Burgerhuis in art-nouveaustijl volgens de bouwaanvraag uit 1914 opgetrokken in opdracht van Leopold De Meulemeester (Lillo, 1878-Ekeren, 1957), echtgenoot van Isabelle Leonie Dingemans (Stabroek, 1882-Antwerpen, 1969). Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden. Op het aanpalende perceel liet de houthandelaar in 1919-1920 een inrijpoort en loods voor zijn houtzagerij bouwen. Het later nog uitgebreide en verbouwde bedrijfscomplex werd omstreeks 1999 gesloopt voor de bouw van een kantoorpand.

Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een plat dak. De lijstgevel heeft een parement uit baksteenmetselwerk met gebruik van blauwe hardsteen en witte natuursteen voor de bewerkte plint, puilijst, speklagen, het balkon, boogaanzetstenen, lekdrempels en consoles. Horizontaal geleed door de puilijst, markeren kolossale lisenen de bovenbouw. De compositie legt de klemtoon op de eerste verdieping, die zich onderscheidt door een rechthoekig drielicht, overspannen door een boogveld met een tegel- of sgraffitodecor en maskerkopsleutel, en geaccentueerd door een balkon met consoles en een smeedijzeren borstwering. Verder regelmatige ordonnantie, op de begane grond een korfboogdeur en -vensters op doorgetrokken lekdrempels, op de tweede verdieping steekboogvensters met individuele lekdrempels, een lisene in de middenas en een tegel- of sgraffitidecor met bladranken in de boogvelden. Een houten kroonlijst tussen hoekconsoles vormt de gevelbeëindiging. Houten deur- en vensterschrijnwerk met kleine roeden in het bovenlicht, smeedijzeren keldertralies en gietijzeren voetschraper.

De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een eenlaagse achterbouw bestaat. Volgens de bouwplannen beslaat de gebruikelijke enfilade van salon, eetkamer en veranda met bovenlicht de begane grond, in de achterbouw geflankeerd door de keuken annex pomphuis en wc. De eerste verdieping omvat twee kamers, de tweede verdieping twee kleinere kamers en een mansarde.

Nummers 113 en 131. Enkelhuizen in art-nouveaustijl uit begin 20ste eeuw, nummer 113 naar ontwerp van A. Van Mechelen. Bakstenen lijstgevels van drie traveeën en drie bouwlagen met centraal balkon. Nummer 113 met florale motieven voor balkon en boogvelden; rondboog- en rechthoekige vensters. Nummer 131: bovenverdieping afgelijnd door lisenen, gevelbreed boogveld op tweede bouwlaag; rechthoekige en segmentboogvormige muuropeningen.