Het geheel van twee gekoppelde dorpswoningen, kadastraal geregistreerd in 1878, werd opgetrokken in opdracht van Guillielmus Stienlet, schrijnwerker te Heverlee. De woningen zijn voorzien van een gevelbepleistering in neoclassicistische stijl met kenmerkende schijnvoegen, geprofileerde vensteromlijstingen en rijk gedecoreerde sluitstenen.

De dorpswoningen werden gelijktijdig opgetrokken als twee volgens spiegelbeeldschema gekoppelde breedhuizen van twee en halve bouwlaag onder een doorlopend zadeldak van rode pannen. Nummer 17 is met zijn drie traveeën breder dan het twee traveeën tellende huis nummer 19. Volgens het kadaster haken beide L-vormige volumes in elkaar ter hoogte van de centrale travee met onderdoorgang naar het achterliggende perceel. De witgeverfde en bepleisterde lijstgevels op een lichtgrijs geschilderde plint zijn afgewerkt met een houten kroonlijst op klossen en tandlijst. Beide woningen hebben een klassieke en regelmatige gevelgeleding waarbij de uiterste traveeën de deurtraveeën vormen en de overige traveeën per bouwlaag worden opengewerkt door segmentbogige venters. Afwijkend is de (oorspronkelijke) doorgang ter hoogte van de derde travee van nummer 17, die het achterliggende perceel en de bebouwing langs de Naamsesteenweg ontsluit.

Nummer 17 heeft een wit bepleisterde afwerking met schijnvoegen, formaat baksteenmetselwerk. Cordonlijsten werden tussen de verschillende bouwlagen aangebracht. De gelijkvloerse verdieping heeft twee deuropeningen, de originele segmentbogige ter hoogte van de linker travee en een later toegevoegde ter hoogte van de rechter travee. Het brede rechthoekige venster in de middentravee is later verbouwd. De eerste en tweede verdieping (halve bouwlaag), zijn per travee opengewerkt door segmentbogige vensters met geprofileerde omlijstingen en hardstenen lekdrempels. Een klassieke, 19de-eeuwse enkelhuisindeling met het trappenhuis en achterliggend de functionele vertrekken in de linker travee en de woonvertrekken in enfilade in de venstertravee, wordt voor beide woningen verwacht. De extra deurtravee bij nummer 17 vormt een doorgang ter hoogte van de begane grond.

Nummer 19 heeft eveneens een wit bepleisterde afwerking met schijnvoegen en cordonlijsten. De begane grond wordt als sokkel benadrukt door bossage, terwijl de verdiepingen door een verdeling volgens baksteenformaat aansluiten bij de gevel van nummer 17. De rechter travee omvat de segmentbogige voordeur, de linker travee vormt de venstertravee. De drie bouwlagen worden opengewerkt door segmentbogige vensters, telkens voorzien van hardstenen lekdrempels en geprofileerde omlijstingen versierd met guirlandes ter hoogte van de sluitsteen. Ook voor deze woning wordt een klassieke enkelhuisplattegrond verwacht.

Het oorspronkelijke schrijnwerk bleef gedeeltelijk behouden voor beide woningen. Houten deuren met bovenlichten kenmerken de oorspronkelijke toegangen. Houten drielicht met gekleurde glasramen in het bovenlicht op de begane grond van nummer 17, en een houten T-vormig raam met de oorspronkelijke houten luiken op nummer 19; houten ramen op de overige bouwlagen.