erfgoedobject

Stationsgebouw Wijgmaal

bouwkundig element
ID
306341
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/306341

Juridische gevolgen

Beschrijving

Het station van Wijgmaal werd volgens het kadaster en de literatuur gebouwd in 1888 in opdracht van de Remyfabriek, volgens het gangbare stationstype van dat moment.

Historiek

Het station van Wijgmaal, op de spoorlijn tussen Leuven en Mechelen, werd gebouwd in 1888 in opdracht van de Remyfabriek, volgens het gangbare stationstype van dat moment. De verlichte industrieel Edouard Remy en zijn opvolgers bouwden naast de stijfselfabriek langs de Vaart ook tal van woningen en gemeenschapsvoorzieningen in Wijgmaal voor de werknemers van de fabriek. In 1896 werd het gebouw uitgebreid met een postkantoor.

Het station van Wijgmaal is een duidelijk voorbeeld van het stationstype van 1880, maar dan in spiegelbeeld. In 1880 werd er een standaardconcept uitgewerkt voor de stations van 4de en 5de klas: een hoofdgebouw met verdieping waarvan de benedenverdieping gedeeltelijk voorzien was voor de stationschef en zijn gezin; de rest deed dienst als kantoor en loket. De bovenverdieping behoorde toe aan het gezin van de stationschef. Aan de ene zijde van het hoofdgebouw was er een lage aanbouw met plat dak die deel uitmaakte van de dienstwoning. Aan de andere zijde was de vleugel voor de reizigers, doorgaans onder zadeldak. Hier vonden de wachtzaal, al dan niet gesplitst voor eerste en tweede klas, en eventueel een magazijn, een onderkomen.

De linker vleugel was oorspronkelijk even hoog als het hoofdgebouw, zo blijkt uit iconografische bronnen. Ten gevolge van een brand in 1940 werd deze vleugel verlaagd tot één bouwlaag onder een zadeldak. Van de rechter vleugel werd het plat dak vervangen door een zadeldak, wat de symmetrie bevorderde.

Beschrijving

Het station bestaat uit een hoofdgebouw van drie traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak van rode pannen. Aan beide zijden van het hoofdgebouw bevinden zich twee zijvleugels van elk drie traveeën en één bouwlaag, eveneens onder een zadeldak. Het geheel is opgetrokken in baksteenmetselwerk met een gesneden voeg op een natuurstenen plint, in het rechter volume met een gecementeerde plint. De traveeën worden gearticuleerd door middel van lisenen waarop gekrulde muurankers zijn aangebracht. De puntgevels worden omsloten door een baksteenfries.

Bij het hoofdgebouw zijn de lisenen verbonden door een baksteenfries met muizentand. De gelijkvloerse verdieping wordt gekenmerkt door rondboogopeningen, de eerste verdieping door eenvoudige, getoogde vensters. Beide worden geaccentueerd door doorgetrokken waterlijsten uit zwarte baksteen. Oorspronkelijk bevond er zich enkel een deuropening in de rechter travee van de straatgevel, die toegang verleende tot de dienstwoning van de stationschef. Achter de inkomhal, met de trap naar de slaapvertrekken op de bovenverdieping, bevond zich de woonkamer met uitzicht op de sporen. De rest van het bouwvolume deed dienst als loket en kantoor. De toegang tot het perron verliep via een deur in de middentravee van de spoorgevel. De centrale deur in de straatgevel werd later toegevoegd. Op de begane grond werd het schrijnwerk vernieuwd, op de verdieping zijn de oorspronkelijke houten T-ramen nog aanwezig. De rechter zijgevel bevat een oculus waaronder de stationsnaam “WIJGMAAL” is aangebracht. De linker zijgevel wordt geopend door een steekboogvenster.

De linkervleugel was oorspronkelijk identiek aan het hoofdgebouw, maar dan met een centrale deurtravee. De begane grond van de vleugel was voorbehouden voor de reizigers, goederen en bagage. Na de brand van 1940 werd dit volume met één bouwlaag verlaagd en werd de deur vervangen door een venster. De gevelindeling is identiek aan de begane grond van het hoofdvolume. De deuropening in de zijgevel werd in een latere fase toegevoegd.

De rechtervleugel is opgebouwd uit drie ongelijke traveeën, oorspronkelijk onder een zadeldak. Deze vleugel was bijna volledig gereserveerd voor het gezin van de stationschef. Aan de straatzijde lag de keuken. Langs de perronzijde was er toegang tot het toilet voor de reizigers en tot een koertje. In de twee linker traveeën zijn getoogde vensters van verschillende breedte aanwezig. Dit volume bevindt zich in slechte toestand.

  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Kadastrale mutatieschetsen Leuven, afdeling XV (Herent), sectie B, 1888/6.
  • Stadsarchief Leuven, Modern Archief, Fotocollectie, s.d.
  • DE BOT H. 2002: Stationsarchitectuur in België. 1: 1835 - 1914, Turnhout, 75-77.
  • ROUWET, M. 1946: Geschiedenis van Wijgmaal van 1200 tot nu. Wijgmaal, 69.
  • ROUWET, M. 1975: Sprokkelingen uit de geschiedenis van Wijgmaal aan de Dijle. Wijgmaal.
  • VERPOYLT, R. 1981: Wijgmaals verleden: 23 gewassen tekeningen met begeleidende tekst. Tententoonstellingscatalogus, Wilsele.
  • WILLEKENS E. 2016: The immovable heritage master plan as a new tool for integrated heritage conservation in Flanders. Case study: Wijgmaal, onuitgegeven verhandeling, Katholieke Universiteit Leuven, Faculteit ingenieurswetenschappen.
  • WILLEMSENS C. 1986: “Morfo-typologische studie van het dorp Wijgmaal”, onuitgegeven verhandeling, Katholieke Universiteit Leuven, Faculteit toegepaste wetenschappen, Afdeling architectuur: volume I, 29 en volume III, 2.1.

Auteurs: Elsen, Liedewij; Willekens, Edith
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Stationsgebouw Wijgmaal [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/306341 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.