De bel-etagewoning in modernistische stijl met verwijzingen naar de pakketbootstijl, naar ontwerp van Louis Van Roy uit 1938, werd gebouwd in opdracht van Joseph Steen-Boon. In 1939 hernam architect Van Roy verschillende karakteristieke elementen uit het gevelontwerp voor het ontwerp van een andere burgerwoning in de Emile Van Arenberghstraat in Leuven. De woning, gelegen op de hoek van de Paul Van Ostaijenlaan, is een rijwoning van twee bouwlagen opgebouwd in platte gele baksteen met geaccentueerde lintvoeg op hardstenen plint. Van Roy ontwierp achter de woning eveneens een werkplaats onder zaagtanddak. Deze werd intussen verbouwd.
De burgerwoning in de Paul Van Ostaijenlaan, naar ontwerp van Louis Van Roy uit 1938, is een modernistische rijwoning met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën en twee bouwlagen onder een complexe bedaking, bestaande uit een plat dak en zadeldak, met sterk uitkragende kroonlijst. De lijstgevel heeft een parement in gele baksteen, in halfsteensverband gemetseld met geaccentueerde lintvoeg, op een lage hardstenen plint. Links in de plint is een gevelsteen ingewerkt met de signatuur van de architect: L. VAN ROY/ ARCH.D.S.L.B. (“Diplômé Saint-Luc Bruxelles”). De woning heeft een asymmetrische, horizontaal gelede gevelopbouw met een breed opgevatte linkertravee met garagepoort en een smalle rechtertravee met rondbogige inkomdeur in een schuin verdiept gevelvlak. De horizontale belijning van de sterk uitkragende kroonlijst wordt herhaald in de doorlopende lintelen in simili-bepleistering. Op de begane grond is in de eerste travee een poort van vier panelen ingewerkt. Elk poortpaneel heeft een lang, smal rondboogvormig licht. Rechts bevindt zich de rondbogige inkomdeur voorzien van een smeedijzeren deurijzer onder bakstenen omlijsting. Op de verdieping heeft de linkertravee een bandvenster met hardstenen onderdorpel en muurdammen in similisteen. In de deurtravee bevindt zich ter hoogte van de tweede bouwlaag een oculus met bakstenen omlijsting en hardstenen gootje. De rondbogige inkomdeur en het oculusvenster worden beide geflankeerd door een smal en verticaal venster dat dienst doet als traplicht.
De woning heeft slechts een kleine kelder, onderverdeeld in een kolenkamer en berging. De gelijkvloerse verdieping wordt volledig ingenomen door de garage aan de straatzijde en een werkplaats aan de tuinzijde. Via de trap ter hoogte van de rechterdeurtravee is de eigenlijke woonruimte op de verdieping toegankelijk, met salon, kamer en koer in de venstertravee en keuken met achterkeuken in de deurtravee. De zolderverdieping was oorspronkelijk één grote ruimte.
- Stadsarchief Leuven, Modern Archief, dossier 1938/105 (bouwvergunning 14.04.1938), dossier 1948/79 (bouwvergunning 10.06.1948), dossier 1959/56 (bouwvergunning 17.03.1959).