Deze voormalige graanmaalderij met woonhuis achter uniformiserende gevel en onder plat dak werd kadastraal geregistreerd in 1912. De gevel weerspiegelt nog de oorspronkelijke functieverdeling in maalderij en woonhuis. De industriële functie enerzijds en woonfunctie anderzijds worden onder andere tot uitdrukking gebracht door middel van het bewaarde schrijnwerk.
Historiek
De graanmaalderij werd kadastraal geregistreerd in 1912. Het graan van plaatselijke boeren werd er vermalen voor lokaal gebruik. De maalderij getuigt van de zelfredzaamheid van de Wijgmaalse parochie aan het begin van de 20ste eeuw. Vandaag is de maalderij niet langer operationeel. De molenstenen bleven bewaard, maar bevinden zich in een museum in Nederland. Het hele pand werd vandaag ingericht als woonhuis. Parallel aan het woonhuis bevindt zich een schuur, deel uitmakend van de maalderij.
Beschrijving
Het verankerde bakstenen pand is opgebouwd uit zes ongelijke traveeën, waarbij centraal een hoger opgetrokken hoofdtravee links geflankeerd wordt door twee traveeën en rechts door drie, alle gevat onder een quasi platte bedaking. Het gebouw bestaat uit drie bouwlagen in verkleinende ordonnantie en is voorzien van een parement in rode baksteen met natuurstenen elementen. De gevel wordt geritmeerd door lisenen en de verdiepte velden worden bekroond door middel van een overhoekse muizentandfries. De gevel wordt afgesloten door een houten kroonlijst op klossen.
De leefruimtes bevinden zich in de vijfde en zesde travee. De gevel heeft een plint van gebosseerde blauwe hardsteen met getraliede souterrainvensters. Voor de maalderij is er een bordes met trappen aan weerszijden voor de tweede en derde travee. De getoogde en rechthoekige gevelopeningen zijn van verschillende grootte. Het voormalige molengebouw kenmerkt zich door ijzeren liggers als latei, het woonhuis werd op de gelijkvloerse verdieping meer rijkelijk uitgewerkt met hardstenen omlijstingen. De voordeur van het woonhuis is een decoratief uitgewerkte houten vleugeldeur met bovenlicht. De overige muuropeningen zijn ingevuld met eenvoudige, witgeschilderde houten vleugeldeuren of met raamwerk voorzien van een vierkante roedeverdeling met centraal een openend register, al dan niet met gehamerd glas. Het schrijnwerk bleef gaaf bewaard.
De achterliggende schuur telt vijf traveeën onder een zadeldak met zwarte leien. De verankerde gevel wordt naar analogie met de voorgevel geritmeerd door middel van lisenen. De opengewerkte gelijkvloerse verdieping maakt het achtergebied toegankelijk.
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen Leuven, afdeling XV (Herent), 1912/14.
- WILLEKENS E. 2016: The immovable heritage master plan as a new tool for integrated heritage conservation in Flanders. Case study: Wijgmaal, onuitgegeven verhandeling, Katholieke Universiteit Leuven, Faculteit ingenieurswetenschappen.