Het vrijstaande burgerhuis werd volgens onderzoek van E. Willekens gebouwd in de periode 1919-1930 en werd monumentaal uitgewerkt door middel van de centrale erker en dakkapel. Het origineel schrijnwerk, ingevuld met glas-in-loodramen in paarse tinten bleef bewaard en verhoogt de gaafheid van deze woning. Het perceel van de woning kenmerkt zich door een afgesneden hoek, net zoals de overige hoekpercelen ter hoogte van het kruispunt van de Gebroeders Tassetstraat en de Casinolaan. Het burgerhuis, opgetrokken op de perceelgrens, richt zich naar het kruispunt en is van deze vier hoekpercelen het meest beeldbepalende pand vanwege de zorgvuldige architecturale vormgeving. De woning staat georiënteerd naar het centrum van Wijgmaal.

De symmetrische compositie van drie traveeën en twee bouwlagen bevindt zich onder een wolfsdak met zwarte leien dat doorbroken wordt door een centrale trapezoïdale dakkapel onder wolfseind. Haaks op dit brede volume gericht naar de straat hecht zich aan de achtergevel een dwars bouwvolume van twee bouwlagen met afgewolfde puntgevel, eveneens onder een zadeldak met leien.

Links van de voorgevel situeert zich een origineel bijgebouw dat werd opgevat als deurtravee van één bouwlaag en dat met een stompe hoek aan het hoofdvolume gehecht is.

De woning werd opgetrokken in rode baksteen op een borstweringhoge plint van blauwe hardsteen. De middentravee werd opgebouwd uit een deur links en een langwerpig venster rechts op de gelijkvloerse verdieping, een trapezoïdale erker op de eerste verdieping en een bekronend balkon ter hoogte van de dakkapel. De gevel is verfraaid met natuurstenen diamantknoppen en decoratieve baksteenverbanden. Van grote beeldwaarde voor deze woning is het originele schrijnwerk waarmee de rechthoekige vensters en deur zijn ingevuld. Het origineel wit beschilderd, houten schrijnwerk kenmerkt zich door glas-in-loodramen in paarse tinten. Guillotineramen op de gelijkvloerse verdieping en de driedelige vensters op de verdieping worden alle gekenmerkt door fijne verticale roeden in de vaste bovenlichten. De zwart beschilderde voordeur in decoratief uitgewerkt ijzer staat in sterk contrast met de rechtlijnige ramen en deur van het bijgebouw. Uiterst rechts werd een Mariabeeld tussen de twee bouwlagen op de gevel aangebracht.