Burgerhuis met neotraditionele reminiscenties aan de straatzijde van een sterk geëvolueerd historisch hoevecomplex, Goetsenhoven-Pardon. Voor het pand bleven geen bouwaanvragen bewaard. Hoewel het huidige geveluitzicht volledig 20^ste-eeuws oogt, is op basis van historische kaarten en kadasteronderzoek niet uit te sluiten dat de woning in kern teruggaat op de 18^de-eeuwse herberg en hoeve die op deze locatie gesitueerd was. De gevel werd uitgewerkt door een onbekende architect, vermoedelijk in de eerste decennia van de 20^ste eeuw. De bouw van de travee met garagepoort rechts van het woonhuis werd in 1933 geregistreerd in het kadaster.

Historiek

Op de locatie van de huidige burgerwoning langs de huidige Tiensesteenweg werd op historische kaarten reeds in de eerste helft van de 18^de eeuw een hoevecomplex weergegeven. Waar de Villaretkaart (1745-1748) vermelding maakt van een semi-gesloten ensemble, wordt op de kaart van Ferraris (1771-1778) een langwerpig volume parallel met de straat weergegeven, omgeven door akkers en een bomenrij. Tot 1881 geven de kaarten alsook het kadaster hetzelfde langwerpige volume weer met parallel een kleiner volume. Opvallend is hoe tussen 1881 en 1912 het complex werd uitgebreid met verschillende bijgebouwen. In 1922 wordt het burgerhuis op de schetsen van het kadaster voor het eerst weergegeven op zijn rechthoekige plattegrond en deel uitmakend van het steeds meer verdwijnende hoevecomplex. Vermoedelijk dateert het huidige uitzicht uit deze periode. In 1933 werd een extra travee geregistreerd aan de rechterzijde van woning waarin vandaag de garagepoort vervat zit.

Beschrijving

Het burgerhuis telt drie traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak met rode pannen en heeft een dubbelhuisopstand. Een extra travee werd in 1933 geregistreerd tegen de rechterzijpuntgevel en telt twee bouwlagen onder een lager zadeldak. Het burgerhuis werd voorzien van een parement in felrode baksteen boven een hardstenen plint met rechthoekige keldergaten. Witstenen lijsten sieren de gevel. De centrale travee omvat de voordeur, voorzien van een hardstenen trede en dito geriemde omlijsting met bakstenen rollaag en hardstenen aanzetstenen en sluitsteen en getande latei tussen de deur en het bovenlicht. De vensters zijn steeds voorzien van een hardstenen lekdrempel en omlijsting met oren en getande latei, waarboven een ontlastingsboog in rode en witte bakstenen. De lagere, rechtse travee heeft een parement in zachtrode baksteen, op lage hardstenen plint. De witstenen muurband van de woning loopt door over deze travee. Een garagepoort met afgeronde bovenhoeken en een rechthoekig venster op de verdieping, beide met eenzelfde hardstenen omlijsting als in het hoofdgebouw, werken de travee open. Opvallend is hoe de zijgevel niet werd uitgewerkt als een blinde gevel, maar witte muurbanden alsook een oculusvenster in de geveltop heeft.

Het geprofileerde houten schrijnwerk met fijne roedeverdeling in het bovenlicht bleef bewaard voor de vensters. De voordeur en de garagepoort werden vernieuwd. Een houten kroonlijst bleef bewaard voor zowel de hoofdbouw als voor de poorttravee.