is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Domein De Hees met jachtpaviljoen en boswachterswoning
Deze vaststelling is geldig sinds
Grotendeels op het noordwestelijk grondgebied van Rijkevorsel gelegen domein, ten noorden begrensd door Houtelweg, ten oosten door Heesbeekweg, ten zuiden door Klein Gammel en Korenblokweg, ten westen een klein stukje uitwijkend op grondgebied Sint-Lenaarts. Bebost domein met centraal gelegen jachtpaviljoen en vrij gaaf bewaarde ontginningsstructuur, omringd door open agrarisch landschap. De totale oppervlakte van het heden voor bescherming voorgestelde landschap bedraagt circa 500 hectare.
Van ouds bestaand heerlijk goed reeds als dusdanig vermeld circa 1500. Het toponiem betekent bos of kreupelhout. De huidige aanleg gaat terug tot 1754, toen de eerste hertog van Hoogstraten, Niklaas-Leopold van Salm-Salm, de toen nog woeste heidegronden liet ontginnen en omvormen tot een jachtgoed van circa 600 hectare. Het ontwerp (zie Ferrariskaart van circa 1775) vertoont een stervormig patroon, opgebouwd uit zestien brede, vanuit een centraal punt uitwaaierende dreven, onderling verbonden door twee cirkelvormige dreven die samen met de ringvormige slotgracht (eind jaren 1970 gedeeltelijk gedempt) een concentrische aanleg vormen.
Dit basispatroon is op zijn beurt afgebakend door vier dreven in ruitvorm, verder uitgezet door parallel gelegen dreven aan noordwest- en noordoostzijde en één dreef aan zuidoostzijde. Het hele domein verkreeg hierdoor een overzichtelijke en functionele structuur, die gunstig was voor de jacht. De aanleg drong veel dieper door in het landschap dan nu. De enige niet beboste zones in de omgeving van het Heesbos waren op dat moment de landbouwgronden rond de Houtelhoeve in het noorden en de Leemputhoeve in het noordoosten. In 1757 werd in het centrum een stervormig paviljoen gebouwd voor de jachtopzichters.
Kenmerkend waren de vele vensters die toelieten het gebied gemakkelijk te overschouwen. Door de Fransen aangeslagen in 1796 werd het jachtgoed in 1815 door Willem I aan hertog Konstantijn gerestitueerd.
Op de Vander Maelenkaart (1854) is de toestand nog grotendeels ongewijzigd met uitzondering van de inmiddels gegraven en nog bestaande vijver ten westen van de Grote Muskensche Dreef en twee in weiland omgezette bospercelen.
In 1852 werd het domein bestaande uit het Heesbos met jachtpaviljoen, weilanden en drie hoeven verkocht. De nieuwe eigenaars waren de drie gebroeders Bovy, diamanthandelaars uit Antwerpen en M. Dael, handelaar uit Parijs. Achtereenvolgens werden Louis Calmeyn, grootgrondbezitter en rentenier te Elsene eigenaar (1878), daarna M. Alexandre uit Parijs (1921), later F. Van Hilst, schoenfabrikant uit Herentals en een zekere Grutering uit Antwerpen. In 1930 kwam het toen nog 232 hectare 35 are 80 centi-are grote domein in handen van grootgrondbezitter Victor Bracht uit Schoten, die het gedeeltelijk verkavelde. Na de dood van zijn zoon, Charles Victor Bracht in 1978, was er een verdere inkrimping tot circa 150 hectare. De laatste boswachter die op de Hees woonde was Constant Jochems.
De belangrijkste wijziging sedert de verkoop van het hertogelijk bezit was de sterke toename van landbouwactiviteiten, met als gevolg ontbossing, gedeeltelijke versnippering van het gebied, uitbreiding van de hoevebouw en vervaging van het drevenpatroon; het oorspronkelijke Heesbos is heden gereduceerd tot de zone binnen de ruit met nog enkele beperkte uitstulpingen. Van de 12 Apostelen, een kring van twaalf beuken ten oosten van de Grote Muskensche Dreef deel uitmakend van de eerste beplanting, bleef r nog één bewaard.
Het tijdens de Tweede Wereldoorlog zwaar gehavende jachtpaviljoen (Hees nummer 1), in 1946 gerestaureerd en vergroot (torentje), werd door de huidige eigenaars verbouwd tot privéwoning, waarbij twee veranda's tussen de vleugels werden ingevoegd. Tot 1757 opklimmende (zie vroegere datering), bakstenen centraalbouw met octogonale kern en vier rechthoekige uitstekende vleugels, respectievelijk drie en twee bouwlagen onder leien tent- en zadeldaken, eerstgenoemde met dakkapellen en smeedijzeren bekroning. Lijst- en tuitgevels met geprofileerde zandstenen daklijst of kraagstenen. Beluikte segmentboogvensters, -deuren en oculi met zandstenen sleutels; verplaatste voordeur. Aangepast interieur met bewaarde, centrale open haard.
Boswachtershuis (Houtelweg nummer 13) in eclectische stijl uit het vierde kwart van de 19de eeuw - eerst kwart van de 20ste eeuw (zie Houtelweg nummer 15 en nummer 21). Symmetrisch uitgewerkt dubbelhuis van drie traveeën en één bouwlaag onder zadeldak met dakkapellen (mechanische pannen), met aan weerszijden een lagere uitbouw van telkens één travee, eveneens onder zadeldak. Bakstenen lijst- en zijpuntgevels met plint, hoekpilasters, rechte en klimmende friezen, omlijstingen, booglijsten en paneeltjes van gesinterde baksteen. Rond- en segmentbogige muuropeningen, gekoppeld in de voorgevel; vensters en bovenlichten met ruitvormige roedeverdelingen.
Bron: DE SADELEER S. & PLOMTEUX G. 2002: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Hoogstraten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n4, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Hees
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Domein De Hees met jachtpaviljoen en boswachterswoning [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/306290 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Gemeente Rijkevorsel
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.