Eenheidsbebouwing van twaalf bediendewoningen met neotraditionele elementen, opgetrokken in 1905 voor Jakob Van Ex-Toelen, naar ontwerp van architect H. Marneff. De enkelhuizen zijn in repeterend schema naast elkaar geplaatst. De rode bakstenen lijstgevels zijn sterk gelijkend maar hebben per woning een unieke gevelornamentiek, met afwisseling in de friezen, sierlijsten onder de kroonlijst en waterlijsten.
Historiek
Na de ontmanteling van de Leuvense ringmuur in de eerste helft van de 19de eeuw kwam de bebouwing aan de vesten geleidelijk op gang. In 1890 werd de Pleinstraat, net buiten de ring gelegen, voor de eerste keer verkaveld. Na de bouw van de Sint-Antoniuskerk in 1897, ontstond vanaf 1903 ook bebouwing richting Leuvense ring. De eenheidsbebouwing van twaalf woningen, in opdracht van Jakob Van Ex en naar ontwerp van H. Marneff, werd in 1905 gebouwd op het nagenoeg laatste vrije bouwblok in de Pleinstraat.
Uit mondelinge informatie van de achterkleindochter van bouwheer Jacob Van Ex-Toelen blijkt dat er een verband is met het achterliggende ensemble aan de Léon Schreursvest. Beide gehelen werden opgericht ten dienste van de huisvesting van personeel, dat werkzaam was in de textielfabriek van Van Ex-Toelen. De woningen in de Pleinstraat werden gebouwd voor de bedienden. Beide gehelen liggen rug aan rug waarbij de tuinen van het personeel aan elkaar grensden.
Beschrijving
De eenheidsbebouwing bestaat uit twaalf sterk gelijkende enkelhuizen in repeterend schema Elk huis telt twee traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevels met parementen in rode baksteen rusten op doorlopende, lage plinten in blauwe hardsteen en zijn voorzien van witstenen sierlijsten, onderling verschillend wat betreft aantal en plaatsing in de gevel. De lijstgevels hebben afwisselend segmentboogvormige en rechthoekige muuropeningen onder ontlastingsbogen. Om de drie gevels hebben de gevelopeningen ontlastingsbogen met gebogen waterlijsten met gekrulde uiteinden en een sluitsteen uit natuursteen. Het oorspronkelijke schrijnwerk van de ramen met typerende drieledige raamindeling bleef slechts deels bewaard (enkel bij de nummers 56, 60, 62), in tegenstelling tot dat van de voordeuren waarvan de houten paneeldeuren met bovenlichten in de meeste gevallen wel bewaard bleven (slechts gedeeltelijk bewaard bij nummer 58 en verdwenen bij de nummers 70, 72 en 76). Elke woning kent een unieke gevelornamentiek, met afwisseling in de friezen, witstenen cordonlijsten, sierlijsten onder de kroonlijst en waterlijsten. Bij enkele woningen bleef de oorspronkelijke, witgeschilderde, houten kroonlijst, al dan niet op klossen, bewaard (nummers 54, 58, 62, 66-74).
De woningen kennen een eenvoudige planindeling volgens het enkelhuisprincipe, met op de gelijkvloerse verdieping aan zuidwestelijke zijde een gang in de lengterichting van het perceel die uitgeeft op de traphal. Ter hoogte van de venstertravee situeert zich steeds een voorkamer en woonkamer in enfilade.
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, mutatieschetsen en bijhorende mutatiestaten Leuven, afdeling XII (Heverlee), 1879/10, 1886/16, 1890/18, 1897/8, 1903/11, 1905/14, 1941/26, 1951/8.
- Stadsarchief Leuven, Modern Archief, dossier 1903/85 (bouwvergunning 06.10.1903).
- Informatie verkregen van A. Caers, achterkleindochter van industrieel Jacob Van Ex-Toelen (22 april 2020).