De half vrijstaande dokterswoning werd volgens onderzoek van E. Willekens opgericht in 1906-1908 in opdracht van de Wijgmaalse stijfselfabriek Remy voor de arts Prosper Switters. De verlichte industrieel Edouard Remy en zijn opvolgers bouwden naast de stijfselfabriek langs de Vaart ook tal van woningen en gemeenschapsvoorzieningen in Wijgmaal voor de werknemers van de fabriek. Switters was tevens burgemeester van Herent (aangesteld in 1926, 1932, 1938 en 1946) en gemeenteraadslid (verkozen in 1946, 1953, 1958 en 1964). De woning bleef erg gaaf bewaard, de tuinafsluiting en het achterliggende koetshuis dragen bij tot deze authenticiteit.
De woning is gelegen tegenover de spoorlijn Leuven-Mechelen, die enkele decennia voor de bouw werd aangelegd. De half vrijstaande woning van twee bij vier traveeën omvat twee bouwlagen onder een schilddak van leien. De gevels hebben een parement uit rode baksteen op een hardstenen plint in wildverband, en worden gekenmerkt door decoratieve horizontale banden uit zwarte, gesinterde baksteen. De verschillende traveeën zijn verlevendigd door spaarvelden met een muizentandfries.
In de straatgevel is op de middenpenant van de eerste bouwlaag een Mariabeeld aangebracht. Deze gevel wordt verder gekenmerkt door brede, getoogde vensters en getraliede souterrainvensters in de plint. De gevel gericht naar de zijtuin omvat de inkom en werd opvallend prominenter uitgewerkt, mogelijk vanwege de oriëntatie richting station, dat als toegang tot Wijgmaal fungeert. Deze gevel telde aanvankelijk slechts drie traveeën gevat onder het schilddak. De derde travee vormt een sterk uitspringend risaliet, bekroond door een puntgeveltje met een oculusvenster. Reeds in 1908 werd een vierde travee toegevoegd, eveneens twee bouwlagen tellend, onder een plat dak, maar met dezelfde gevelordonnnantie. Ook deze gevel is opengewerkt door middel van brede, getoogde muuropeningen. De inkomdeur, bereikbaar via de tuin, situeert zich in de tweede travee en was aanvankelijk voorzien van een glazen luifel. Het houten schrijnwerk (ramen met T-verdeling en een dubbele houten paneeldeur) bleef bewaard, maar de bovenlichten zijn gedicht. De kroonlijst is vernieuwd.
De zijtuin wordt afgescheiden van de openbare weg door middel van een lage hardstenen muur in wildverband waarop bakstenen pijlers met dekplaat verbonden door eerder eenvoudig hekwerk.
Achteraan het perceel bevindt zich een koetshuis onder een zadeldak, dat eveneens werd opgetrokken uit rode baksteen en uitgewerkt met karakteristieke banden in zwarte baksteen. Dit koetshuis heeft een korfboogvormige poorttoegang met langs weerszijden langwerpige rondboogvensters.
- Stadsarchief Leuven, Modern Archief, Fotocollectie, s.d.
- PIOT M. 2002: Geschiedenis van Herent: van Prehistorie tot 21ste eeuw. Herent, 312-356.
- WILLEKENS E. 2016: The immovable heritage master plan as a new tool for integrated heritage conservation in Flanders. Case study: Wijgmaal, onuitgegeven verhandeling, Katholieke Universiteit Leuven, Faculteit ingenieurswetenschappen.
- WILLEMSENS C. 1986: “Morfo-typologische studie van het dorp Wijgmaal”, onuitgegeven verhandeling, Katholieke Universiteit Leuven, Faculteit toegepaste wetenschappen, Afdeling architectuur: volume III, 3.3.7.