Burgerhuis in cottagestijl, gebouwd naar een ontwerp door architect Guillaume Peeters uit 1925. De opdrachtgever was A. De Metz die woonde in de Turkstraat 8 in Antwerpen. Opgetrokken in een pittoreske bouwstijl vertegenwoordigt de cottagewoning de vrij conventionele smaak van de burgerij in het vroege interbellum. De woning behoort tot de tweede grote bouwcampagne in de straat, van circa 1923 tot circa 1930, en sluit vandaag een gevelwand met bescheiden rijwoningen van twee tot drie bouwlagen onder hoofdzakelijk platte bedaking.
De woning De Metz en de sterk gelijkende woning De Boeck enkele huizen verderop, behoren tot de latere ontwerpen van architect Guillaume Peeters. Peeters was vanaf omstreeks 1905 in Antwerpen actief en bouwde een oeuvre op van villa’s en conventionele burgerhuizen en meergezinswoningen in vooral eclectische stijl, art-decostijl, en cottagestijl. Behalve de woningen in de Plankenbergstraat zijn van Peeters cottagewoningen bekend in onder meer de wijk Pulhof te Berchem, waaronder Koninklijkelaan 113 en 115 en Lodewijk Gerritslaan 35, 41 en 43. Ook de prestigieuze cottagevilla Schenck in de Nieuw-Parkwijk 'Den Brandt' is een ontwerp van Peeters.
Horizontaal geleed door muurbanden en klassiek hoofdgestel telt de twee traveeën brede woning twee bouwlagen onder een leien pseudomansardedak. De lijstgevel, rustend op een lage plint van blauwe hardsteen, kreeg een rood baksteenparement in kruisverband met dubbel gedagstreepte en bijgekleurde voegen. De pui is later platvol hervoegd. Muurbanden, vensteromlijstingen, negblokken, aanzetstenen en lateien zijn contrasterend uitgevoerd in witte simili-pierre op een drager van baksteen of beton. Witte natuursteen werd vermoedelijk aangewend voor de heden geschilderde vensterdorpels en architraaf. Behalve in de materialenpolychromie berust de cottagestijl onder meer ook in de gebiljoende vensteromlijstingen, het karakteristieke houten deur- en vensterschrijnwerk met kleine roedeverdeling; en de mijtervormige geveltop. Het ontwerp voorzag ook in typisch houten pseudovakwerk op de fries en geveltop, maar dit werd niet uitgevoerd of is later vervangen door een vlakke bepleistering.
De asymmetrische gevelcompositie legt de klemtoon op de brede venstertravee. Deze travee, axiaal van opzet en uitgevoerd in risaliet, telt op elke bouwlaag een groot rechthoekig venster en wordt bekroond door een geschilderde en bepleisterde geveltop in mijtervorm. De smalle toegangstravee verenigt een verhoogde inkomdeur met zijlicht en een smal getoogd etagevenster, en eindigt met een houten dakvenster boven een rechte kroonlijst. Onder de huidige kunststofbekledingen bevinden zich wellicht nog de originele kroonlijst en daklijsten. Het kwaliteitsvolle houten deur- en vensterschrijnwerk bleef gaaf bewaard.
Volgens het bouwplan vertoont de burgerwoning een traditionele enkelhuisindeling. De toegangstravee wordt ingenomen door een inkomhal met trappenhuis, een verbindingsgang, en, in een smallere aanbouw, een keuken en een pompplaats met toilet. De brede venstertravee vertoont een typische enfilade van salon, eetkamer, en overdekt terras dat uitgeeft op de tuin. Ongebruikelijk gaf Peeters de eetkamer vorm als een liggende trapezoïde, met in de twee korte schuine zijden deuren naar de hal en de keuken, en in de muur tussen beide deuren een binnenraam naar de verbindingsgang. De verdieping omvat in de voorbouw twee slaapkamers en een linnenkamer, en in de aanbouw een derde slaapkamer en wasplaats met toilet. Vier mansardekamers nemen de dakverdieping in, en drie provisieruimten en een kolenberging de kelder.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossier 329#1270.