is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Gekoppelde burgerwoningen in modernistische stijl
Deze vaststelling is geldig sinds
Deze gekoppelde burgerwoningen in modernistische stijl werden opgetrokken in spiegelbeeldschema naar een ontwerp van architect Jean Dewit uit 1936. De woningen werden gebouwd in opdracht Guillaume François, adjunct-commissaris van Leuven en zijn schoonzoon Ernest Thersy.
De modernistische gekoppelde woningen vormen tot dusver een uitzondering in het oeuvre van de architect. Jean Dewit is gekend voor zijn ontwerpen in eclectische en neotraditionele stijl in de Leuvense binnenstad. Gekend zijn zijn ontwerpen voor verschillende handelspanden en burgerhuizen aan de Oude Markt die alle dateren uit de wederopbouwperiode tussen 1919 en 1924. Kenmerkend voor de woning is de expressief uitgewerkte voorgevel waarbij de twee centrale traveeën monumentaal werden uitgewerkt en verschillende referenties vertonen naar de pakketbootstijl.
De koppelwoningen werden opgetrokken in 1936 door G. François en E. Thersy. G. François was de schoonvader van de heer E. Thersy. De woningen moesten sterk teruggetrokken van de rooilijn worden opgetrokken. Een afsluiting ter afbakening van het perceel langs de straatzijde was verplicht, onder meer ter verfraaiing van de woonbuurt. In dezelfde aanvraag werd dan ook de breukstenen tuinmuur ter hoogte van de gemeenschappelijke voortuin vergund.
In 1963 werd door E. Tersy, eigenaar van nummer 255, de toestemming verkregen voor het bouwen van een half ondergrondse garage, ter hoogte van de voortuin, bereikbaar vanop de straat door middel van een verharde oprit. De breuksteen die werd aangewend voor de tuinmuur uit 1936 werd door Tersy doorgetrokken voor de afwerking van de keermuren ter hoogte van deze oprit. Deze wijzigingen gebeurden onder leiding van de architect Antoon Elsen. In 1965 vonden bij dezelfde woning verbouwingen plaats ter hoogte van de begane grond, tuinzijde. In hetzelfde jaar vonden gelijkaardige moderniseringen plaats bij de woning nummer 257, eveneens aangevraagd door E. Thersy die intussen de woning van zijn schoonvader door erfenis had verworven. In 1972 was de heer Albrecht Huybrechts eigenaar van de woning nummer 257. Ook hij verbouwde de woning met een nieuwe uitbouw ter hoogte van beide bouwlagen, uitgevend op de achtertuin, onder leiding van architect J. De Roeck.
De woningen worden gekenmerkt door een gespiegelde opbouw van twee bouwlagen en twee identieke traveeën onder een doorlopend schilddak bedekt met zwarte leien en met hoge schoorstenen. De twee uiterste traveeën werden eerder sober vormgegeven en staan in contrast met de monumentale, centrale traveeën. Deze laatste traveeën vormen de deurtraveeën, zijn vooruitspringend en steken ver uit boven de dakrand. De woningen zijn voorzien van parementen in metselwerk van platte bakstenen boven een hoge plint van verticaal gemetselde steen. Geveldetailleringen in vlakke bepleistering doen vermoeden dat de woning later werd witgeschilderd.
De uiterste traveeën vormen de venstertraveeën en worden gekenmerkt door rechthoekige, overhoekse vensterpartijen ter hoogte van iedere bouwlaag. Een wit bepleisterde, ronde zuil ondersteund door een hardstenen lekdrempel, fungeert als muurdam ter hoogte van de hoeken. De verdieping is hierbij licht risaliterend en overkraagt de gelijkvloerse verdieping. Een (vernieuwde) kroonlijst omzoomt de gevel ter hoogte van deze travee en ter hoogte van de voor- en zijgevels. De twee gespiegelde deurtraveeën worden gekenmerkt door verticale en boven de dakrand uitkragende, vooruitspringende en naar de uiterste traveeën afbuigende volumes. Ter hoogte van de begane grond worden beide centrale traveeën horizontaal verbonden door een vooruitspringend volume boven een plint van hardstenen tegels en onder een holle, uitkragende kroonlijst. Een lage, rechthoekige bloembak benadrukt deze horizontale geleding. Ter hoogte van dit volume bevindt zich de inkomhal, bereikbaar door een rechthoekige voordeur in de diepte van deze vooruitspringende travee. Deze inkomhal met achterliggende vestiaire worden opengewerkt door rechthoekige (overhoekse) vensters. Beide woningen worden verticaal van elkaar gescheiden door een wit bepleisterde driekwartzuil, aanvankelijk voorzien van een smeedijzeren vlaggenstok (zie houders), die centraal hoog uitkraagt. Aan weerszijden ervan bevinden zich smalle rechthoekige, eveneens verticale, vensters, voorzien van kleurrijke glasramen, ter verlichting van de achterliggende trapkokers. Ze benadrukken de verticale geleding van beide woningen. De uitspringende traveeën hebben een rechthoekig en rond venster en worden bekroond door een uitkragende dakrand.
De zijgevels werden, afgezien van de overhoekse vensters ter hoogte van beide bouwlagen (zie voorgevel), blind uitgewerkt. Het schrijnwerk bleef bewaard bij nummer 257. Eenvoudig witgeschilderd houten schrijnwerk kenmerkt de diverse vensteropeningen.
De onderkelderde woningen hebben een gespiegelde plattegrond waarbij de centrale traveeën de inkomhal en het trappenhuis omvatten, ter hoogte van de gemene muur. Ter hoogte van de uiterste traveeën en uitkijkend op de voortuin bevindt zich steeds de woonkamer. Beide traveeën worden langs de achterzijde van de woning verbonden door een gevelbrede eetplaats. Ter hoogte van de begane grond bevond zich aanvankelijk een uitbouw met de keuken en de natte cel (gespiegeld). Bij verbouwingen in de tweede helft van de 20ste eeuw werden deze vervangen door nieuwe aanbouwen. Op de verdieping werden bij beide woningen twee slaapkamers voorzien ter hoogte van de woon- en eetkamer. Een badkamer situeerde zich parallel aan de trapkoker en ter hoogte van de centrale, vooruitspringende travee.
Auteurs: Elsen, Liedewij
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
De indeling van beide woningen werd sinds de bouw aangepast en gewijzigd, ook op de verdiepingen. Het schrijnwerk van de woningen werd deels vervangen, ook de kleurrijke glasramen van de trappenkokers werd hierbij vervangen tussen 2016 en 2020. De hoge schoorstenen van nummer 255 werden bij deze laatste verbouwing verwijderd.
Is deel van
Heverlee
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Gekoppelde burgerwoningen in modernistische stijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305747 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Leuven
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.