erfgoedobject

Pastorie Sint-Hadrianusparochie

bouwkundig element
ID
306340
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/306340

Juridische gevolgen

Beschrijving

De pastorie, horende bij de Sint-Hadrianuskerk, werd volgens het kadaster en de literatuur in 1888 opgetrokken in neogotische stijl naar een ontwerp van de architect Louis Van Arenberg, provinciaal architect van Brabant voor het arrondissement Leuven. De industrieel Edouard Remy, oprichter van de Remyfabriek te Wijgmaal, voorzag in het nodige kapitaal, voor de bouw van de pastorie en de naastliggende kerk.

Historiek

De pastorie, horende bij de Sint-Hadrianuskerk, werd in 1888 opgetrokken in neogotische stijl naar een ontwerp van de architect Louis Van Arenberg, provinciaal architect van Brabant voor het arrondissement Leuven. De industrieel Edouard Remy, oprichter van de Remyfabriek te Wijgmaal, voorzag in het nodige kapitaal, voor zowel de bouw van de pastorie als van de naastliggende kerk. Remy en zijn opvolgers bouwden naast de stijfselfabriek langs de Vaart ook tal van woningen en gemeenschapsvoorzieningen in Wijgmaal voor de werknemers van de fabriek.

Het ontwerpplan, gesigneerd door Louis Van Arenberg, dateert van 1885 en voorzag naast de kerk en de pastorie ook in een kerkhof achter de kerk (locatie van de huidige Chirolokalen). De pastorie werd gelijktijdig gerealiseerd met de Sint-Hadrianuskerk en twee gebouwen links van de kerk (nummers 1 en 3). Van Arenberg werkte eerst samen met zijn vader Alexander, en volgde hem nadien op als provinciaal architect. Hij ontwikkelde een uitgesproken eclectische stijl die in een twaalftal parochiekerken en een groot aantal huizen tot uiting komt. De beste voorbeelden zijn de grote Sint-Lambertuskerk in Heverlee (1878-80) en zijn eigen woning in Leuven (1881), een meesterwerk van neo-Vlaamserenaissance-bouwkunst.

Beschrijving

Het bouwvolume van de pastorie springt naar voor ten opzichte van de kerk, waardoor het een kerkplein afbakent en twee straatgevels telt.

De pastorie werd gebouwd op een vierkant grondplan en omvat drie bij drie traveeën, een souterrain en twee bouwlagen onder een leien tentdak. De vier gevels zijn opgetrokken uit baksteen, op een licht vooruitspringende, bossageplint uit blauwe hardsteen waarin souterrainvensters. De vier zijden worden opengewerkt door middel van rechthoekige vensters met hardstenen lekdrempels, tussendorpels, lateien en stijlen (soms in baksteen). De gevels zijn onder de kroonlijst telkens verfraaid met een dubbele, overhoekse muizentandfries. Het vensterschrijnwerk is volledig vernieuwd, de houten deuren zijn oorspronkelijk.

De gevel aan het kerkplein telt drie traveeën, waarvan het inkomrisaliet in de middenas is bekroond met een trapgevel, waarin een smal spitsboogvenster. Drie treden leiden naar de inkomdeur met een natuurstenen tussendorpel en een spitsboogvormig bovenlicht. De deur wordt geflankeerd door kleine muurpijlers die een spitsboogvormig spaarveld schragen. De vensters in de twee flankerende traveeën worden bekroond door tudor- of spitsboogvelden met een blinde tracering. De vensters in de linker travee hebben hardstenen kruismonelen.

De gevel aan de straat telt drie trapsgewijs uitspringende traveeën. De middentravee is uitgewerkt als een torenvolume van drie bouwlagen onder een tentdak, geschraagd door een houten kroonlijst op klossen en bekroond met een ijzeren windijzer. Deze omvat een deur en gekoppelde kloosterkozijnen op de overige bouwlagen. Het rechter hoekrisaliet telt drie bouwlagen onder een trapgevel. De opbouw evolueert van drie smalle vensters op de begane grond tot één spitsboogvenster in de top, gevat in een spaarveld in de vorm van een Brugse travee. De linker travee omvat per bouwlaag een rechthoekig venster met hardstenen lekdrempel, stijl en latei, ook hier gevat in een spaarveld in de vorm van een Brugse travee.

De voortuin is afgescheiden van de openbare weg door middel van een lage bakstenen muur met pijlers en dekstenen, waartussen zich een relatief eenvoudig smeedijzeren hekwerk bevindt, met centraal het toegangshek.

  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Kadastrale mutatieschetsen Leuven, afdeling XV (Herent), sectie B, 1888/1.
  • WILLEKENS E. 2016: The immovable heritage master plan as a new tool for integrated heritage conservation in Flanders. Case study: Wijgmaal, onuitgegeven verhandeling, Katholieke Universiteit Leuven, Faculteit ingenieurswetenschappen.
  • WILLEMSENS C. 1986: “Morfo-typologische studie van het dorp Wijgmaal”, onuitgegeven verhandeling, Katholieke Universiteit Leuven, Faculteit toegepaste wetenschappen, Afdeling architectuur: volume III, 2.4.

Auteurs: Elsen, Liedewij; Willekens, Edith
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Pastorie Sint-Hadrianusparochie [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/306340 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Leuven

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.