In kern traditioneel diephuis dat opklimt tot het midden van de 16de eeuw, oorspronkelijk met trapgevel. De "De gulden Treft" maakte in oorsprong samen met het aanpalende “De Ketel” deel uit van het huis "Rodenborch", reeds vermeld omstreeks 1400, dat werd opgesplitst in het midden van de 15de eeuw. De blikslager Joannes H. Van Waeterschoodt liet in 1855 de geveltop vervangen door een vierde bouwlaag met blindvensters in de zijtraveeën. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden. Naar een ontwerp door de architect Charles Seldenslach uit 1886, werd in opdracht van de heer Van Hirtum een nieuwe winkelpui met gevelbreed balkon aangebracht. Het pand onderging in opdracht van Arthur Baeyens een ingrijpende inwendige verbouwing naar een ontwerp door de architect Léon Heutz uit 1935. Daarbij werden het diepgerichte zadeldak vervangen door een plat dak, de achtergevel van het voorhuis en het volledige achterhuis gesloopt, en de binnenplaats opgeheven, voor het optrekken van een nieuwe achterbouw.
Bij de renovatie van het interieur in 2008, werden op de eerste verdieping twee rijk gesculpteerde en gepolychromeerde balkconsoles in renaissancestijl ontdekt, voorzien van een cartouche met het monogram van de eigenaar-bewoner, in vergulde letters op een vermiljoenrode achtergrond. Verder zijn sporen aangetroffen van wand- en plafondbeschilderingen eveneens te dateren in het midden van de 16de eeuw.
Rijwoning van drie traveeën en vier bouwlagen onder een plat dak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel rust op een hoge, verbouwde pui. Van de klassieke houten winkelpui op een hardstenen plint uit 1886, oorspronkelijk met zijportaal en bewerkte pilasters, rest enkel het entablement met kroon- en tandlijst op klossen en voluutconsoles, bekroond door een gevelbrede gietijzeren balkonborstwering. Tot deze ingreep bestond de onderbouw uit een lage winkelpui en een insteekverdieping van rondboogvensters met waterlijst, sluitsteen en pilasters. Deze laatste vormde een restant van de oorspronkelijke trapgevel, waarvan de tweeledige geveltop eertijds werd geopend door een drielicht met rondbogig middenluik. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit naar boven toe verkleinende registers van rechthoekige bovenvensters met individuele lekdrempels en op de tweede verdieping gietijzeren parapetten. Van het klassieke hoofdgestel is enkel de houten kroonlijst op klossen en tandlijst bewaard.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1855#345, 1886#91 en 18#3740.
- ASAERT G. 2005: Honderd huizen aan de Grote Markt van Antwerpen. Vijf eeuwen bewoningsgeschiedenis, Zwolle en Antwerpen, 53-55.
- MACLOT P. 2008: Op prospectie in wat rest van Den Gulden Treft, Grote Markt nr. 42: renaissance plafonddecoraties en middeleeuwse scheimuren met het buurpand Rodenborch, Infoblad Antwerpse Vereniging voor Bouwhistorie en Geschiedenis 2008.3, 12-16.