Schoolgebouwen uit de eerste en tweede helft van de 20ste eeuw gebouwd in opdracht van de Dochters van het Kruis, die hier op het einde van de 19de eeuw een klooster stichtten.
De schoolgebouwen zijn gegroepeerd rond een in verschillende niveaus aangelegde en met klinkers en betontegels verharde rechthoekige speelplaats. Centraal op de speelplaats staat een rij loofbomen. Op een hoger gelegen perceel ten zuiden van de schoolgebouwen bevindt zich de voormalige hoeve van het klooster. Ten zuidwesten van de scholencampus ligt het nieuwe kloostergebouw van de Dochters van het Kruis, gebouwd in het begin van de 21ste eeuw.
De Dochters van het Kruis werden in 1890 door pastoor Raymaekers naar Genk gehaald om er het onderwijs van de meisjes op zich te nemen. Reeds kort na hun aankomst in Genk kochten de eerste kloosterzusters een aantal percelen ten zuiden van de Grotestraat aan en bouwden er in 1892 een klooster met kapel. Vanaf het einde van de 19de eeuw ontstonden naast het klooster de eerste klaslokalen, bestaande woningen werden vergroot en omgevormd tot schoolgebouwen. In 1905 werd het gebouw ten oosten van het klooster naar het noorden toe vergroot, aan de straat ontstond een klein gebouw op rechthoekig grondplan. In 1907 bouwden de zusters ten zuiden van het klooster een klein sanatorium of ziekenhuis. In 1928 werden de gronden en de daarop aanwezige gebouwen overgedragen aan de vzw "Sint-Raphaelsbond". In hetzelfde jaar registreerde het kadaster een uitbreiding van de gebouwen: de oostelijke vleugel werd verlengd tot aan de straat en langs de westelijke grens van de site, haaks op het klooster werd een nieuwe, even lange vleugel gebouwd. Het oude kloostergebouw werd naar het westen toe verlengd zodat het aansloot aan de nieuwe schoolvleugel. Tussen de twee schoolvleugels en dwars hierop ontstond een smal langwerpig gebouw. Alle gebouwen worden samengevoegd onder één perceelnummer en vanaf nu wordt er in de legger als aard van het eigendom "klooster" aangegeven. In 1932 werd een "landgebouw" ten zuiden van de school- en kloostergebouwen geregistreerd, ook dit was eigendom van de vzw. In de tweede helft van de 20ste eeuw worden de schoolgebouwen verder uitgebreid, de grootste aanpassing wordt in 1957 geregistreerd. Hierbij wordt de oostelijke vleugel met uitzondering van het meest noordelijke deel heropgebouwd en met een bijkomende vleugel aan de zuidzijde van de site vergroot. De laatste grote uitbreiding van de school was de bouw van de noordvleugel aan de Grotestraat in 1964, naar een ontwerp van de architecten Machiels en Claesen. Deze uitbreiding werd in 1965 door het kadaster geregistreerd. Voordien werd de speelplaats aan deze zijde afgesloten door een baksteenmuur. Anno 2018 zijn op de campus twee scholen gevestigd, Regina Mundi en Mater Dei.
Op de campus zijn een aantal gebouwen met erfgoedwaarde aanwezig, namelijk de twee schoolvleugels uit de bouwfase 1927-1928 en de hoeve uit 1932.
Van de in 1928 geregistreerde gebouwen is nog de aan het oude klooster aansluitende westvleugel en het noordelijke deel van de oostvleugel bewaard. De westvleugel bevat op het gelijkvloers een grote keuken met verschillende bijkeukens, de eerste en tweede verdieping bestaan uit klaslokalen met een verbindingsgang langs de zijde van de speelplaats en een centrale traphal. In het oude deel van de oostvleugel bevinden zich klaslokalen en op het gelijkvloers een recent gerenoveerd opvanglokaal. Dit deel van de oostvleugel is opgetrokken in bruin baksteenmetselwerk in kruisverband met knipvoegen en bestaat uit drie bouwlagen van vijf op twee traveeën onder een leien zadeldak. Aan de zijde van de Grotestraat heeft deze vleugel een topgevel op hardstenen sokkel met geprofileerde hardstenen schouderstukken en gekrulde muurankers. Op de eerste en tweede verdieping een dubbele blinde korfboogarcade met hardstenen, als gevellijst doorlopende onderdorpels en geprofileerde impostblokken. In de top van de gevel twee kleine rondboogvensters, ter hoogte van het gelijkvloers een hardstenen datumsteen met het opschrift ANNO DOMINI 1923. De oostelijke gevel is blind en heeft een getrapte bakstenen kroonlijst met bloktand en vlakke pilasters, deze gevel wordt grotendeels aan het oog onttrokken door de aanpalende huizen. Ook de westelijke gevel aan de speelplaats heeft een verticale onderverdeling door vlakke pilasters en een getrapte bakstenen kroonlijst met bloktand. Horizontale gecementeerde gevelbanden op imposthoogte en ter hoogte van de lateien en de hardstenen dorpels. De lichtgrijs geschilderde sokkel heeft per travee een grote segmentboogvormige opening, in een recente fase werd hier een veranda voor geplaatst. Op de eerste en tweede verdieping tussen de pilasters gekoppelde rechthoekige vensteropeningen met gecementeerde tussenpijlers en lateien, op de eerste verdieping met brede bakstenen ontlastingsboog. De door een puntgevel bekroonde smallere middentravee heeft smallere rechthoekige gevelopeningen. Nieuw schrijnwerk in PVC.
De westvleugel is opgetrokken in roodbruin baksteenmetselwerk in kruisverband met knipvoegen en bestaat uit twee en drie bouwlagen onder (recent?) leien mansardedak met brede rechthoekige mansardevensters en brede bakgoot in pvc. De gevel aan de Steeneikstraat telt zestien traveeën, deze aan de Grotestraat drie traveeën en de gevel aan de speelplaats veertien traveeën. In de sokkel van de noordgevel (Grotestraat) bevindt zich een datumsteen met het opschrift ANNO DOMINI 1927. De gevel aan de speelplaats herneemt de gevelelementen van de oude oostvleugel: getrapte bakstenen kroonlijst met bloktand, vlakke bakstenen pilasters en gekoppelde of enkele rechthoekige gevelopeningen met gecementeerde tussenpijler en latei en hardstenen dorpels, op het gelijkvloers met brede bakstenen ontlastingsbogen. Gekrulde muurankers. Middenrisaliet met groot spitsboogvenster en topgevel met schouderstukken en puntvormige bekroning. Links een hoekrisaliet met puntgevel, in een spitsboognis gevatte segmentboogvormige en rechthoekige vensteropeningen met hardstenen dorpel en gecementeerde gevelbanden ter hoogte van latei, impost en dorpel. Links hiervan bevindt zich de doorrit naar de Steeneikstraat met daarboven een verbindingsgalerij naar het klooster. Ook de gevel langs de Steeneikstraat heeft een bakstenen kroonlijst met bloktand, vlakke bakstenen pilasters met gekrulde muurankers en gecementeerde gevelbanden. De segmentboogvormige vensteropeningen met strek hebben hardstenen dorpels. De vensteropeningen in de gecementeerde en witgeschilderde sokkel met hardstenen bovenlijst zijn rechthoekig en deels voorzien van metalen tralies. Het houten schrijnwerk is mogelijk nog authentiek, op de benedenverdieping zijn ook de roedeverdeling en het structuurglas nog bewaard. De middentravee wordt bekroond door een boven het dak uitstekende boogvormige topgevel, de uiterst linkse en rechtse travee worden bekroond door een hoge puntgevel op hardstenen schouderstukken en met hardstenen dekstenen. Geheel rechts bevindt zich het verbindingsvolume met het kloostergebouw. Dit heeft een brede korfboogvormige poort met getrapte bakstenen omlijsting met hardstenen schampstenen, sluit- en impoststenen. Boven de poort de recentere verbindingsgalerij onder plat dak. De drie traveeën brede gevel aan de Grotestraat heeft een breukstenen sokkel met hardstenen plint en per travee twee smalle rechthoekige vensteropeningen met vlakke hardstenen omlijsting. Op de eerste verdieping per travee een breed rechthoekig venster met wellicht authentiek houten schrijnwerk met roedeverdeling. Op de tweede verdieping links een twee traveeën breed zesdelig rechthoekig venster met gecementeerde tussenpijlers, dorpel en tussendorpel, hierboven een segmentboogfries. De rechtse travee vormt een hoekrisaliet met in getrapte rond- en spitsboognissen gevatte vensteropeningen en wordt bekroond door een puntgevel met hardstenen schouderstukken en toppilaster.
Ten zuiden van de scholencampus bevindt zich het in 1932 door het kadaster geregistreerde "landgebouw", wellicht een kleine boerderij die bij het klooster en de school hoorde. Langgestrekte hoeve van één bouwlaag en acht traveeën onder pannen mansarde- en zadeldak. De rechthoekige gevelopeningen wijzen erop dat de oorspronkelijke indeling uit woongedeelte, stalgedeelte en schuur bestond. Gevels in roodbruin baksteenmetselwerk in kruisverband met gecementeerde plint, rechthoekige gevelopeningen met hardstenen dorpels onder ijzeren I-liggers met rozetvormige bouten. In de kopse noordgevel de rechthoekige inkomdeur van het woongedeelte en per verdieping twee rechthoekige vensteropeningen. In de westelijke langsgevel vensteropeningen van verschillende grootte, brede deuropening van het stalgedeelte en grote schuurpoort. In de oostelijke langsgevel in het woongedeelte nog twee grote vensteropeningen, daarnaast kleine hooggeplaatste vensteropeningen van de stal en een deur en kleine vensteropening naar het schuurgedeelte.
Auteurs: Fexer, Charlotte
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Genk
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Schoolgebouwen Dochters van het Kruis [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/306491 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.