Hoevetje, gelegen in de straatbocht. Volgens bewoners, voor de Eerste Wereldoorlog uitgebaat als herberg zogenaamd De Lelie; in 1921-1922 heropgebouwd in regionaliserende trant zie, opstelling: langgestrekt type; boerenhuis parallel aan de straat; bakhuis en nieuwe loods respectievelijk ten zuiden en ten westen van boerenhuis; vaalt palend aan de straat; materialen: verankerde, rode baksteenbouw; gebogen pannen (mechanische) zadeldak met overstekende rand, doorbroken door klimmend dakvenster; bakstenen lekdrempels en strekse lateien bij rechthoekige muuropeningen; streekeigen bouwelementen: houten kozijnconstructies zie kruiskozijnen met beluikte benedenvakken; kozijndeur met verdeeld bovenlicht; uilengat in rechter zijgevel; indeling: boerenhuis van vier traveeën + zeven staltraveeën, de twee rechts vermoedelijk ter vervanging van oorspronkelijk dwarsschuurtje, zie spoor van dichtgemetselde poort. Recent aanbouwsel tegen rechter zijgevel.