is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Herenhuis, opgesplitst tot twee burgerhuizen
Deze vaststelling is geldig sinds
Herenhuis met oudere kern en laat-classicistische lijstgevel uit 1820, rond 1824 gesplitst tot twee afzonderlijke burgerhuizen.
In 1820 diende de heer Delmotte een aanvraag in voor de realisatie van een lijstgevel voor een woning van in totaal zeven traveeën in de Kanunnik De Deckerstraat. De zichtbare gevelankers en steigergaten, negblokken, lateien en plint in witte natuursteen van Kanunnik De Deckerstraat 64 geven aan dat het een verbouwing betrof van de bestaande constructie(s), vermoedelijk teruggaand tot de 16de of de 17de eeuw. Het bouwplan uit 1820 van een onbekende ontwerper - vermoedelijk ondertekende P.F. De Noter vanuit zijn functie als stadsarchitect - toont een herenhuis met een sober, laat-classicistisch ontwerp. De nadruk ligt op de bredere poorttravee aan de rechterzijde met boven de rondboogpoort, waarvan de poortvleugels versierd zijn met een ruitmotief, een deurvenster onder druiplijst met een balkon met versierde afsluiting.
Op het primitief kadastraal plan van de Mechelse binnenstad uit circa 1824 is te zien dat er na de oorspronkelijke opmeting met potlood een splitsing werd getekend tussen het perceel A 601 en A 601bis; dat laatste kadasternummer werd ook in een ander handschrift toegevoegd. De tweedeling van perceel A 601 tot het huidige (2018) K. De Deckerstraat 60-62 en 64 gebeurde dus kort na 1824.
Het primitief kadastraal plan van circa 1824 toont dat het huidige K. De Deckerstraat 60-62 een ruime tuin bezat, die zich uitstrekte tot aan een omvangrijk bijgebouw langs het Sint-Katelijnekerkhof. In 1887 kreeg eigenaar en aannemer P. Van Obberghen de toelating om het bijgebouw aan het Sint-Katelijnekerkhof af te breken en te vervangen door drie stadswoningen; de plannen werden door de aannemer zelf opgesteld. Het bouwplan van de bestaande toestand doet vermoeden dat het afgebroken bijgebouw fungeerde als koetshuis en paardenstal voor het in 1820 gerealiseerde herenhuis aan de Kanunnik De Deckerstraat. De in 1887 aangevraagde wijzigingen werden in 1888 kadastraal vastgelegd.
In 1901 diende pastoor De Weerdt van de Sint-Katelijneparochie een aanvraag in om het rechterdeel van de rond 1824 opgedeelde woning verder op te splitsen in twee huizen van respectievelijk drie en twee traveeën. Volgens het bouwplan van aannemer J. Huysmans werd toen de brede poorttravee uit 1820 verbouwd tot een woonhuisopstand met twee smalle traveeën. Nog datzelfde jaar liet pastoor De Weerdt aannemer Huysmans een plan ontwerpen voor een 'noenschool' met vier klassen. De nieuwe school werd ingeplant tussen de woningen aan de Kanunnik De Deckerstraat en deze aan het Sint-Katelijnekerkhof. Een kadastrale mutatieschets uit 1902 toont de opdeling van het gebouw aan de Kanunnik De Deckerstraat en het volbouwen van vrijwel de volledige tuin.
In 1973 tekende architect Jacques Poplemon de plannen voor de toevoeging van een slaapkamer aan Kanunnik De Deckerstraat 64 en voor enkele interne verbouwingen. De aan het bouwdossier toegevoegde foto's tonen dat het pand toen nog beschikte over een bepleisterde en wit geschilderde voorgevel, een dakvenster boven de rechtertravee en rolluikkasten aan alle vensteropeningen. De gevel van deze woning werd in 1976 ontpleisterd en gevoegd.
In 2002 werd een aanvraag ingediend om K. De Deckerstraat 64 te renoveren en uit te breiden naar ontwerp van de Mechelse architect Erik Verbeeck. De foto's die aan het bouwdossier werden toegevoegd tonen onder meer een 19de-eeuwse houten slingertrap en een driehoekig fronton met oeil-de-boeuf boven de rechtertravee van de achtergevel, die volgens de ingediende bouwplannen behouden bleven. Een kadastrale mutatieschets uit 2005 registreerde de samenvoeging van de percelen van Kanunnik De Deckerstraat 60 en 62, zonder dat er wijzigingen plaatsvonden aan de bestaande constructies.
Kanunnik De Deckerstraat 60-62 en 64 maken deel uit van de straatwand tussen het Kerkstraatje en de Sint-Katelijnestraat die grotendeels bepaald wordt door burgerhuizen met statige lijstgevels, waaronder de aanpalende nummers 54-58 en 66.
Woning met laat-classicistische lijstgevel uit 1820 van twee bouwlagen en acht traveeën onder een doorlopend leien zadeldak (nok evenwijdig met de straat) en met oudere kern, zichtbaar aan de gevelankers en de steigergaten, negblokken, lateien en plint in witte natuursteen van K. De Deckerstraat 64.
Doorlopende, geprofileerde houten kroonlijst uit 1820 op vierkante klossen boven een doorlopend kwartrond waterlijstje in witte natuursteen. Eveneens doorlopende plint in witte natuursteen, gecementeerd en geschilderd ter hoogte van K. De Deckerstraat 60-62. Rechthoekige vensteropeningen op hardstenen onderdorpels; smallere gevelopeningen uit 1901 in de twee rechtse traveeën ter vervanging van de brede poorttravee.
Kanunnik De Deckerstraat 60-62 met vijf traveeën en een bepleisterde en licht blauwgrijs geschilderde lijstgevel. Vernieuwde houten kruisramen met geprofileerde tussendorpel, mogelijk naar historisch model, en vernieuwde voordeur. Dakvenster boven de centrale travee, mogelijk uit 1820 met verwijderde voluutvormige wangen.
Kanunnik De Deckerstraat 64 met drie traveeën en een ontpleisterde en verankerde bakstenen lijstgevel. Gedichte steigergaten in witte natuursteen onder de daklijst. In 2002 vernieuwd houten vensterschrijnwerk naar historisch model. Getraliede dubbele paneeldeur met bovenlicht in hout uit het einde van de 19de of het begin van de 20ste eeuw, mogelijk uit 1901.
Auteurs: Van den Mooter, Maarten
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Kanunnik De Deckerstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Herenhuis, opgesplitst tot twee burgerhuizen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305897 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.