In 1904 verkreeg Alphonse Courtois de toestemming tot het bouwen van een woning langs de Naamsesteenweg. Het burgerhuis in eclectische stijl werd opgetrokken naar het ontwerp van Georges Decock.
De rijwoning bestaat uit drie bouwlagen boven een souterrain. Het manke zadeldak van rode pannen loopt steil en lager af aan de achterzijde. Twee ongelijke traveeën delen de woning op, enerzijds in een deurtravee die de circulatie herbergt, en anderzijds in een brede venstertravee met de woonvertrekken. De gevelcompositie, waaruit deze interieurindeling afleesbaar is, legt de nadruk op de rechter venstertravee. Deze is als risaliet uitgewerkt, geaccentueerd door het smeedwerk van de borstweringen op de gelijkvloerse en eerste verdieping. Het gevelparement is opgetrokken uit wit geglazuurde baksteen, doorspekt met horizontale sierbanden uit lichtblauwe baksteen. De hoge hardstenen plint waarop deze gevel aanzet omvat het souterrain. De inkomdeur en het bovenlicht zijn gevat in een hardstenen omlijsting met waterlijsten en bolornamenten als bekroning. Het venster van de woonkamer aan de straat is voorzien van een gebuikte borstwering in smeedijzer met florale motieven. De eerste verdieping wordt gemarkeerd door een hardstenen balkon op consoles, voorzien van een smeedijzeren borstwering. Alle vensters hebben een hardstenen latei ondersteund door consoles. De boogvelden onder de getoogde ontlastingsbogen bevatten telkens een tegeltableau met florale motieven in art-nouveaustijl. Een gaaf bewaarde houten kroonlijst met modillons sluit de gevel af. De bewaarde inkomdeur is een houten vleugeldeur met paneelwerk, sierlijke gietijzeren tralies met vaasmotief, en een tussendorpel op klossen. Het schrijnwerk van de vensters is vernieuwd, vermoedelijk volgens de oorspronkelijke indeling.
De plattegrond beantwoordt volgens de bouwplannen aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat wordt ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Het verhoogde gelijkvloers omvat de klassieke enfilade van salon, eetkamer en veranda, vermoedelijk met de keuken in het souterrain. De bovenverdiepingen herbergen telkens twee slaapkamers, met op de tweede verdieping een mansarde aan de achterzijde.
- Stadsarchief Leuven, Modern Archief, dossier 1904/39 (bouwaanvraag 13.09.1904).