is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Katholieke meisjesschool Sint-Augustinus en klooster van de zusters annonciaden
Deze vaststelling is geldig sinds
De katholieke meisjesschool Sint-Augustinus werd op vraag van pastoor Rosier opgetrokken in 1913 naar een ontwerp van 1912 van architect Jean Dewit. Het geplande klooster kon pas in 1924 gebouwd worden. Het ontwerp dat Jean Dewit in 1912 maakte voor het klooster werd niet uitgevoerd. Er werd een nieuw ontwerp getekend door architect Frans Vandendael.
In 1912 werd ter hoogte van de Tiensesteenweg een nieuwe parochie opgericht, gewijd aan het Heilig Hart, gekend als de huidige Sint-Franciscusparochie. Kanunnik Jacobus Rosier werd aangesteld als pastoor van de nieuwe parochie.
De bouw van de meisjesschool Sint-Augustinus kaderde binnen een inrichtingsplan voor een ruimer gebied waarbij de verschillende voorzieningen voor de parochie werden gebundeld. In 1915 werd door architect Jean Dewit en in opdracht van pastoor Rosier een plan opgemaakt dat een deel van de Tiensesteenweg, de Albert Stainierstraat en de Korbeek-Losestraat bestrijkt. Pastoor Rosier voorzag een kerk langs de Tiensesteenweg, de Sint-Franciscuskerk gebouwd in 1934. Links van de kerk werd op het plan de pastorie voorzien waarvan het onduidelijk is of deze ooit werd gerealiseerd. Rechts van de kerk lag een woning voor de zusters annonciaden met aansluitend een L-vormig schoolgebouw. De gebouwen weergegeven op het plan uit 1915 vonden aansluiting bij de wooncité die ter hoogte van de Albert Stainierstraat en de Korbeek-Losestraat vanaf 1909 werd gebouwd.
In 1913 werd door Rosier de aanvraag ingediend voor de bouw van de meisjesschool langs de Tiensesteenweg met aanpalend een woning voor de zusters. De plannen werden opgemaakt door de architect Jean Dewit. In de schoolvleugel parallel aan de Tiensesteenweg werd op de gelijkvloerse verdieping een noodkerk voorzien in afwachting van de bouw van de definitieve parochiekerk, die pas in 1934 werd gerealiseerd. De woning voor de zusters maakte deel uit van de bouwaanvraag van 1913 en werd door Jean Dewit ontworpen als een rijwoning in eclectische stijl van twee bouwlagen en twee verdiepingen onder een afgewolfd dak. De woning werd niet gerealiseerd, waarschijnlijk omwille van de aanleg van de Albert Stainierstraat op deze plaats. Pas in 1924 werd door de zusters annonciaden opnieuw een aanvraag ingediend voor de bouw van een woonhuis voor enkele zusters, verbonden aan de meisjesschool. Het ontwerp is van architect F. Vandendael. Het pand werd opgetrokken tegen de rechterzijgevel van het schoolgebouw uit 1913. Het klooster werd op 7 mei 1925 ingewijd.
In 1935 werd de haakse vleugel van het L-vormige schoolgebouw, aanvankelijk met plat dak, opgehoogd met een schilddak om extra ruimte te creëren. In 1936 werd in opdracht van de zusters een klaslokaal bijgebouwd. Er werden drie extra traveeën gecreëerd aan het uiteinde van de haakse vleugel van het schoolgebouw, ter hoogte van de speelplaats, in aansluiting bij het ontwerp van Dewit uit 1912. In 1938 werd de toestemming gevraagd om de noodkerk om te vormen tot drie klaslokalen, aangezien de Sint-Franciscuskerk intussen in gebruik was genomen. In 1954 werden twee klassen bijgebouwd. R. Van Steenbergen maakte de plannen voor het bijgebouw onder plat dak ten westen van de bestaande schoolgebouwen en in het verlengde van de kloostertuin. Deze latere toevoeging heeft geen erfgoedwaarde.
De katholieke meisjesschool Sint-Augustinus werd opgetrokken op een L-vormige plattegrond. Een vleugel van twee bouwlagen onder plat dak van zes traveeën richt zich naar de Tiensesteenweg. Een tweede haakse vleugel van vijf traveeën telde aanvankelijk één bouwlaag onder plat dak. In 1935 werd deze vleugel opgehoogd met een schilddak, en een jaar later verlengd met drie traveeën die stilistisch aansluiting vinden bij het ontwerp van Jean Dewit.
De school wordt gekenmerkt door een neotraditionele stijl: een bruinrood bakstenen parement, verlevendigd door muurbanden van wit geglazuurde baksteen, rust op een hardstenen plint in breuksteenvorm. Beide bouwlagen worden gescheiden door een doorlopend hardstenen cordon. Per travee vangt een liseen met sieranker aan ter hoogte van een hardstenen lijst op de tweede bouwlaag. Per travee en per bouwlaag werden, volgens een vaste ritmiek, grote segmentboogvensters voorzien ter verlichting van de achterliggende klassen (en aanvankelijke noodkerk). Bakstenen rollagen met hardstenen aanzetstenen en sluitsteen en met wit geglazuurde, bakstenen lijst kenmerken deze vensters. De linkerzijgevel van de hoofdvleugel, grenzend aan de Albert Stainierstraat, werd blind uitgewerkt. De achtergevel, uitkijkend op de speelplaats, telt vijf traveeën die ter hoogte van beide bouwlagen worden opengewerkt door middel van dezelfde segmentboogvormige vensters en deuren. Ook hier verlevendigen witte muurbanden het bakstenen parement. De vleugel haaks op de beschreven hoofdvleugel heeft per travee een rechthoekige deur- of dubbele vensteropening onder lateien. Witte sierlijsten kenmerken ook hier de bruinrode, bakstenen gevel. Het schrijnwerk van vensters, deuren en kroonlijsten werd over het volledige schoolgebouw vernieuwd.
De hoofdtoegang tot de school bevindt zich in de achtergevel, rechtertravee, bereikbaar vanaf de speelplaats. Vanuit de hal was de noodkerk (heden klaslokalen) toegankelijk en vertrekt een trap naar de verdieping. Een gevelbrede gang parallel met de achtergevel maakt de drie klaslokalen op de verdieping toegankelijk. Drie klaslokalen bevinden zich in de haakse vleugel, eveneens bereikbaar vanop de speelplaats.
De woning voor de zusters annonciaden bestaat uit vier traveeën en twee bouwlagen onder een mansardedak met leien en met daklichten ter hoogte van de opstaande rand, voorzien van een loden piron. De inkomtravee is hoger opgetrokken met een dakvenster met hardstenen omlijsting en doorbreekt de houten kroonlijst op klossen. Het parement werd opgetrokken in bruinrode baksteen boven een hardstenen plint. De rechthoekige vensters en deur met hardstenen lateien en lekdrempels liggen in verdiepte spaarvelden, omzoomd met een baksteenfries. Boven de inkomdeur werd een Mariabeeld in een nis ingewerkt. Het schrijnwerk van de ramen en voordeur werd vernieuwd.
De gang die ter hoogte van de voordeur aanvangt reikt tot aan de achtergevel en deelt de begane grond van de woning op in twee delen. Aan weerszijden van de gang werd langs de straatzijde een spreekkamer voorzien. Langs de achtergevel situeren zich een eetzaal en een keuken. Een aanbouw ter hoogte van de rechtertravee voorziet in een achterkeuken en de overige functionele vertrekken. In de rechtertravee (tussen spreekkamer en keuken) bevindt zich de trapkoker die de verdiepingen toegankelijk maakt. De trap leidt naar de eerste en tweede verdieping waar eenzelfde plattegrond zich herhaalt: een lange gang die de zijgevels van de woning verbindt, parallel met de voorgevel, maakt de twaalf slaapkamers aan weerszijden van de gang op beide verdiepingen bereikbaar. Op de eerste verdieping bevindt zich in de rechtertravee bovendien de sacristie en een huiskapel ter hoogte van de uitbouw.
Auteurs: Elsen, Liedewij
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Heverlee
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Katholieke meisjesschool Sint-Augustinus en klooster van de zusters annonciaden [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305711 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Leuven
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.