De dorpswoning werd kadastraal geregistreerd in 1906; de vrijstaande, achterliggende schuur werd een jaar later geregistreerd in het kadaster.

De dorpswoning is opgevat als een breedhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak van rode pannen. Verankerde rode baksteenbouw op een gecementeerde plint met keldergaten. De lijstgevel wordt gesierd door de sterk opgelegde bakstenen boogfries onder de houten kroonlijst. In de linkertravee bevindt zich de poorttoegang onder houten latei en ontlastingsboog. De gevel wordt geopend door segmentboogvormige vensters onder bakstenen rollaag met witstenen sluitsteen, voorzien van een hardstenen lekdrempel. Bewaarde dubbele houten poort met bovenlicht. Vernieuwd schrijnwerk van de vensters.

De poort vormt de toegang tot de woning en tot het achterliggende perceel met schuur. Deze bakstenen schuur werd kadastraal geregistreerd in 1907 en werd opgetrokken op rechthoekige plattegrond en onder zadeldak van rode dakpannen.