapgevels kenmerken de zijgevels en geven het ensemble hun beeldbepalende karakter. Dit volume wordt gecombineerd met haaks erop en parallel met de Dreefstraat een tweede langwerpige volume, eveneens van twee bouwlagen, onder een rood pannen afgewolfd dak. De bedaking wordt zowel langs de voor- als zijgevels doorbroken door dakkapellen, met elegante spitse bekroningen, bestaande uit rode leien. Ten westen van deze hoofdbouw bevindt zich een aanbouw onder een plat dak. Deze aanbouw telt één bouwlaag op het gelijkvloers, fungerend als terras en afgesloten met een smeedijzeren balustrade, en een tweede bouwlaag aan de achterzijde op de verdieping. Zowel de hoofd- als de bijbouw werden opgetrokken in baksteen, gecombineerd met zandsteen, voornamelijk aangewend voor sierlijsten, doorlopend op de drie vrijstaande gevels. Geel geglazuurde baksteen werd aangewend voor de segmentboogvormige rollagen voor de vensters op het gelijkvloers. Op de verdieping zijn de verschillende vensters, één per travee, steeds rechthoekig, met een hardstenen latei en erboven een spitsboogvormig boogveld, decoratief uitgewerkt door middel van geglazuurde tegels met florale motieven. Deze decoratieve afwerking kenmerkt de voor- en de zijgevels. De voorgevel wordt afgesloten door een sierlijst bestaande uit afwisselend rode en geel geglazuurde baksteen, verwerkt als mozaïek. Deze lijst loopt door op de zijgevel. Een muizentandfries vormt de overgang naar de vernieuwde kroonlijst. De zijgevel heeft een originele kroonlijst, voorzien van een gekarteld motief. Ook het platte dak van de aanbouw behield zijn rijkelijk uitgewerkte kroonlijst, voorzien van consoles. Het schrijnwerk werd, voor zover zichtbaar, langs de voor- en zijgevel vernieuwd. Rechtlijnig, houten schrijnwerk met roedeverdelingen bevindt zich vandaag in de venster- en deuropeningen.
Vanaf 1929 werd de toegang tot de woning ondergebracht in de aanbouw aan de rechterzijde van de hoofdbouw. Een hal stond rechtstreeks in verbinding met de veranda, een bakstenen volume, fungerend als gemeenschapsruimte en uitgevend op de achtertuin. De hoofdbouw bestond uit een keuken en eetkamer aan de voorzijde van de woning en een bureauruimte aan de achterzijde van de woning, uitkijkend op de tuin. De voor- en achterzijde worden gescheiden door een gang die eveneens de trap naar de kelder en de verdiepingen omvat. Hoe de verdiepingen werden ingedeeld, is onduidelijk wegens het ontbreken van plannenmateriaal. Indien de oorspronkelijke planindeling van 1918 werd aangehouden, vormt de verdieping een weerspiegeling van de gelijkvloerse verdieping. Aan de straatzijde bevindt zich eveneens een garagevolume, gedeeld met de garage van nummer 67.
Auteurs: Elsen, Liedewij
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Heverlee
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Architectenwoning Theo Van Dormael [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305602 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Leuven
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.