erfgoedobject

Parochiekerk Sint-Antonius van Padua

bouwkundig element
ID
305623
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305623

Juridische gevolgen

Beschrijving

De aanvankelijk vrijstaande, georiënteerde, eenbeukige zaalkerk langs de Leuvense vest werd in 1895 opgetrokken in neoromaanse stijl. Ondanks oorlogsvernielingen gedurende de Tweede Wereldoorlog, en latere toevoegingen die het kerkgebouw gedeeltelijk insluiten, bleef het exterieur van deze kerk goed bewaard, met een prominente, westelijk georiënteerde voorgevel. Het kerkgebouw met een bescheiden klokkentoren, is ingepast in zijn directe omgeving bestaande uit burgerhuizen langsheen de Leuvense vest.

Historiek

Een eeuw geleden groeide net buiten de Tiensepoort een nieuwe wijk, grotendeels bevolkt door spoorwegmannen en cipiers, werkzaam in het nabijgelegen station of de gevangenis. Op vraag van het groeiend aantal inwoners werd in 1893 door kardinaal Pieter Lambert Goossens, primaat van België, een locatie gezocht in de omgeving van de Tiensepoort voor de bouw van een nieuwe parochiekerk. In 1895 werd gestart met de bouw van de kerk op grond die in 1890 was geschonken door Catherina Vansighem, weduwe van Valère Aelbrecht en gelegen was aan de Leuvense vest. Dit deel van de vest, na de Eerste Wereldoorlog de Léon Schreursvest genoemd, wordt door middel van een groene buffer gescheiden van de Leuvense ring. De parochie bestreek destijds gedeeltelijk het grondgebied van Leuven, Kessel-Lo en Heverlee en bediende zo kerkgangers uit de drie gemeenten. Vandaag situeert de parochie zich volledig op het grondgebied van de deelgemeente Heverlee. De kerk met Sint-Antonius van Padua als patroon, werd gebouwd naar een ontwerp in neoromaanse stijl van een ongekende architect. De inhuldiging door kardinaal Goossens vond plaats op 13 januari 1896, en de kerk werd geconsacreerd op 25 maart 1897. Het interieur kreeg een rijkelijke opsmuk door de familie Van Diest, die rond 1905 haar confectiebedrijf in de Dekenstraat vestigde. In 1945 werd in de Sint-Antonius van Paduaparochie de Sint-Kristoffelbroederschap gesticht, die jaarlijks zou instaan voor de wijding van voertuigen en weggebruikers. Tot in 1969 vond voor de kerkdeur iedere maand juli de wijding plaats van motorvoertuigen, fietsen en voetgangers, georganiseerd door de broederschap.

In 1929 werd een bouwaanvraag goedgekeurd voor de toevoeging van een doopkapel met doopvont tegen het bestaande kerkgebouw. Deze kapel werd rechts van het vooruitspringende portaal ingeplant en bijgevolg vóór de dieper gelegen rechter vleugel van de kerk. Deze toevoeging kwam meer dan dertig jaar na de bouw van de kerk tot stand in eenzelfde neoromaanse bouwstijl en hetzelfde materiaal, waardoor de doopkapel moeilijk als een latere toevoeging te herkennen valt. Door het Duitse bombardement van 14 mei 1940 werd de linker vleugel van de kerk getroffen. De schade werd hersteld door geldinzamelingen van betrokken parochianen. Ook deze wederopbouw gebeurde volledig in de geest van het oorspronkelijke ontwerp.

Een bouwaanvraag uit 1905 betrof de bouw van een opvallende pastorie in neo-Vlaamserenaissance-stijl links van de Sint-Antoniuskerk. Het ontwerp sloot nauw aan bij het ensemble van burgerhuizen ter hoogte van de nummers 27-31, gebouwd in 1902, links van de huidige pastorie. Dat de pastorie zich wilde inpassen in zijn recent gebouwde omgeving, kon niet voorkomen dat het project uiteindelijk niet werd gerealiseerd. Een tijdelijke parochiezaal, ondergebracht in een eenvoudige constructie, kreeg in 1928 plaats rechts naast de kerk. Na het indienen van een bouwaanvraag voor het bouwen van een definitieve parochiezaal links van de kerk (ter hoogte van de huidige pastorie) in 1946, werd deze zaal uiteindelijk rechts van de kerk opgetrokken, vóór 1949. In dat jaar werd immers de toelating voor een uitbreiding en het vernieuwen van de voorgevel van deze parochiezaal aangevraagd. Door deze toevoeging van de één bouwlaag tellende parochiezaal tegen de rechter zijgevel van de kerk verloor het kerkgebouw in sterke mate zijn vrijstaand karakter.

In 1957 werd de langverwachte pastorie gerealiseerd ter hoogte van nummer 33, links van het kerkgebouw in de voormalige groene zone die de kerk omringde. De pastorie werd opgetrokken naar een ontwerp uit 1956 van de architect Arthur De Buck. Aanvankelijk stond de pastorie in directe verbinding met het portaal van de kerk door middel van een poorttoegang en een klein bijgebouw van één bouwlaag, vermeld als kapel, ter hoogte van de linkervleugel van de kerk. Doordat de poorttoegang verdween staat deze pastorie vandaag los van het kerkgebouw. Het bijgebouw, de kapel, bleef echter wel aanwezig in de oksel van het portaal en de linker zijbeuk van de kerk en functioneert vandaag als een tweede, rolstoelvriendelijke toegang tot de inkomhal. De pastorie staat typologisch en historisch in verband met de kerk, maar heeft geen erfgoedwaarde. Met dezelfde bouwvergunning werd eveneens de toelating gevraagd om de gevel van de parochiezaal rechts van de kerk  uit te breiden met een afgeronde hoekpijler, waarin een nis voor de plaatsing van een Sint-Kristoffelbeeld. Dit beeldje, door een onbekende beeldhouwer vervaardigd in hout, bleef samen met de initialen ‘S.C.’ tot vandaag bewaard in de gevel.

In 1975 werd de kerk, na de eerdere toevoegingen van een kapel en de parochiezaal, afgezien van de voorgevel, bijna volledig ingesloten. Verschillende bijgebouwen werden volgens een ontwerp van de architect Jean Maloens toegevoegd langs de noordelijke, oostelijke en zuidelijke gevelzijde. De gevels van het kerkgebouw priemen uit boven deze één bouwlaag tellende toevoegingen, die geen erfgoedwaarde hebben.

In 1969 liet pastoor Jos Peeters het oorspronkelijk met heiligenbeelden overladen interieur ingrijpend aanpassen aan de noden van de moderne liturgie. Een bouwvergunning geeft zicht op de veranderingen die de kerk onderging: zo werd er een verlaagd plafond geplaatst, en het achterste gedeelte van de kerk werd via een schuifwand afgesloten. De blanke bakstenen binnenwanden werden bepleisterd, waardoor het interieur vandaag wordt ervaren als een banale zaal. Het oorspronkelijke ruimtegevoel, gecreëerd door het hoge zadeldak en de ronde vensters in de zij- en achtergevels, is teniet gedaan door het toegevoegde, verlaagde plafond. Het sobere interieur, ontdaan van verschillende liturgische symbolen contrasteert met de neoromaanse architectuur van het exterieur. Op 21 december 1969 werd dit vernieuwde interieur plechtig geopend.

Beschrijving

De Sint-Antonius van Paduakerk is ingeplant achter de rooilijn en wordt ook vandaag nog voorafgegaan door een rood geplaveid voorpleintje waar de voertuigen door de Sint-Kristoffelbroederschap werden gewijd. De kerk is ontworpen als een eenbeukige zaalkerk op een rechthoekige plattegrond. Opvallend is de rode baksteenbouw met horizontale banden in hardsteen onder een zadeldak van zwarte leien, de nok bekroond door een bescheiden klokkentorentje  in het verlengde van het voorportaal. Door deze bescheiden schaal lijkt het kerkgebouw zich te willen inpassen in de directe omgeving bestaande uit burgerhuizen van drie tot vier bouwlagen.

De westelijke voorgevel wordt gemarkeerd door een sterk geprononceerd middenrisaliet, dat als portaaltravee fungeert, bekroond door het klokkentorentje. Hardstenen treden vormen de basis van een spitsboogvormig spaarveld in kolossale orde. Deze nis omvat het spitse korfboogportaal met houten vleugeldeur, alsook een zevenlobbig roosvenster gevat in een hardstenen omlijsting. Een door spitsbogen geajoureerd triforium uit hardsteen en witte baksteen vormt de scheiding tussen beide. De tuitvormige geveltop wordt geopend door een oculus met vierpas, en omschreven door een getrapte fries. Hierop rust het klokkentorentje met spitsbogige galmgaten, een keperlijst op gestrekte uiteinden en een kruis. Twee dieper gelegen traveeën aan weerszijden van het portaalrisaliet wekken de suggestie van twee zijbeuken, hoewel dit een zaalkerk betreft. Het toevoegen van de doopkapel rechts deed afbreuk aan dit effect. Beide traveeën omvatten een neogotisch geïnspireerd spitsboogvenster met een figuratief glas-in-loodraam, links geflankeerd door oculi, en zijn eveneens afgewerkt met een getrapte fries.

Het schip omvat zes traveeën. Hoewel dit in het interieur niet als dusdanig te ervaren valt sinds de aanpassingen in 1969, wordt in beide zijgevels de suggestie gewekt van transeptarmen. Deze nemen ter hoogte van de vijfde travee de vorm aan van vooruitspringende tuitgevels met een getrapte fries. Elke travee is opengewerkt door middel van rechthoekige vensters, met abstracte en figuratieve glas-in-loodramen (aanvankelijk spitsboogdrielichten in het transept en spitsboogtweelichten in de overige traveeën). Wit geglazuurde baksteen is aangewend als imitatie van ontlastingsbogen. De vensters worden afgewisseld met bakstenen steunberen. Ronde oculi in een omlijsting van wit geglazuurde baksteen bekronen beide zijgevels (deze zijn niet zichtbaar in het interieur vanwege het verlaagde plafond).

De oostelijke gevel wordt centraal bekroond door een kleine tuitgevel, opengewerkt door een groot roosvenster. De vorm van het koor is niet meer leesbaar in het exterieur vanwege de uitbreidingen uit 1975. Intern is het koor eveneens weggewerkt door de plaatsing van een valse wand in 1969. In deze achtergelegen ruimte zou nog een houten gewelf zichtbaar zijn alsook een mooi roosvenster met de Heilige Drievuldigheid, geschonken door de familie Van Diest bij de bouw van de kerk.

Het is onduidelijk welke glasramen dateren van het einde van de 19de eeuw, of welke een aanpassing zijn van het derde kwart van de 20ste eeuw bij de versobering van het kerkinterieur en het wijzigen van de vensteropeningen in de zijgevels van de kerk. Het binnenschrijnwerk vooraan en achteraan de kerk zou vernieuwd zijn in 2009 en 2011.

  • Stadsarchief Leuven, Modern Archief, dossier 1905/- (bouwvergunning 27.05.1905), dossier 1956/250 (bouwvergunning 26.01.1957), dossier 1927/7 (bouwvergunning 22.01.1927), dossier 1946/106 (bouwvergunning 06.08.1946) en dossier 1949/59 (bouwvergunning 09.04.1949).
  • PEETERS M. 1983: Gids voor Oud-Leuven, Antwerpen.
  • STAD LEUVEN 2017: Kerkenbeleidsplan, onuitgegeven studie, Stad Leuven.
  • UYTTERHOEVEN R. 1990: Leuven weleer. 6: Op de Westhelling en langs de Vesten: Leuven rond langs de Boulevards, Leuven.
  • UYTTERHOEVEN H. & COOPMANS A. 1982: Heverlee in oude prentkaarten, Zaltbommel.
  • UYTTERHOEVEN R. & MORIAS C. 1996: Heverlee 1846 - 1976: evolutie in woord en beeld, Leuven.

Auteurs: Elsen, Liedewij
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Antonius van Padua [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305623 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.