Deze vrijstaande woning in eenvoudige cottagestijl werd volgens onderzoek van E. Willekens gebouwd in 1926 in opdracht van Jan Remy Alloing, hoofdonderwijzer van de eerste gemeenteschool van Wijgmaal. De onderwijzerswoning, opgedeeld in twee wooneenheden, wist mooi zijn oorspronkelijke geveluitwerking, met historisch schrijnwerk, te bewaren.

Met een voorgevel vormgegeven als één woning, is de opdeling in twee wooneenheden niet meteen leesbaar. De gevels van het pand zijn opgebouwd uit baksteenmetselwerk op een gecementeerde plint. Rollagen en een doorlopende, horizontale sierband tussen de bouwlagen in decoratief metselwerkverband, beide uit gesinterde, zwarte baksteen, kenmerken de woning. Het pand bestaat uit drie traveeën en twee bouwlagen onder een gecombineerd zadeldak van rode pannen met een dakkapel. Nummer 21 omvat hierbij de rechter travee met inkom in de rechter zijgevel. Nummer 23 omvat de linker en de middentravee met de inkom voorzien van een klein leien afdakje. De rechter travee (nummer 21) is bekroond met een puntgevel onder een zadeldak. Het deurvenster van de eerste verdieping, samengesteld uit een vleugeldeur tussen zijlichten, is voorzien van een Frans balkon met een smeedijzeren borstwering. Het geheel wordt gekenmerkt door rechthoekige muuropeningen, de vensters van de begane grond uitgerust met houten luiken. Het oorspronkelijke schrijnwerk van de inkomdeuren en vensters met kleine roeden, bleef voor beide woningen uniform bewaard.