De burgerwoning in een ingetogen modernistische stijl werd in 1935 gebouwd in opdracht van Dominique Bomans naar een ontwerp van architect Léon Dierickx. De woning is onderaan aan de plint gesigneerd.
Met een gevelbreedte van twee traveeën telt het burgerhuis twee bouwlagen onder een pseudomansardedak, gelegd met leien en rode pannen. De lijstgevel is opgetrokken in rood baksteenmetselwerk, met gebruik van blauwe hardsteen voor de plint en simili voor de doorgetrokken onderdorpels en lateien van de rechthoekige vensters. De gevel is horizontaal geleed door middel van de sterk uitkragende kroonlijst en doorgetrokken onderdorpels en lateien en wordt verlevendigd door het spel van vooruit- en terugspringende gevelvlakken. De linkse en rechtse travee zijn ter hoogte van de tweede bouwlaag licht risaliterend uitgewerkt, waarbij de centrale vensterpartij als rechthoekige erker opgevat is. Deze sluit ter hoogte van de pseudomansarde aan op een lage dakkapel onder uitkragende daklijst. In de rechtse deurtravee is in het metselwerk boven de deurportiek een smeedijzeren mast aangebracht, die verwijst naar de pakketbootstijl. Het originele schrijnwerk, waaronder dat van de voordeur met gehamerd licht en smeedijzeren deurrooster, evenals dat van de guillotineramen en houten kroonlijsten, bleef intact bewaard.
De bescheiden modernistische burgerwoning kent een traditionele planindeling. Ter hoogte van de rechtertravee bevindt zich op de gelijkvloerse verdieping de inkom met traphal die onmiddellijk aansluit op de vestiaire en keuken. De traphal sluit aan noordwestelijke zijde aan op het salon en de eetkamer, die een enfilade vormen met de zitkamer aan de tuinzijde. De planindeling herhaalt zich op de verdieping.
- Stadsarchief Leuven, Modern Archief, dossier 1935/86 (bouwvergunning 07.05.1936).