De eclectische burgerwoning geïnspireerd op de traditionele bak- en zandsteenstijl werd opgetrokken naar een ontwerp van de Leuvense architect Jean Dewit van 1910 en in opdracht van Alphonse Van Espen–Dekeyser.
Dit burgerhuis vindt aansluiting bij de voor deze architect kenmerkende neotraditionele bouwstijl vanwege de verschillende eclectische motieven, toegepast in de voorgevel. Voorbeelden zijn de breukstenen plint, de sierlijsten in witte baksteen, de korfboog- en rondboogvormige rollagen met hoek- en sluitstenen in zandsteen, het smeedijzeren balkon alsook de puntgevel, van negblokken en overhoekse topstukken voorzien.
Historiek
In 1910 vraagt de toenmalige eigenaar, Alphonse Van Espen-Dekeyser, de toelating om een deel van zijn eigendom op de hoek van de Naamsesteenweg en Hertogstraat te slopen. Hij bezit op dat moment een grote L-vormige woning die de 18de-eeuwse, naastgelegen hoekwoning (nummer 241) en bebouwing ter hoogte van het huidige nummer 243 omvatte. Hij krijgt de toestemming om het bestaande pand op nummer 243 te slopen en er een nieuw pand op te trekken, namelijk het huidige burgerhuis op dit perceel. Het hoekpand nummer 241 werd verbouwd tot een op zichzelf staande woning, en kreeg een nieuw, gecementeerd parement. Het ontwerp voor zowel de nieuwbouw als voor de verbouwing werd opgemaakt door de Leuvense architect Jean Dewit. De hand van Dewit, die erg actief was in Heverlee, is te herkennen in de ornamentrijke gevel, geïnspireerd op de traditionele bak- en zandsteenstijl.
Beschrijving
De burgerwoning uit 1910 telt twee bouwlagen onder een gemansardeerd zadeldak van rode pannen (nok parallel met de straat). Twee traveeën verdelen de woning op in enerzijds een smalle deurtravee rechts en een brede venstertravee links. Een breukstenen plint vormt de aanzet van de oranje bakstenen gevel. Segmentboogvormige venster- en deuropeningen worden per bouwlaag verbonden door middel van horizontale banden in witte baksteen alsook door hardstenen druiplijsten. Ontlastingsbogen van baksteen met zandstenen hoek- en sluitstenen werden per bouwlaag voorzien. De risaliterende venstertravee mondt uit in een puntgevel met schouderstukken die de nok van het dak overstijgt. Negblokken en een hardstenen, overhoekse bekroning sieren deze puntgevel. De deurtravee werd afgesloten door een kroonlijst, vervangen door een moderne dakgoot. Het accent ligt in deze travee op de tweede bouwlaag, waar een deur uitgeeft op een klein balkon met een fijn uitgewerkte, buikvormige smeedijzeren balustrade. Het originele schrijnwerk in de gevel werd gedeeltelijk vernieuwd, volgens de oorspronkelijke raamverdeling. De houten voordeur met bovenlicht kan als origineel beschouwd worden.
De woning heeft een klassieke enkelhuisplattegrond, met tweeledige indeling. De smalle deurtravee omvat naast de inkomhal een trapkoker die de kelder met de zolder verbindt. Links van deze deurtravee bevindt zich de brede venstertravee. Deze travee omvat per bouwlaag twee vertrekken die in elkaars verlengde liggen en met elkaar in verbinding staan.
- Stadsarchief Leuven, Modern Archief, dossier 1910/45 (bouwvergunning 25.05.1910).