is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Architectenwoning Albert Mommaels
Deze vaststelling is geldig sinds
De villa in art-decostijl werd in 1935 door architect Albert Mommaels opgetrokken als eigen woonst. De vormgeving onderscheidt zich door een gevarieerd materiaalgebruik (baksteen, witte bepleistering en hardsteen), alsook door een plastische uitwerking met een variatie aan gevelelementen, vooruitspringende en terugwijkende venster- en deurpartijen. De architectenwoning uit 1935 verschilt sterk van de overige gebouwen die aan Mommaels zijn toegeschreven. De architect realiseerde voornamelijk wederopbouwwoningen in een kenmerkende eclectische en historiserende bouwstijl in het centrum van Leuven. De woning werd recent opgedeeld in drie wooneenheden.
De villa ligt teruggetrokken van de straat op een spievormig perceel dat in het westen grenst aan de spoorweg die dit deel van Heverlee doorsnijdt. De woning ligt gedeeltelijk verhoogd ten opzichte van de straat. De kelderverdieping met garage bevindt zich op straatniveau, en was aanvankelijk toegankelijk door een verharde oprit, geflankeerd door twee bakstenen pijlers met hardstenen dekstenen. Eveneens vanaf de straat maakte een pad aan de rechter zijde van het perceel de achterliggende tuin toegankelijk. Dit pad werd afgesloten door een witgeschilderde, houten poort, eveneens gevat tussen twee bakstenen pijlers met deksteen (verdwenen). Enkel de twee uiterste pijlers bleven bewaard en bakenen de verharde oprit af.
De imposante villa heeft een quasi vierkante plattegrond met een afgeronde hoek in het zuiden en een halfronde uitbouw in het noordwesten. De woning omvat twee bouwlagen en een half bovengrondse kelderverdieping onder een schilddak, afgerond in het noordwesten en bedekt met donkere ‘muldenpannen’. Het gevelparement is opgetrokken uit rood baksteenmetselwerk in halfsteens verband met een witte pleisterlaag op de eerste verdieping. De gelijkvloerse en eerste verdieping worden duidelijk van elkaar gescheiden door een uitkragende witgeschilderde puilijst, die interageert met de parallelle en eveneens sterk uitkragende kroonlijst van de gevel. De rechthoekige vensters en deur hebben lijsten in rode baksteen, hardstenen lekdrempels en witgepleisterde lateien.
De voorgevel telt drie traveeën volgens het dubbelhuisprincipe met een afgebogen hoek ter hoogte van de linker travee. Per bouwlaag werken drie rechthoekige vensters, gescheiden door bakstenen stijlen, de gebogen hoektravee open. De centrale inkomtravee wordt sterk benadrukt door het portaal ter hoogte van de verhoogde begane grond. De inkomdeur is bereikbaar via een trappenpartij in breuksteen die de hellende voortuin doorsnijdt. Een bordes in hardsteen geeft uit op het portaal. De rechthoekige inkomdeur in een geprofileerde hardstenen omlijsting wordt geflankeerd door de rechthoekige zijlichten van de hal. De puillijst die deze bouwlaag aflijnt, springt vooruit ter hoogte van de inkompartij en vormt zo een luifel. De verdieping heeft een gebogen en dieperliggende vensterpartij, omgeven door een rode bakstenen omlijsting. Een raster van wit bepleisterde, verticale stijlen en horizontale, hardstenen tussendorpels resulteert in twaalf kleine vensters die de achterliggende traphal van daglicht voorzien. Portaal en traplicht zijn door de driedelige geleding op elkaar afgestemd. Een brede, bakstenen dakkapel met uitkragende kroonlijst werkt het dak open ter hoogte van deze centrale travee. De rechter travee onderscheidt zich door de garage op straatniveau, met een rechthoekige poort onder een wit bepleisterde latei. Twee rechthoekige vensters met bakstenen omlijstingen, een hardstenen lekdrempel en wit bepleisterde lateien kenmerken de gelijkvloerse en de eerste verdieping. Het venster op de verdieping werd uitgewerkt als een overhoeks venster.
De zij- en achtergevels hebben eveneens een rood bakstenen parement op de gelijkvloerse verdieping en een witte bepleistering op de eerste verdieping, gescheiden door de doorlopende, breed uitkragende puillijst en afgelijnd door de kroonlijst. Deze gevels tellen elk drie traveeën en worden gekenmerkt door grote, rechthoekige vensters, telkens overhoeks op de verdieping en een rechthoekig venster in de centrale travee. Eveneens in de centrale travee van de rechter zijgevel bevindt zich de eenvoudige dienstingang, geflankeerd door zijlichten. Een vijfhoekige uitbouw op de gelijkvloerse verdieping van de achtergevel, legt ook hier sterk de nadruk op de centrale travee, eveneens met een dakkapel. Het oorspronkelijke houten schrijnwerk, zoals weergegeven op een foto uit 1971, bleef gaaf bewaard. De donkerhouten voordeur met bovenlicht en de twee, flankerende zijlichten, zijn versierd met rood smeedijzeren traliewerk met spiralen. Traliewerk kenmerkt eveneens de drieledige, witgeschilderde en houten garagepoort ter hoogte van de kelderverdieping in de rechtertravee, alsook de deur van de dienstingang in de rechter zijgevel. Tweedelige en driedelige, geprofileerde en witgeschilderde houten ramen kenmerken de hoektraveeën, op de begane grond voorzien van geelkleurige glas in lood..
De villa heeft een dubbelhuisplattegrond waarbij de centrale travee bijna volledig wordt ingenomen door de hal met trappenhuis, die de woning opdeelt in een linker en rechter flank. Volgens de bouwplannen bevindt zich in het verlengde van het trappenhuis de langwerpige woonkamer, met de vijfzijdige uitbouw uitkijkend op de achtertuin. De rechter flank huisvest dienstverlenende functies (zie dienstingang) als de keuken aan de straatzijde, een vestiaire en toilet, gevolgd door een speelkamer. De linker flank omvat het boogvormige salon aan de straatzijde, in verbinding met de langwerpige eetkamer. Op de verdieping vormt de bordestrap de kern waarrond vijf slaapkamers, een badkamer en een bureel geschikt werden. Een tweede steektrap vertrekt op deze verdieping en maakt de zolder met twee slaapkamers toegankelijk. De woning is volledig onderkelderd met in de rechter travee de garage gevolgd door een waskelder. De centrale travee omvat de trap naar de gelijkvloerse verdieping, ruimte voor de verwarmingsinstallatie en een kolenkelder, de linker travee drie opeenvolgende kelders voor voorraad en kolen.
Auteurs: Elsen, Liedewij; Peers, Sarah
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Heverlee
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Architectenwoning Albert Mommaels [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305733 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Leuven
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.