Zogenaamd "Rietvelde" zie gevelsteen, naar verluidt heropgebouwd in 1923. Grosso modo aansluitend bij de regionale 19de-eeuwse hoevebouw, zie opstelling: losse, lage bestanddelen U-vormig gegroepeerd rondom een deels verhard erf; boerenhuis, stalvleugel en dwarsschuur, respectievelijk ten westen, ten zuiden en ten noorden; materialen: donkerrode baksteenbouw; pannen (mechanische) zadeldaken op houten modillons, onderbroken door dakvensters; gecementeerde plint; getoogde pseudo-kozijnvensters; luiken; ijzeren I-balk boven wagenhuispoort; streekeigen bouwelementen: zijgevels met muurvlechtingen, aandaken en schouderstukken; overhoekse steunbeer tegen wagenhuisgedeelte; indeling: boerenhuis van vijf traveeën en opkamertravee rechts, waaronder een rechthoekige kelderopening; dwarsschuur met wagenhuisgedeelte rechts.

Anderzijds minder traditionele vormgeving voor centraal dakvenster aan erfgevelzijde van het boerenhuis zie art-deco-inslag en eerder uitzonderlijk twee gekoppelde korfboogpoorten in rechter zijgevel van wagenberg.