Teksten van Wederopbouwhoeve Oost-Bellegoed

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/30592

Oost-Bellegoed ()

De wederopbouwhoeve ‘Oost-Bellegoed’ met vrijstaande gebouwen is gelegen vlakbij de straat. Ze werd omstreeks 1920-1923 ex situ heropgebouwd. De hoevenaam ‘Oost-Bellegoed’  is vermeld op het uithangbord en vindt ook een verwijzing in het wapenschild boven de inrijpoort.

Geschiedenis

De hoeve ‘Oost-Bellegoed’ stond vóór de Eerste Wereldoorlog verder van de straat af en betrof een omwalde hoeve, zoals weergegeven op de Ferrariskaart (1771-1778). Deze historische hoeve was een voormalig pachtgoed van de Ieperse patriciërsfamilie Belle, net als het Zuid-, Noord- en West-Bellegoed, respectievelijk gelegen in de Rijselseweg nummer 85, de Middelstraat nummer 8 en de Kemmelseweg nummer 66 in Ieper. Thans zijn deze vier pachthoeves eigendom van het O.C.M.W. van Ieper. Eveneens herinnerend aan de familie Belle is het Bellegodshuis.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het ‘Oost-Bellegoed’, dat toen ook naar de pachter hoeve Lemahieu werd genoemd, volledig verwoest. Voor de wederopbouw van het ‘Oost-Bellegoed’ werd door de Burgerlijke Godshuizen (de voorloper van het O.C.M.W.) beroep gedaan op de Poperingse architect Cyrille Schmidt (1877-1954), die vermoedelijk ook voor het ontwerp van alle andere vernielde hoeves van de Burgerlijke Godshuizen, waaronder het Zuid-, Noord- en West-Bellegoed, instond. In Ieper werden minstens twintig hoeves en vijf herenhuizen door hem heropgebouwd. Ook in Heuvelland (Kemmel, Dranouter en Wijtschate) werden onder zijn leiding drie hoeves heropgetrokken. Voor de kwaliteitsvolle wederopbouwarchitectuur van zijn hoeves liet hij zich inspireren door de regionale hoevebouw. Dit belette hem niet om te opteren voor een andere configuratie, die zich veelal uitte in een semigesloten opstelling en een meer beeldbepalende ligging van de boerenwoning door deze aan de straatzijde te voorzien van een representatieve voorgevel en een voortuin. Sommige bouwplannen werden daarbij wel eens, al dan niet met kleine aanpassingen, gekopieerd. De bouwplannen van het ‘Oost-Bellegoed’ werden getekend in 1920. Omstreeks 1923 was de wederopbouw voltooid.

De wederopbouwhoeve

De wederopbouwhoeve ‘Oost-Bellegoed’ bestaat uit vijf lage hoevebestanddelen, die, opgetrokken in verankerde rode baksteen, semigesloten rond een deels gekasseid, deels begrind rechthoekig erf zijn opgesteld. Ten zuiden bevindt zich het poortgebouw met rechts de aanleunende boerenwoning (van oorspronkelijk drie traveeën en twee opkamertraveeën) en links een aanleunend nutsgebouw, oorspronkelijk bestaande uit een zomerkeuken, bakhuis en varkensstal. Ten westen situeert zich de stalvleugel, die oorspronkelijk een  paarden- en koeienstal, voederhok en privaat herbergt. Binnenin zijn de bakstenen troggewelven nog behouden. Ten westen van de stalvleugel bevindt zich de overdekte in oorsprong drieledige mestvaalt. Ten noorden wordt het erf begrensd door het vierledige wagenhuis en ten oosten door de dwarsschuur met aardappelkelder. In de schuur is de originele gordingenkap met driehoekspanten op kruisende schoren en verkorte makelaars nog bewaard. De cichorei-ast, die omwille van het brandgevaar op enige afstand van de hoeve was heropgebouwd, is inmiddels gesloopt. Alle daken, de zadeldaken van de poortvleugel, de stalvleugel en de schuurvleugel en de schilddaken van het wagenhuis en de overdekte mestvaalt, zijn voorzien van een dakoverstek en gedekt met mechanische pannen zoals op de wederopbouwplannen voorzien. Enkel het poortgebouw is gedekt met natuurleien. Op de nok staat een houten dakruiter met hoeveklok onder een met leien gedekt geknikte tentdakje met koperen windhaan. Respectievelijk twee en drie dakvensters doorbreken het zadeldak van het woonhuis en de stalvleugel. Oorspronkelijk stak ook in het wagenhuis aan de zijkanten van het schilddak een dakvenster. Luifels boven de schuurpoorten onderbreken de schuurbedaking. De kwaliteitsvolle wederopbouwarchitectuur waarin de hoevegebouwen zijn opgetrokken, weerspiegelt zich onder meer in de dakoversteken op houten medaillons, de door middel van een rollaag gemarkeerde plinten, de overkragende rondboogfries waarmee de schuurzijgevel aan de straatzijde is afgewerkt, de door lisenen geritmeerde schuurgevels en de geknikte schuinoplopende steunberen op de hoeken van het wagenhuis. Bakstenen segmentbogen dekken de deur- en poortopeningen in de stalvleugel en schuurvleugel. Betonnen lintelen overspannen de rechthoekige vensters in het boerenhuis en de stalvleugel. Boven de wagenhuispoorten steken ijzeren I-profielen. Restanten van bakstenen voetpaden flankeren de hoevegebouwen.

Voor de zuidvleugel met inrijpoort bevindt zich een siertuin, die het representatieve karakter van de straatgevel accentueert. Ten noordwesten situeert zich een boomgaard. Noordwaarts is de hoeve uitgebreid met een recente betonnen loods.

  • Algemeen Rijksarchief Brussel, Dienst der Verwoeste Gewesten, dossier nr. 1263.
  • Delepiere A.-M., Huys M. & Lion M. 1987: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Ieper, Kanton Ieper, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 11N1, Brussel - Turnhout.

Auteurs:  Becuwe, Frank
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Becuwe F. 2019: Wederopbouwhoeve Oost-Bellegoed [online], https://id.erfgoed.net/teksten/30592 (geraadpleegd op ).


Wederopbouwhoeve ()

Zogenaamd “Oost-Bellegoed”, zie opschrift op uithangbord en wapenschild boven inrijpoort. Historische, oorspronkelijk omwalde hoeve, zie aanduiding op Ferrariskaart (1771-1778). Samen met Zuid-, Noord- en West-Bellegoed, gelegen te (groot) Ieper, voormalig pachtgoed van de familie Belle, vooraanstaande Ieperse patriciërs, zie tevens het Bellegodshuis; alle thans eigendom van het O.C.M.W.

Kwaliteitsvolle wederopbouwarchitectuur teruggaand op de regionale hoevebouw, zie:

Opstelling: lage bestanddelen, semigesloten opgesteld rondom een deels begrind, deels gekasseid erf; toegankelijk via inrijpoort; boerenhuis, twee stalvleugels, schuurvleugel, en dwarsschuur, respectievelijk ten zuiden, ten zuidwesten, ten westen, ten oosten en ten noorden.

Aanplantingen: siertuin voor het boerenhuis; boomgaard ten noordwesten.

Materialen: verankerde rode baksteen; mechanische pannen voor zadeldaken op houten modillons, onderbroken door dakvensters en door luifel boven de schuurpoort; leien zadeldak bekroond met houten dakruiter, waarop koperen haan, boven inrijpoort; door middel van rollaag gemarkeerde plinten; deels bewaarde bakstenen onderdorpels, echter grotendeels aangepaste muuropeningen; ijzeren I-balken boven wagenhuispoorten.

Streekeigen bouwelementen: schuurgevels geritmeerd door middel van lisenen; schuurzijgevel uitziend op de straat, afgewerkt met overkragend rondboogfries; hoeksteunberen ter onderstutting van wagenhuis.

Indeling: boerenhuis van oorspronkelijk drie traveeën en twee opkamertraveeën, rechthoekige kelderopening, en rechts aanleunende poorttravee. Rechts aanleunend nutsgebouw oorspronkelijk bestaande uit zogenaamde zomerkeuken, bakhuis en varkensstal. Stalvleugel bestaande uit paarden-, koe- en varkensstal, voederhok en privaat; vierledig wagenhuis onder schilddak; schuurvleugel met oorspronkelijk wagenhuis, thans smidse links en aardappelkelder rechts.

Recente betonnen loods ten noorden.


Bron: DELEPIERE A.-M., HUYS M. & LION M. 1987: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Ieper, Kanton Ieper, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 11n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Delepiere, Anne Marie; Lion, Mimi; Huys, Martine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Delepiere A. & Lion M. & Huys M. 1987: Wederopbouwhoeve Oost-Bellegoed [online], https://id.erfgoed.net/teksten/313690 (geraadpleegd op ).