is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Grote burgerwoning
Deze vaststelling is geldig sinds
Burgerhuis gebouwd als eigen woning van schrijnwerker J. Gijs, naar een eigen ontwerp van 1846. De concave gevel volgt de bouwvorm van het koor van de Sint-Romboutskathedraal waarop deze woning uitkijkt.
In 1846 diende schrijnwerker J. Gijs een aanvraag in voor zijn woning aan het Nieuwwerk. De door hem getekende bouwplannen behelsden de vervanging van een oud pand van één bouwlaag met manke trapgevel, door een nieuw gebouw van in totaal zes traveeën, in plaats van de uitgevoerde zeven, dat twee woningen omvatte. Een kadastrale mutatieschets uit 1847 toont de toen gerealiseerde tweedeling van het perceel.
Opmerkelijk is dat de twee linkertraveeën op het gelijkvloers van het in 1846 ontworpen gebouw in feite deel uitmaakten van een belendend perceel. Dat blijkt uit een bouwaanvraag voor het belendend perceel ingediend in 1903, waarbij de bedoelde kamer wordt aangeduid als "Plaats onder De Valk (het toenmalige café gevestigd in Nieuwwerk 2-4)" en waarbij dit vertrek niet wordt weergegeven op de geveltekeningen. Deze kamer maakt pas vanaf een in 1979 aangevraagde verbouwing deel uit van het hoofdvolume van Nieuwwerk 2-4. Een annonce in het Mechels Bericht vermeldt het pand in 1920 als "Herberg de Valk". De gevel was volgens foto’s uit onder andere 1949 en 1972 afgewerkt met een bepleistering met imitatievoegen. De benedenverdieping werd in 1949 nog deels uitgebaat als "Café Tremeloo".
In 1979 diende Jan Toye een aanvraag in voor de interne verbouwing van het hoofdvolume tot een café op het gelijkvloers en de eerste verdieping en een woongelegenheid op de tweede verdieping en de zolder; alles naar plannen van architect Emiel Van Lembergen, die toen gevestigd was aan de Marktstraat 16 in Opwijk. Tijdens deze bouwcampagne werd ook het gelijkvloerse vertrek dat al zeker sinds 1846 bij het aanpalende perceel aan linkerzijde behoorde, bij het gebouw betrokken.
In 1980 diende Jan Toye een bijkomende aanvraag in, eveneens naar ontwerp van architect Emiel Van Lembergen, om het café in het hoofdvolume uit te breiden met het lagere, aanpalende pand aan de rechterzijde. Dit pand was volgens een kadastrale mutatieschets uit 1852 afgesplitst van het hoekhuis met de Scheerstraat (ID 3893) en was - afgaande op een bouwdossier voor de verbouwing van een vitrine uit 1910 - in gebruik geweest als winkel. Zowel het bouwdossier uit 1910 als het gevelplan van de bestaande toestand uit 1980 tonen op de verdieping twee vensteropeningen.
Volgens een bouwaanvraag uit 2004 werd de gevel toen beperkt aangepast (verbouwen van drie deuropeningen tot twee vensters en één deur) en werden enkele interne wijzigingen doorgevoerd.
De woning heeft haar concave gevel te danken aan haar ligging aan het koor van de Sint-Romboutskathedraal. Sinds de voltooiing van de oostpartij van de Sint-Romboutskerk in de tweede helft van de 14de eeuw, volgen de gevelwanden volledig de bouwvorm van het koor.
Ondiepe, en volledig in de breedte uitgebouwde burgerwoning van drie bouwlagen en zeven traveeën onder leien zadeldak. Rechts aansluitend een op het einde van de 20ste eeuw toegevoegd gedeelte van twee bouwlagen en drie traveeën.
Hoofdvolume met ontpleisterde, verankerde rode bakstenen lijstgevel uit 1846 op deels zwart geschilderde hardstenen plint met getraliede keldergaten. In 2004 deels verbouwde begane grond voor de wijziging van drie deuropeningen tot twee vensters en een deuropening, zichtbaar aan het metselwerk met hergebruikte baksteen rondom de deuropening en het venster rechts daarvan. Rechthoekige deuropening in de tweede travee met hardstenen deurposten. Licht getoogde vensteropeningen op hardstenen onderdorpels. Boven de twee rechter benedenvensters bevindt zich een bakstenen ontlastingsboog van een verwijderde winkel- of cafépui. Al het buitenschrijnwerk is vernieuwd; in 2004 wit geschilderd houten vensterschrijnwerk uit 1979 met 19de-eeuwse T-indeling. Het interieur werd volledig heringericht eind 20ste eeuw. Mogelijk bleef de gewelfde kelder van het oudere pand (voor 1846) bewaard onder het 19de-eeuwse gebouw.
Rechts aansluitend gedeelte van twee bouwlagen en drie traveeën onder leien zadeldak, rond 1852 afgesplitst van het hoekpand met de Scheerstraat en in 1980 aan het hoofdvolume gehecht. Ontpleisterde, bakstenen lijstgevel op deels zwart geschilderde hardstenen plint die doorloopt over het hoofdvolume. Licht getoogde vensteropeningen op hardstenen onderdorpels, op het gelijkvloers als verbouwing van deuropeningen, en in 1980 vernieuwd houten vensterschrijnwerk met dezelfde T-indeling als dit van het hoofdvolume.
Auteurs: Van den Mooter, Maarten
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Nieuwwerk
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Grote burgerwoning [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305899 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.