is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Interbellumvilla
Deze vaststelling is geldig sinds
De ruime eclectische villa met elementen uit de cottagestijl, gelegen te midden van een groot bosrijk perceel, werd opgetrokken in 1927 in opdracht van Antoine, afkomstig uit Herent en professor aan de Katholieke Universiteit Leuven. De plannen bijgesloten bij de bouwaanvraag werden niet gesigneerd door een architect.
De imposante eclectische villa werd niet volledig uitgevoerd volgens de ongesigneerde ontwerpplannen bij de bouwaanvraag van 1927. Enkele kenmerken van de cottagestijl zoals het imitatievakwerk, werden bij de realisatie van de woning achterwege gelaten. De villa op een quasi vierkante plattegrond staat ingeplant in de diepte van een ruim, boomrijk perceel. De zuidoostelijke gevel vormt de voorgevel en richt zich naar de Waversebaan. Twee gebogen oprijlanen geven vanuit de Waversebaan toegang tot de woning.
De villa telt twee bouwlagen met souterrain onder een mansardedak met rode pannen, dat wordt doorbroken door hoge, bakstenen schoorstenen. Ter hoogte van de opstaande rand wordt het mansardedak veelvuldig opengewerkt door dakvensters onder lessenaarsdaken. De woning werd voorzien van een parement in rode baksteen, op de eerste bouwlaag met witstenen sierbanden en cordonlijsten. Het originele ontwerp zoals weergegeven op de bouwplannen voorzag ter hoogte van de tweede bouwlaag een bepleisterde afwerking met imitatievakwerk tussen de vensteropeningen. Dit kenmerk van de cottagestijl werd nooit als dusdanig uitgevoerd en werd vervangen door een sober parement in baksteen van een lichter type. Een licht vooruitspringende plint in wildverband vormt de aanzet voor de gevels, een ver uitkragende, witgeschilderde houten kroonlijst lijnt de gevels af. Rechthoekige vensters werken de gevels open en worden steeds voorzien van een brede bakstenen rollaag en een hardstenen lekdrempel.
De zuidoostelijk georiënteerde voorgevel telt drie traveeën met centraal een licht risaliterende deurtravee met rondboogdeur, voorzien van een getrapte omlijsting met sluitsteen. Deze wordt voorafgegaan door een betonnen steektrap van vijf treden. Ter hoogte van de tweede bouwlaag bevindt zich een rechthoekig venster met bakstenen rollaag en witstenen aanzetstenen. In de linkervenstertravee bevindt zich een dubbelhoge, driezijdige erker, onder een leien bedaking die aansluit op het mansardedak. Deze is voorzien van rechthoekige vensters met bakstenen rollagen en witstenen aanzetstenen. Ter hoogte van de rechtervenstertravee bevindt zich een betonnen bloembak die aansluit op de steektrap voor de inkom. Twee rechthoekige vensters op de begane grond en één op de verdieping kenmerken deze travee.
De zij- en achtergevels weerspiegelen steeds drie traveeën en werden eveneens opgetrokken in rood baksteenmetselwerk met sierbanden en cordonlijsten ter hoogte van de eerste en tweede bouwlaag. Ter hoogte van de centrale travee in de noordoostelijke zijgevel bevindt zich een eenlaagse aanbouw onder plat dak, op de ontwerpplannen van 1926 voorzien van een rijkelijk uitgewerkt portaal met trappenpartij, die vermoedelijk nooit uitgevoerd werd. Een eenvoudige deur vormt mogelijk de diensteningang in de linkertravee. De lijstgevel wordt er verlevendigd door een centraal geplaatste dakkapel onder afgewolfde bedaking. De noordwestelijk georiënteerde achtergevel werd net zoals de voorgevel rijkelijk vormgegeven en kent ter hoogte van de uiterste venstertraveeën opmerkelijke geveluitsprongen. In de rechtervenstertravee sluit een driezijdig overdekt terras op breukstenen plint aan op het hoofdvolume, in de hoeken voorzien van losstaande zuilen die een bovenliggend terras ondersteunen. Zuilen met decoratief uitgewerkte kapitelen dragen het balkon van de bovenliggende verdieping en steunen op een verhoogd bordes, tevens terras. De linkertravee is voorzien van een driezijdige erker die ter hoogte van de tweede bouwlaag eveneens dienst doet als terras. Beide balkons worden toegankelijk gemaakt door dubbele deurvensters. De centrale deurtravee wordt voorafgegaan door een torenvolume op rechthoekige plattegrond met naaldspits, die boven het mansardedak uitsteekt. Op de eerste verdieping wordt de toren opengewerkt door een rechthoekig venster, in de top van de toren langs iedere zijde door een rondboogvormig venster. Op de begane grond doet deze travee dienst als toegangsportaal, dat toegang verschaft tot beide flankerende uitbouwen en een rondbogige achterdeur. Deze is bereikbaar via een betonnen steektrap van vijf treden met flankerende bloembakken. De zuidwestelijke zijgevel werd volgens de plannen eerder gesloten uitgewerkt met een rechthoekig venster en een dakkapel in het verlengde. Een schoorsteenaanzet siert de voor het overige blinde gevel.
Het houten schrijnwerk bleef bewaard: witgeschilderde houten ramen met bovenlichten met kleine roedeverdeling kenmerken de vensters ter hoogte van de gevels, vensters met cirkelvormige ramen de dakkapellen. Een houten voordeur met ovaal licht en straalvormig bovenlicht bleef eveneens intact bewaard.
De onderkelderde woning wordt gekenmerkt door een traditionele dubbelhuisindeling, waarbij een lange centrale gang de voordeur met achterdeur verbindt en waarop in de rechterflank dwars de traphal aansluit. In deze rechterflank bevinden zich aan de straatzijde de functionele ruimtes, waaronder de keuken met aansluitend in de aanbouw een wasplaats. De traphal scheidt deze ruimtes van de grote woonkamer, die uitgeeft op de achtertuin. Ter hoogte van de linkerflank bevinden zich de ontvangstvertrekken in enfilade, met eetkamer aan de straatzijde en salon en overdekt terras aan de tuinzijde. De trap geeft op de eerste verdieping uit op een centrale overloop, waarrond de verschillende ruimtes geschikt zijn. Aan de straatzijde bevinden zich twee kamers, met tussen beide de badkamer. De grote slaapkamer aan zuidwestelijke zijde sluit aan op een werkkamer die aan de tuinzijde uitgeeft op het terras. De planindeling van de zolderverdieping is niet gekend. De ontwerpplannen bij de bouwaanvraag maken ook vermelding van rijkelijk vormgegeven, houten binnenschrijnwerk op zowel de gelijkvloerse als op de eerste verdieping. Het is onduidelijk of dit werd gerealiseerd en al dan niet bewaard.
Auteurs: Elsen, Liedewij
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
In de inventaristekst van 2019 wordt de villa omschreven als gebouwd in eclectische stijl. Omdat deze bouwstijl in principe niet meer gebruikt wordt voor architectuur na WOI, is deze omschrijving niet correct. De interbellum villa is gebouwd in een eerder traditionele stijl met referenties aan de cottagestijl.
De beschrijving is grotendeels opgebouwd op basis van de originele bouwplannen. Toch zijn een aantal elementen anders uitgevoerd dan voorzien of sinds de bouw van de villa gewijzigd:
Is deel van
Heverlee
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Interbellumvilla [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305744 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Leuven
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.