is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kunstenaarswoning Wytsman met atelier
Deze vaststelling is geldig sinds
Woning van kunstschilders Rodolphe (Dendermonde, 1860 – Linkebeek, 1927) en Juliette Wytsman (Brussel, 1866 – Elsene, 1925) met een achterliggend atelier in de ruime tuin, waarbij de bebouwing opklimt tot het einde van de 19de eeuw en aangepast werd tijdens de eerste decennia van de 20ste eeuw.
De uit Dendermonde afkomstige Rodolphe Wytsman studeerde aan de Academie voor Schone Kunsten in Gent en zou zich al snel toeleggen op landschapsschilderkunst in open lucht. Wanneer zijn gezin later naar Brussel verhuisde, volgde hij les aan de Academie van Brussel (1880-1882). Zowel in Gent als in Brussel bouwde hij een boeiend netwerk uit. In 1882 ondernam hij een reis naar Italië en kort daarna vestigde hij zich in de zomer in Knokke, waar zich een kleine kunstenaarskolonie van progressieve landschapsschilders ontwikkelde en hij deel uitmaakte van de avant-gardegroep “Les XX”.
Op 15 februari 1886 huwde hij met kunstschilderes Juliette Trullemans. Ze woonden in Brussel, maar daarnaast hadden ze in functie van hun artistieke carrière in eerste instantie een buitenverblijf in Terhulpen. Volgens literatuur vestigden ze in 1892 hun buitenverblijf in Linkebeek, op de heuvel die de vallei van de Moulin Rose (Ukkel) domineert. Ze verwierven op dat moment het landgoed ‘Les Tournesols’. In 1896 registreerde het kadaster een ‘reconstruction totale’ van de voormalige woning door het koppel Wytsman-Trullemans. De inplanting van de woning was identiek aan de bestaande bebouwing, maar werd uitgebreid met een terugspringende uitbouw aan de zuidoostzijde. In de grote omliggende tuin werd op dat moment ook een ‘gebouw’ ingetekend ten noordoosten van de woning. Dit gebouwtje bevond zich op de plaats van het latere atelier, maar was veel kleiner in omvang. De functie ervan werd op dat moment in het kadaster niet vermeld.
Volgens L. Jottrand ging de woning al snel op in de weelderige tuin, die voorzien was van een grote diversiteit aan bloemen, bomen en aanplantingen. De tuin en zeker de bloemen waren voor Juliette een belangrijke inspiratiebron en vormden een decor voor haar florale schilderijen. Behalve in Linkebeek schilderden ze ook frequent in de buurt van de Maas en ruimer in Brabant. De schilderijen van Rodolphe Wytsman die Linkebeek als decor hadden, overspanden de periode vanaf 1892 tot in 1927, het jaar van zijn overlijden.
In 1906 registreerde het kadaster een ‘reconstruction partielle’ van het bijgebouw in de tuin tot een grotere remise, maar deze heropbouw vond minstens twee jaar voordien plaats. In de jaren 1920 werd het volume benoemd als ‘werkhuis’ en was het nog steeds in eigendom van kunstschilder Wytsman. De woning werd na de dood van het kunstenaarskoppel uitgebreid aan de noordwestzijde, namelijk volgens een kadastermutatie van 1930, toen het goed in eigendom was van handelsbestuurder Jan Frans Vandenbranden. Het is tot vandaag in die vorm bewaard, met uitzondering van een vermoedelijke aanpassing van de zuidoostelijke uitbouw. Deze sprong op de mutatieschetsen dieper in aan de tuinzijde, geflankeerd door een overdekt gedeelte, terwijl in de huidige toestand de achtergevel ervan gelijkloopt met die van hoofdvolume.
De laat-19de-eeuwse kern van het woonhuis omvat een volume van drie traveeën en twee bouwlagen onder een uitkragend pannen zadeldak (nok loodrecht op de straat), waarvan het zuidoostelijke dakvlak asymmetrisch afloopt door de aanwezigheid van een lagere, tweelaagse uitbouw, die achteruitspringt ten opzichte van de straatgevel. De toegang bevindt zich in de noordoostelijke gevel, aan de zijde van de ruime tuin. Ten noordwesten bevindt zich de, volgens kadastergegevens latere uitbreiding van de woning, bestaande aan de tuinzijde uit een haaks volume onder een afgewolfd zadeldak, voorafgegaan door een volume onder een plat dak, beide twee bouwlagen hoog. De gevels worden afgelijnd door houten kroonlijsten. Het volume is opgevat als een verankerde, wit geschilderde baksteenbouw op een plint in blauwe hardsteen. De straatgevel van het hoofdvolume en de voor- en zijgevel van de uitbouw ten zuidoosten worden geritmeerd door in het metselwerk uitgewerkte waterlijsten, op de bovenverdieping doorgetrokken en decoratief geaccentueerd. De gevels worden hoofdzakelijk geopend door licht getoogde vensters met hardstenen lekdrempels. Zo is de straatgevel regelmatig geopend en op de dakverdieping bijkomend centraal verlicht met twee kleinere vensters. De verspringende situering van de vensters in de noordoostelijke gevel veruitwendigt de interne structuur en de locatie van de trap. In de noordoostelijke en noordwestelijke gevels zijn enkele vensters rechthoekig uitgewerkt. Sommige vensters in de zuidoostelijke uitbouw zijn afgesloten met diefijzers. Alle vensters bewaren houten schrijnwerk; de benedenvensters zijn voorzien van houten luiken. De rechthoekige, houten toegangsdeur is gevat in een omlijsting in natuursteen, voorzien van negblokken en eveneens uitgewerkt als latei.
Het in de ruime tuin gelegen atelier is ingeplant op een L-vormige plattegrond. Het hoofdvolume van twee bouwlagen onder een uitkragend, afgewolfd pannen zadeldak (nok loodrecht op de straat), wordt aan de noordoost- en zuidoostzijde geflankeerd door een uitbouw van één bouwlaag onder een plat dak. De houten kroonlijst en het witgeschilderde bakstenen parement sluiten aan bij de woning. Variaties in het metselwerk verlevendigen de gevels. Zo is de zuidwestgevel bovenaan geritmeerd door een licht uitkragend gevelvlak, onderaan voorzien van een getrapte lijst. De noordwestgevel wordt afgelijnd met steunberen die samen met een getrapte lijst een verdiept gevelvlak aflijnen. Dit vlak wordt centraal op de bovenverdieping doorbroken door een rechthoekig venster in een geprononceerde, strakke omlijsting. De noordoostelijke gevel refereert het sterkst naar de functie als kunstenaarsatelier omwille van het grote rondboogvenster dat de bovenverdieping verlichtte. De onderbouw is gedeeltelijk opengewerkt, onder meer met twee rondboogopeningen in de zuidwestgevel. De bovenverdieping, toegankelijk via een buitentrap, wijzigde qua planindeling en functie, en ook werd een tussenniveau gerealiseerd, waardoor de impact en het uitzicht van het oorspronkelijke dubbelhoge atelierraam werd tenietgedaan.
Auteurs: Verhelst, Julie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Linkebeek
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kunstenaarswoning Wytsman met atelier [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305833 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.