Op het dorpsplein van Eigenbilzen, rechts voor de toegang van de kerk staat een oorlogsgedenkteken, beschaduwd door een rode beuk (Fagus sylvatica ‘Atropunicea’). Beide zijn opgericht ter herdenking van het einde van de Eerste Wereldoorlog. Op het gedenkteken staan de namen van vijf dorpelingen die tijdens de Eerste Wereldoorlog gesneuveld zijn. Aan de voet van het gedenkteken is nog een opschrift toegevoegd met de namen van 9 burgerlijke slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog en nadien is er ook nog een plakkaat aangebracht met daarop de namen van drie militaire slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog die in Eigenbilzen zijn gestorven.
De rode beuk die achter het gedenkteken staat, is samen met het monument opgericht en dus aangeplant als vredesboom. Doordat de beuk vrij centraal in de open ruimte staat, op het hoger gelegen kerkhof is aangeplant en een opvallende bladkleur heeft, is deze boom een beeldbepalend element in de dorpskern. De beuk vormt als het ware een verticale ‘verlenging’ van het gedenkteken.
Het is een geënte boom (enthoogte op 1,4 m), met een omtrek van 246 cm en een totale hoogte van 15 m.